Dichterlijke dank voor koelkast
De vreugde van vele winnaars van koel
kasten was vaak ontroerend. Bij de een
uitte zich deze zo, bij een ander geheel
tegengesteld.
Bij het gezin Dekkers-Borremans in
Woensdrecht was tijdens de overdracht van
de kast een familielid aanwezig, die een
toepasselijk gedicht had geschreven, dat bij
Wijze: Een café zonder bier.
deze gelegenheid vaak gezongen is, op de
wijs van het lied „Een café zonder bier"
van Bob Schoepen.
Wij laten het hier volgen, zodat onze
lezers een indruk kunnen krijgen van het
geen aan het winnen van de koelkast is
voorafgegaan.
In Woensdrecht daar is het vandaag weer eens feest
Mijn zuster is ook eens gelukkig geweest
Wij kwamen daarom ook maar gauw eens naar hier
Om eens fijn te genieten van 'n fles Amstel bier.
Op zekere dag dacht mijn zuster een keer
't Is niet zoveel moeite als ik dat probeer
Een slagzin die zette zij toen op papier
En stuurde die met een postzegel naar Amstel bier.
Die zegel dat was watdat ging toen heel raar
Zij bedacht zich en stuurde hem gauw achterna(ar)
Maar dat is niet erg, de koelkast is hier
En wordt nu gedoopt met het goeie Amstel bier.
En nu vrienden, dit nog voor de laatste keer
Als jullie bier drinkt, blijf dan ook altijd heer
ln café of in kroegen dat geeft toch geen geen zier
Maar vraagt dan toch steeds maar een fles Amstel bier.
J. Borremans
Zestig dagen lopen
Zestig dagen lang is Wolfgang Britzwein
(een pikante naam voor iemand die in een
brouwerij werkt) op voetreis door Europa
geweest. Op de drieëndertigste dag be
zocht hij de Amstel Brouwerij. Hij vertel
de: „Ik ben zevenentwintig jaar en werk
zaam in het brouwhuis van de Germania
Brouwerij in Munster Westfalen. Van mijn
directie heb ik zestig dagen vrij gekregen
om die voettocht te maken en als ik erin
slaag aan alle voorwaarden te voldoen
wordt mijn salaris doorbetaald en krijg ik
tweehonderd liter bier. Die voorwaarden
zijn, dat ik in Nederland, België, Frank
rijk en zelfs in Zwitserland alle
brouwerijen moet bezoeken tot een afstand
van tweehonderd km van de grens van die
landen. In elke stad waar ik kom moet ik
tien café's bezoeken en als bewijs in mijn
boek een handtekening van de beheerder
van deze etablissementen vragen en tevens
een bierviltje of suikerzakje of iets der
gelijks meebrengen."
Deze voorwaarden zijn niet mals en zeker
niet voor wat betreft Nederlanddoor de
geringe oppervlakte van ons land wordt hij
gedwongen alle brouwerijen te bezoeken,
want geen enkele van deze bedrijven ligt
verder dan tweehonderd km van een der
landsgrenzen. Tevens zal hij in ons land
ongetwijfeld de meeste café's bezoeken.
Wat dit aangaat is het hem door ons
gemakkelijk gemaakt. De heer Struiksma
heeft hem langs tien café's in de buurt van
onze brouwerij gevoerd om hem het zoeken
naar café's te besparen. Bovendien werd
hem een tientje zakgeld verstrekt, want de
ondernemende jongeman moet zichzelf be
druipen gedurende zijn reis.
Opgewekt is hij zijns weegs gegaan, de
vierendertigste dag tegemoet. Ongetwij
feld zullen wij nog van hem horen hoe hij
is gevaren en of hij zijn salaris inderdaad
en wel op deze zeer originele wijze heeft
verdiend.
22