VI
Om strijd concerteren
Finale
zat stevig op zijn bol want de kinriem
loog er niet om. Het was de vijfjarige
Koch Slangen, die geconcentreerd mee-
trommelde en nog nooit hebben we zoveel
vertedering om een klein mensenkind zien
opwellen uit een groep volwassenen. Als
gefascineerd keek men toe hoe de kleine
trommelaar daar in alle ernst zijn mannetje
stond te staan. „Hij trommelt al anderhalf
jaar mee", vertelde zijn moeder, „en hij is
zo muzikaal dat hij onmiddellijk aanvoelt
hoe een stuk getrommeld moet worden".
Zijn vader bleek een melkhandel te heb
ben, en reed ook voor de Amstel. Terwijl
het jochie op moeders schoot haar woor
den over zich heen liet gaan, kwam vader
aanlopen en nam hem mee: de plicht riep,
er moest weer worden opgetreden. De
ouderen schaarden zich om hem heen, het
sein werd gegeven en met de blik naar be
neden geslagen liet Koch zijn stokjes neer
komen op het gespannen vel
Het was zo langzamerhand een muziektent
geworden in de garage. Een veelkleurig
gewemel van de uniformen ging het stem
mige zwart van de overige mannelijke gas
ten overheersen en het werd een om strijd
concerteren.
Was de een klaar met zijn nummer, dan
klonk reeds het fluitje „verzamelen" van
de ander en begon deze er lustig op los te
blazen. Breed lachend zaten of stonden de
overigen er bij, trots op hun harmonieën
en fanfares en drumbands. Blij met het
feest, het feest van het veertigjarige Am-
stelfiliaal.
Het was een dag zonder bandrecorder en
grammofoon, een dag zonder wanklank,
een dag waarop uw verslaggever, de man
van boven de Moerdijk de smaak van Heer
len te pakken kreeg, van het werkende
Heerlen, dat van feesten weet.
Een bruisende garage, vol mensen, bier,
hartige hapjes en muziek, een avond die
langzaam maar onafwendbaar overging in
de nacht
In stilte waren de heer A. Duysens en
echtgenote vertrokken. Het was een lange
dag geweest. Maar de jonge kapiteins, de
heren J. Duysens en Kerckhoffs waren nog
op de brug. En in rok keken zij toe naar
het feest, dat nu op zijn eind ging lopen.
Om voor twaalf uur waren de laatste gas
ten opgeslokt door de nacht. Nog steeds
rookten de schoorstenen van de Oranje
Nassau mijn. De volgende dag zou weer
een gewone werkdag zijn: eerst opruimen
en dan een begin maken met de volgende
veertig jaar. Want: lang leve Heerlen,
lang leve het beer van de Amstel oet
Heële...
Het waren niet alleen bonafide
gasten die de drempel overschre
den. Een man, die reeds voor
eigen rekening enige feestdron
ken tot zich had genomen en
geheel behangen was met Am
stel viltjes, wilde zich onbekom
merd tussen de gasten mengen.
Hij werd echter snel gesigna
leerd en langs de kortste weg
naar de uitgang geleid. Eenmaal
buiten de omrastering van het
terras zag hij plotseling het pot
sierlijke van zijn vreemde tooi
in en begon teleurgesteld zich
van de viltjes te ontdoen: die
welke door middel van was
knijpers aan zijn oorlellen bun
gelden het eerst.
DANKBETUIGING
Aan het eind van het relaas aangaande ons
jubileumfeest, willen wij gaarne de gele
genheid aangrijpen onze dank uit te spre
ken voor al hetgeen door zovelen is gedaan
om dit feest te doen slagen.
Niet alleen onze gewaaardeerde afnemers
en andere relaties zijn wij erkentelijk voor
hun opkomst, het aanbieden van geschen
ken, het zenden van brieven en telegram
men, maar ook ons personeel, dat het mede
heeft mogelijk gemaakt een zo grote be
vriende kring te vormen en in stand ce
houden.
Directie filiaal Heerlen.
15