Stichting
Pensioenfonds van de Amstel Brouwerij N.V.
Verkort Jaarverslag aan de deelhebbers
Ter voldoening aan artikel 14 van de sta
tuten laten wij hieronder de voornaamste
punten van het aan de Amstel Brouwerij
N.V. uitgebrachte jaarverslag over i956
volgen.
Tengevolge van de achterstand in de werk
zaamheden bij de verzekeringmaatschappij
verband houdende met herberekeningen in
zake de invoering der A.O.W., kon eerst
thans het jaar 1956 worden afgesloten,
hetgeen ook als reden geldt voor het nog
uit te brengen jaarverslag over 1957, waar
bij wijzigingen in het Pensioenreglement
daarvan verder een gevolg zijn.
Op 3 februari 1958 is de beschikking van
de minister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid ontvangen, waarbij de Statuten
en reglementen ingevolge artikel 4 van de
Pensioen- en Spaarfondsenwet, zijn goed
gekeurd.
De vennootschap heeft ook in 1956 geen
gebruik gemaakt van de in artikel 7, lid 4
van het pensioenreglement gegeven moge
lijkheid de deelhebbers in de jaarlijkse
premies te laten bijdragen, zodat de gehele
premielast door de brouwerij aan de Stich
ting werd vergoed.
In het verslagjaar werden zeventien deel
hebbers toegelaten en bij de Hollandsche
Sociëteit van Levensverzekeringen N.V.
verzekerd, terwijl van acht het deelhebber
schap eindigde door ontslag en van een
door overlijden.
Aan vijf van de deelhebbers, die vertrok
ken, werd een uitgesteld pensioen toege
kend, zo ook aan een deelhebber, die het
dienstverband moest beëindigen wegens in
validiteit. Aan de weduwe van de over
leden deelhebber werd pensioen verleend.
Overeenkomstig artikel 14 van het pen
sioenreglement werden van een achttal deel
hebbers, die in 1956 en vorige jaren ver
trokken, de betreffende polissen afgekocht
en zijn de waarden van de niet toegekende
pensioenrechten aan het fonds vervallen.
De hierop betrekking hebbende afkoop
waarden werden in 1957 van de Holland
sche Sociëteit van Levensverzekeringen ont
vangen.
Op de aan de Hollandsche Sociëteit van
Levensverzekeringen verschuldigde koop
sommen wegens aan deelhebbers toegeken
de rechten over de voor toetreding per
1 januari 1953 liggende dienstjaren, werd
wederom een aflossing betaald.
De administratie van de Stichting over be
doeld verslagjaar werd gecontroleerd door
de accountants Th. L. Limperg, die blij
kens het aan de bestuursleden uitgebrachte
rapport dd. 13 juni 1958 deze in orde
hebben bevonden.
De wettelijke voorgeschreven verslagstaat
over 1956 werd inmiddels aan de Ver
zekeringskamer toegezonden.
In de laatst gehouden bestuursvergadering
bedankte mr. C. T. de Vries Robbé als
voorzitter en werd op voorstel van de
directie der Amstel Brouwerij overeenkom
stig artikel 7 der statuten als zodanig be
noemd jhr. Six van Hillegom, terwijl mr.
J. C. Bossard bereid werd gevonden de
openvallende plaats als bestuurslid te aan
vaarden.
Het bestuurslid de heer J. Schermelé, die
aan de beurt van aftreden was, werd op
voorstel van het bestuur bij enkele candi-
daatstelling herkozen, daar door de deel
hebbers voor deze vacature geen andere
candidaten werden gesteld.
HET BESTUUR,
mr. E. J. Egberts, secr.
Olifantenbier
Khan, een driejarig olifantje van het Ber
tram Mill circus, is dol op bier. Toen de
heer Donald Duke (niet te verwarren met
Donald Duck), eigenaar van het Portland
Hotel in Chesterfield hiervan hoorde, stel
de hij voor, dat Khan op zijn kosten net
zoveel bier mocht drinken als het wilde,
vooropgezet, dat het dier bij hem in de
zaak zou komen, net als iedere andere klant.
Khan en zijn oppasser namen de uitnodi
ging aan en in alle rust dronk de olifant
in de bar vier halve liters bier onder de
verbaasde blikken van de overige gasten.
Toen wandelde hij naar buiten zonder zelfs
maar een stoel te hebben aangeraakt of ook
maar iets te hebben beschadigd.
Waarmede gezegd wil zijn, dat de mens
vaak het dier ten voorbeeld kan nemen.
(Misset's Horeca)
6