bierbrouwerijen
Een kleine tweehonderd functionarissen met hun dames, die betrokken waren
bij de wereldkampioenschappen wielrennen, zijn donderdag 13 augustus j.l.
de gasten van de Amstel Brouwerij geweest. Afkomstig uit allerlei landen,
spraken zij allerlei talen, een feit waarmee bij de rondleiding terdege rekening
gehouden moest worden. Onder de bezoekers bevonden zich de president van
de Internationale Wielrenunie, Adriano Rodoni, diverse andere bestuursleden
van deze unie, dr. P. van Dijk, voorzitter van de K.N.W.U., de heer D. Bes-
sem, directeur van het Olympisch Stadion en vele bestuursleden van de diverse
landelijke wielrenunies. Na de rondleiding werd de koffiemaaltijd gebruikt in
onze ontvangkelder, waar nog zelden een zo groot gezelschap had getafeld.
Op de foto is een gedeelte van deze groep te zien. Derde en vierde van rechts
het echtpaar fan en Fanny Blankers; de heer Blankers was aanwezig in zijn
kwaliteit van sportverslaggever.
Het getal derzelven was in oude tijden
zeer groot, zoo dat alleen in Gouda en
Delft, zoo men de beschrijvingen dier
steden geloof mag geven, er twee a drie
honderd voor handen waren, terwijl men
er nu in elke stad geen vier vindt opge
geven.
Het spreekt van zelve, dat het meerder
gebruik van koffy en thee, van den wijn
onder de hoogere en van de jenever onder
de mindere standen, van het verval de
oorzaak zijn. Matige belastingen kunnen
alleen den kwijnenden staat van de aan de
algemeene slooping ontkomene brouwe
rijen opbeuren en welligt zoude het niet
ongeschikt zijn, daar men toch het bier-
brouwen als een vervallen tak van industrie
moet beschouwen, dat men ter opbeuring
en te gemoetkoming der brouwers hun
eene kwijtschelding van 10 of 20 Pet. toe
stond van hetgeen zij aan de belasting op
de bieren verschuldigd zijn.
(Uit het rapport aan Z.Exc. de minister
van Binnenlandse Zaken, nopens de tegen
woordige staat van de handel, de scheep
vaart, het fabriekswezen, de visserij, de
mineraio gische voortbrengselen en de hout
teelt in Zuid-Holland, 21 Februari 1817).
7