Op de kampeerplaats te
Lourdes, het doel van de
in dit geval een zeventiende jaars, dus wel
een die al heel wat ontgroeningen had mee
gemaakt en zodoende voor niemand par
don had en al was je niet uitgeslapen, hij
maakte zoveel lawaai tot je opstond en hij
vertrok. Dan begon de bedrijvigheid weer,
evenals de vorige avond, maar nu in om
gekeerde volgorde namelijk van de kam
peerplaats naar de wagen. Dit duurde dik
wijls meer dan anderhalf uur, dan pas
konden de hekken gesloten worden en be
gon ons ontbijt, dat door de dames was be
reid. We kregen dan brood en beleg mee
voor de gehele dag in plastiek zakjes, maar
thee en koffie maakten we onderweg zelf
klaar, want daartoe hadden we een buta-
gasapparaat bij ons, zodat we om de paar
honderd km een bakje troost konden klaar
maken. Wij losten elkaar om de twee uur
af met rijden. Met slecht weer waren we
vertrokken, maar toen wij ongeveer drie
honderd km zuidelijk waren afgezakt, was
de temperatuur zeker vijftien graden opge
lopen en hadden we stralend weer, zodat
de jassen snel verhuisden naar onze kof
fers.
Bij de middagpauze in Orleans hebben we
onze eerste wijn geproefd; het eerste glas
was lang niet lekker, dat begon pas na een
paar glazen. Van Orleans reden we langs
de Loire en vervolgens via de route natio
nale naar Tours. De wegen zijn niet vier
baans, zoals onze grote wegen, maar twee-
baans met enkele trajecten van drie banen.
Van Tours naar Poitiers was het weer licht
heuvelachtig terrein met mooie kleine dor
pen en zeer veel bossen en wijngaarden.
Cognac wordt daar heel veel gemaakt, niet
allemaal particulier, maar door grote co-
operaties.
Om half acht bereikten we Poitiers en daar
moesten we nog een flinke hoogte nemen
om de kampeerplaats te bereiken, die ons
was toegewezen. Deze lag in een oud slot,
dat helemaal door hoge muren was omge
ven en daarin was maar één poort die wij
met de wagen konden passeren. We zaten
toen wel vijftien km van de stad af en zijn
dus maar met zijn allen op het terrein ge
bleven. Om tien uur werd pas het avond
eten uitgedeeld, maar voor half twaalf was
het hele kamp in rust, met uitzondering
van de chauffeurs en de koks. We hadden
namelijk pech aan een van de bussen en het
lichtaggregaat had de geest gegeven en dat
moest met man en macht in orde worden
gemaakt voor de volgende dag.
Voor de etappe Poitiers-Lourdes, ongeveer
480 km, moesten we weer vroeg op, want
deze zou zeer heuvelachtig zijn, maar te
vens zeer rijk aan natuurschoon.
Te Bordeaux hebben wij aan de haven ge
luncht, vlak bij een Nederlands zeeschip.
Jammer genoeg is de foto die ik er van ge
maakt heb, mislukt. Je leeft altijd op als
je in de vreemde iets uit je eigen land ont
moet. Wanneer je hier in Holland langs
de wegen rijdt, is er niemand die je groet
of notitie van je neemt, maar in het bui
tenland wordt iedere Nederlandse wagen,
die je tegenkomt of passeert, begroet en
6