het meubilair uit de voor
malige keizerlijke paleizen
naar Nederland te doen over
brengen. Zo kon hij zich om
geven met voorwerpen, die
veelal betrekking hadden op de
geschiedenis van het Huis
Hohenzollern.
Evenals bij de meeste vorste
lijke geslachten was het ook
bij dit huis reeds in de zes
tiende eeuw gebruikelijk een
deel van het kapitaal in zilver
werk te beleggen. Wanneer de
nood aan de man kwam, zoals
in tijden van oorlog, vond dit
zijn weg naar de smeltkroes en
kon uit de opbrengst ervan een
deel van de oorlogskosten be
streden worden. Zo deed Fre-
derik de Grote achtereenvol
gens in 1745 en 1757 een
groot deel van de zilverschat-
ten van zijn voorvaderen op-
smelten, terwijl van het restant
in 1809 op last van koning
Frederik Willem III een be
langrijk gedeelte in de smelt
kroes moest verdwijnen. Wat
thans in Doorn bijeen is, be
staat dan ook behalve uit
enige nog van het oude bezit
afkomstige voorwerpen
hoofdzakelijk uit zilveren kost
baarheden, die in de negen
tiende en twintigste eeuw ver
zameld of ten geschenke ont
vangen waren. Onder deze
bevindt zich een groot aantal
zilveren en vergulde bierpullen
z.g. Münzhumpen, en enige
hierbij afgebeelde Augs-
burgse en Neurenbergse zil
veren bokalen/gildebekers uit de zeven
tiende eeuw. Deze laatste zijn vervaardigd
door bekende en beroemde kunstenaars.
Een beschrijving hiervan gaat echter buiten
de strekking van dit artikel.
Dank zij de zeer gewaardeerde medewer
king van de intendant van Huis Doorn
heb ik de collectie bierpullen mogen foto
graferen en aantekeningen kunnen maken.
Enige exemplaren zullen nu de revue pas
seren.
17