Wij zeiden het al, vele probleempjes. Maar worden ze niet prachtig opgelost? Zoals alle probleempjes tenslotte worden opge lost. Melk? vragen wij, het melkkannetje boven de koffie van mevrouw McCoy houdend. Neen, we drinken geen van bei den melk in de koffie. Vertel jij meneer eens, waarom wij geen melk in de koffie drinken, zegt McCoy. En dan zet mevrouw uiteen, dat zij beiden nog studeerden toen ze huwden. Ze namen hun intrek in een kamertje boven een garage in Ann Arbor, een plaatsje waar vele leden van het koor wonen. We moes ten woekeren met het weinige geld dat we hadden. Driemaal per dag moesten we eten, maar toen de vraag rees waarop we konden bezuinigen, hadden we spoedig be sloten dat dat maar op de melk in de koffie moest zijn. We zijn zwarte koffie blijven drinken, zelfs toen we de melk wel konden betalen. Dank zij de activiteiten van het koor is het mogelijk geworden om een uitwisseling van studenten uit West-Europa en Michi gan tot stand te brengen, waarmee het onderlinge begrip gediend is. Het bijbrengen van onderling begrip is niet gediend met degenen die hiervoor moeten zorgen op te bergen in hotels en daarom wordt overal een beroep gedaan op de burgerij. Wil een gezin een jonge man of meisje te logeren hebben, dan dienen de antecedenten ervan te worden nagegaan: een hoop werk, dat echter voor het goede doel graag wordt gedaan. Soms loopt het verkeerd, zoals het geval was in Cuxhaven, waar onvoldoende be langstelling was. Zodoende kon het con cert aldaar niet doorgaan. Van Parijs kwam het koor dan ook naar Amsterdam, waar de heer Barens en zijn hotel Fleissig zich als een kloek ontfermden over de koor leden. De heer Barens is een toegewijd kindervriend en hij vermag veel hij orga niseerde uitstapjes en liet de Amerikanen per boot Amsterdam zien. Bij Lido werd gestopt en het koor zong: dit was dan ook voor iemand die stokdoof was te merken, want al spoedig hingen velen over de brug teneinde het koor niet alleen te horen maar ook te zien. De volgende dag ging het met lijn zestien naar het Haarlemmermeer station, alwaar de wacht betrokken werd bij de halte van Maarse Kroondoel Aalsmeer. „Het is wel een gedoe met zo'n groot gezelschap", zei de heer Barens, „want met honderd man vul je gemakke lijk een paar bussen van de lijndienst", 's Middags naar de Amstel Brouwerij, waar ze keurig op tijd te voet arriveerden. Recht streeks naar de kelder, het welkomstwoord van de heer mr. J. M. Elink Schuurman, de projectie en dan de rondleiding. Na de rondleiding werd er gedanst en om ca. half vijf begonnen de stafleden het koor voor te bereiden op de op handen zijnde uitvoering. Prachtig drapeerden de leden de trap van het hoofdkantoor. De piano stond gereed en op een kistje staand gaf dirigent McCoy aan de toehoorders een uiteenzetting van het programma. Op het hierna volgende sein zette het koor in en werden twee Moravische koralen gezongen, gevolgd door een viertal liederen van de Amerikaanse componist Finney. Bijzonder is het koor gesteld op Handel, de Duits- Engelse componist van wie het Halleluja uit Judas Maccabeus werd gezongen. Natuurlijk ontbraken ook enige geestelijke negerliederen niet, de z.g. negro spirituals en het programma werd besloten met een selectie uit de opera van Gershwin „Porgy and Bess". Een dankbaar en gemeend applaus klonk na elk nummer op. Waardering voor het koor was er niet alleen voor het vocale gedeelte, maar ook voor het visuele, want de fotografen hebben talloze malen hun flitsen gebruikt, hetgeen geenszins afbreuk deed aan de concentratie van de zangers. Het was een merkwaardig concert, dat in zijn crescendo met gemak het kantoor tot in alle hoeken bereikte. In aandachtige stilte hebben de toehoorders het concert dat tot over half zes duurde, bijgewoond. Wat hun betrof had het koor zijn doel, het kweken van begrip, zeker niet gemist. DANKBETUIGING De vele bewijzen van belangstelling, welke ik gedurende mijn verblijf in het zieken huis van zeer velen uit het bedrijf heb mogen ondervinden, hebben mij bijzonder getroffen. Het is mij onmogelijk een ieder persoonlijk te bedanken en daarom maak ik van deze gelegenheid gaarne gebruik allen mijn grote erkentelijkheid te betuigen. Van harte hoop ik, dat dit nooit meer nodig zal zijn. A. H. Oostwal 24

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1959 | | pagina 26