Verblijf in Lourdes en terug. STIEFEL DRINKEN De heer J. Gruythuysen vervolgt hier zijn relaas over de tocht naar Lourdeswaarvan het eerste deel in ons vorige nummer verscheen. Na onze eerste avond in Lourdes, zochten we omstreeks elf uur onze tent op en waren heel spoedig in diepe slaap geval len. De meesten waren 's morgens niet voor 10 uur te spreken, waarna er weer een grote uittocht was naar de stad, voor de souvenir jacht en bezichtiging van Lour des, waar Maria's genade velen reeds ge nezing heeft gebracht. Het oude stads gedeelte was intiem en rustig. Binnen de hekken van de baselieken en de onder grondse baseliek, werden iedere morgen de zieken door zusters van het Roode Kruis in invalidewagens naar het genade-oord gebracht, waar door duizenden pelgrims eindeloos wordt gebeden om het leed, dat daar door ontelbaren wordt geleden, te verzachten, en tevens voor eigen familie en bekenden. Ook is er 's middags onder dompeling van patiënten in het Lourdes- bad. vlak naast de Maria-grot, waar hon derd jaar geleden de Moeder Gods aan Bernadette verscheen. In ons gezelschap waren twee chronische patiënten, die er ondergedompeld werden. Een dezer was een jongeman van 23 jaar uit Leiden, het was zijn laatste wens, daar hij in Holland door de medici was opge geven vanwege een bloedziekte. Deze man is dan ook 14 dagen na zijn thuiskomst overleden. De volgende dag hebben we als passagier met de bussen een uitstapje gemaakt in de Pyreneeën. We vertrokken 's morgens bij zeer mistig weer in de bergen; op de grond was geen mist te zien, maar iedereen wilde de reis maken, al was er dan ook niet zo veel te zien. Om half elf werd gestart en al heel spoedig ging het klim men beginnen. De eerste top tot 1415 m. werd helemaal in de mist gereden; na 19 km naderden we de voet van de Col Aubique, de schrik van de ronde van Frankrijk-renners. Het enige geluk was, dat we toen boven de mistbanken waren en zo doende het hele plateau konden bekijken. Hier staan ook gedenktekens van befaamde wielrenners, en op welke tijden de eersten dat jaar de col gepasseerd waren. Van daar ging het snel bergaf en we kwamen in de stromende regen de vestingstad Pau binnen. Zeer oude en prachtige bouw werken. Hier werd gestopt en bestormden we de café's voor een heerlijk glas wijn en het verzenden van kaarten naar Holland, want deze reis was helemaal extra, nie mand wist er iets van, behalve het Comité en de buschauffeurs. Daarom probeerden de meesten hun kaarten vlakbij de grens post op de bus te doen alsof ze uit Spanje verzonden waren. Daarna ging het weer over tamelijk vlak terrein naar Lourdes waar de kok intussen weer alles klaar had om de honger te stil len; iets waarin hij goed was geslaagd: we kregen verse aardappelen (de enige keer in 14 dagen) en verse groente. Er was dan ook bijna niets over voor de spoelton, die anders nog wel aardig ge vuld was na afloop van de maaltijd. We gingen die avond niet meer weg, daar we alles gereed moesten maken om de volgende dag een zondag om 6 uur te starten. Het zou een reis worden van ruim 500 km. naar Palavas, bij Mont- pellier in de Midi, een prachtige badplaats met een strand van minstens 12 km. Aldus de reisleider. (vervolg pag. 23) Stiefel drinken is een manier van bier drinken die in onze omgeving niet veel meer voorkomt. Een glazen laars wordt geheel met bier gevuld en maakt nu de ronde, waarbij iedere gast er een slok uit neemt. Het juiste heffen van de laars ver eist een zekere vaardigheid en men loopt de kans dat het bier langs de mondhoeken over de kleding stroomt. Waar komt dit grappige gebruik vandaan? Omstreeks 1600 ging de heer Bassampierre als gezant van de Franse koning Hen drik IV naar Bern, teneinde het bondge nootschap, dat met de dertien kantons van Zwitserland was gesloten, te vernieuwen. Dit gelukte hem ook. Toen Bassampierre voor het hotel in Bern op de reiswagen wachtte, kwamen de vertegenwoordigers der dertien kantons en ledigden met de bondsgroet de meegebrachte bekers. Nu was het de beurt aan Bassampierre om aan elk kanton een beker te wijden. Hij trok zonder aarzelen zijn laars uit en goot de inhoud van de dertien bekers daarin. Deze laars vol bier dronk hij achter elkaar leeg. Het hotel, waarvoor deze ceremonie plaats vond, draagt tegenwoordig nog de laars als herkenningsteken. Het gebruik heeft evenwel, zij het symbolisch, de wereld ver overd. 22

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1959 | | pagina 24