9
Jubileum H. Hesseling
MM
Jubilaris Hesseling en echtgenote temidden van de heren (v.l.n.r.) F. Augustin, A. Stomps,
G. Fokke, G. Kat, C. Gans, J. Mittemeijer, J. Simek en J. Obbes.
Maandag 9 maart j.l. is officieel herdacht
dat de heer H. Hesseling veertig jaar ge
leden in dienst trad van de Amstel Brou
werij
In de ontvangstkelder hadden zich vele col
lega's verzameld om de voorman-bankwer
ker-monteur te bewijzen, dat zij hem een
warm hart toedragen.
Maar ook de directie heeft grote waarde
ring voor de heer Hesseling, getuige de
woorden van ir. R. van Marwijk Kooy.
Deze stelde vast, dat de heer Hesseling was
meegegroeid met de brouwerij in die veer
tig jaar en zijn fijne vakmanschap heeft
aangewend om op voorbeeldige wijze daar
in te grijpen waar iets verkeerd was ge
gaan. Ook prees hij zijn plichtsgetrouwheid
en bracht in herinnering de goede klank
welke de naam Hesseling in ons bedrijf
heeft. Namens de directie ontving de jubi
laris een enveloppe met inhoud.
De heer R. B. Hartman sprak, namens de
burgemeester van Amsterdam, wiens geluk
wensen hij overbracht. Tot grote verras
sing van de jubilaris deelde de heer Hart
man mede, dat het H.M. de Koningin had
behaagd hem de bronzen eremedaille van de
orde van Oranje Nassau te verlenen. De
versierselen werden hierna opgespeld, waar
na een luid applaus volgde voor de ge
decoreerde.
De heer Stomps sprak mede namens de bot
telarij, de afdeling waar de jubilaris
voornamelijk werkt zijn bewondering
uit voor het werk dat Hesseling altijd met
grote rust en zelfverzekerdheid verricht.
„U hebt veel voor de Amstel Brouwerij
kunnen doen".
Collega Kat verwekte met zijn woorden en
door hetgeen hij aanbood hartelijk gelach.
Er werden namelijk vele doosjes lucifers op
de tafel uitgespreid en de verklaring hier
voor was, dat Hesseling nooit lucifers bij
zich heeft en dus altijd bij zijn collega's
om een vuurtje moet vragen. Maar hierbij
werd het niet gelaten een schemerlampje
werd hem namens de collega's aangeboden
en wat goede sigaren.
De heer Brouwer tenslotte sprak namens
het overige personeel en bood een envelop
met inhoud uit het jubileumfonds aan.
Na de dankwoorden van de heer Hesseling,