Straatnamen
in de buurt
KIND TE WATER!
In de Amsterdamse Lauriergracht raakte
onlangs een vier a vijfjarig jongetje te
water zonder dat iemand het bemerkte.
Onze chauffeur A. P. van Beek, die op dat
moment stond te lossen bij een café al
daar, zag een paar maal een blond kopje
boven het water uitkomen en weer ver
dwijnen.
„Het duurde even voor ik mij realiseerde
dat het een kinderhoofdje moest zijn ver
telde hij ons, „maar toen sprong ik te
water en zwom de gracht over. Ik bereikte
het kind dat horizontaal aan de opper
vlakte dreef en waarschijnlijk zou het kort
daarop in deze stand gezonken zijn. Er
waren inmiddels wat mensen naderbij ge
komen en ik kon het kind toen aan ze
overgeven. Het was nog bij kennis, maar
ze hebben het toch naar het ziekenhuis
gebracht".
De heer Van Beek moet nog lachen als hij
denkt aan het gezicht van zijn bijrijder, die
plotseling niemand meer bij de Bedford
zag staan.
,,Ik heb van een vrouw in de buurt wat
droge kleren gekregen en toen maar weer
verder rijden De ouders het kind
was een van hun tien kinderen hebben
mij nog gevraagd wat ik voor schade had,
maar schade had ik eigenlijk niet; nou ja,
een pakje tabak was onbruikbaar geworden.
Toch hebben ze me nog een doosje sigaren
gestuurd, maar dat was echt de bedoeling
niet geweest".
De heer Van Beek heeft zelf drie kinderen,
van wie de jongste acht is.
Toen op 7 april 1789 Petrus Camper in de
Pieterskerk te Leiden was begraven, gaven
zijn zoons aan A. Ziesenis (naar wie een
Amsterdamse kade is genoemd) opdracht
een gebeeldhouwd gedenkteken op te rich
ten. Hiermede hebben zij gewaarborgd dat
de herinnering aan een groot en veelzijdig
geleerde blijvend zou zijn. In Amsterdam
werd een straat naar hem genoemd en de
Camperstraat loopt uit op de Amstel Brou
werij. Camper, die op 11 mei 1722 in Lei
den werd geboren ontving een goede op
voeding en was dermate begaafd, dat hij
op 24-jarige leeftijd promoveerde tot doc
tor in de filosofie en later op de dag een
proefschrift verdedigde waardoor hij zich
doctor in de medicijnen mocht noemen.
Deze man, die door Goethe een meteoor
in geest, wetenschap, talent en activiteit
werd genoemd, is aan verscheidene univer
siteiten (o.a. te Franeker en Groningen)
hoogleraar geweest.
Hij was verdienstelijk als antropoloog, heel
kundige, verloskundige en ontleedkundige
het is bekend, dat hij jaarlijks tweehon
derd overleden patiënten van het Binnen
gasthuis onderzocht om de doodsoorzaak te
weten te komen.
In 1758 ontleedde hij een neger en toonde
aan, dat er geen zwart bloed in zijn aderen
aanwezig was iets wat men toen alge
meen veronderstelde. Hij nam rasverschil
len waar bij de schedels van leden van ver
schillende volken en ontwierp een instru
ment tot het meten van de gelaatshoek.
Zijn grote verdiensten liggen vooral op het
gebied van de vergelijkende ontleedkunde.
Hij vergeleek bijvoorbeeld dieren met plan
ten. Hij ontdekte de gehoorwerktuigen der
vissen en constateerde dat de vogelbeende
ren hol waren en gevuld met lucht en dat
deze beenderen in verbinding stonden met
de longen. Hij beschreef de neushoorn en
de orang-oetan, dieren die in onze streken
nauwelijks bekend waren en maakte een
grondige studie van de olifant.
Camper was ook een kunstenaar: hij teken
de, schilderde en boetseerde en maakte teke
ningen bij eigen werk.
Een verhandeling over de beste schoen be
wees, dat hij grondige studie van de voet
had gemaakt.
„Een bijzonder begaafd mens", zei een En
gelse hoogleraar-tijdgenoot over hem, ,,'t is
jammer dat hij zijn energie verspreidt over
zovele gebieden".
11