Van hapjes en slokjes
Muzikale gelukwensen
GEZELLIGHEID TIJDENS DE RECEPTIE.
Derde van rechts mevrouw Geelen.
Inmiddels was de garage, waarheen de gas
ten na de felicitatie geleid werden, aan het
vollopen en er werden hoge eisen gesteld
aan het bedienend personeel. Uit de ach
ter de garage gelegen werkplaats, die voor
deze gelegenheid tot keuken was omgeto
verd kwamen de hartige hapjes. Naar mate
de middag vorderde werd van deze ver
snaperingen een steeds groter gebruik ge
maakt. Zo kon het gebeuren dat er aan
het eind van de dag vijfduizend bitterbal
len, eenzelfde aantal blokjes kaas, twee
duizend bitterworstjes en vijftienhonderd
toostjes, alsmede ettelijke kilo's gerookte
paling hun weg naar gretige monden had
den gevonden.
Grote hoeveelheden dus. „Weet u hoe dat
komt?" vroeg ons de leidende man in de
keuken, die het nog nooit had meegemaakt,
dat zoveel hapjes werden genuttigd op een
feest. Wij wisten het niet. „Dat komt om
dat het bier zo lekker is; het is goed ge-
tapt. Ik ben geen bierdrinker tenminste
niet voor Limburgse begrippen; ik drink
misschien drie glazen per dag. Maar dit
bier... Ik heb m'n drie glazen allang op..."
Er is veel bier gedronken, maar daarvoor
was men dan ook de gast bij een brouwerij.
Ruim vijftig vaten zijn uitgetapt, een grote
slok, maar Heerlen bestaat slechts eenmaal
veertig jaar.
Het weer mocht in de namiddag wat gaan
betrekken, de feestvreugde was er niet min
der om. Niemand bekreunde zich om het
feit, dat de receptie van een tot drie uur
was. Maar dat was ook verwacht. Hoe kan
het anders. Limburg werkt. Recht tegen
over ons filiaal verheffen zich de hoge,
slanke schoorsteen van de mijn Oran
je Nassau waaruit regelmatig en gestadig
de rook wegglijdt. Er wordt gewerkt daar,
maar dat wil zeggen, dat tientallen Am-
stelvrienden onder en boven de grond pas
na werktijd hun gelukwensen kunnen ko
men aanbieden. Die Amstelvrienden zijn
niet alleen degenen die Amstel bier drin
ken, maar ook de leden van vele fanfare
orkesten.
En die verenigingen zijn door vriendschaps
banden met de brouwerij verbondenzo zijn
enige heren van ons filiaal bestuurslid van
zo n orkest en het lag dus voor de hand,
dat van deze kant een muzikale felicitatie
te verwachten was.
De koninklijke harmonie St. Caecilia
met trots het jaartal 1833 in haar vaandel
voerend was het eerste corps dat zich
voor de deur van het kantoor meldde. De
heer A. Duysens is erebestuurslid van dit
corps en de heer J. Duysens heeft thans
zijn plaats in het bestuur overgenomen.
Na een muzikale hulde en een toespraak
van de voorzitter, die door de heer A.
Duysens werd beantwoord, gingen de leden
naar binnen om hun pilske te drinken en
het nuttigen daarvan af te wisselen met
een nummertje vrolijke muziek.
In hun voetspoor volgend troffen wij een
kleurrijk geüniformeerd groepje op het
terras. Bij monde van de heer Chr. J. L.
Huijnen, die zich voorstelde als de presi
dent, vernamen wij, dat wij hier te doen
hadden met het bestuur en de officieren
11