Samen negentig jaar in dienst Het duizendste gebrouw van tiet Jaar Twee oudgedienden van de Amstel Brou werij waren woensdagmorgen 12 novem ber j.l. met hun gezinsleden het middel punt van de belangstelling in onze ont vangstkelder. Het waren de heren A. Krom wijk, voorman bottelarij, die vijftig jaar in dienst was en W. Koolbergen, motor schipper, die zijn veertigjarig jubileum vier de. De heer Kromwijk sloot tevens zijn actieve dienst bij de brouwerij af en ging met pensioen. De heer M. van Marwijk Kooy sprak de beide jubilarissen toe en overhandigde hun een envelop met inhoud, terwijl hij tevens namens het departement Amsterdam van de Nederlandsche Maatschappij voor Nij verheid en Handel twee penningen uitreik te: de heer Kromwijk ontving de gouden draagpenning en de heer Koolbergen de zilveren legpenning. Hierna voerde de heer A. G. ten Brink, hoofdcommies ter Gemeentesecretarie het woord en speldde de jubilarissen de ere medaille in brons behorende bij de orde van Oranje Nassau op de borst. Enige vrienden en collega's legden door het uitspreken van waarderende woorden en het overhandigen van cadeaus getuigenis af van de vriendschap en de hoogachting welke men in het bedrijf voor deze trouwe mede werkers toedroeg. Nadat de heren hun dank hadden uitge sproken brak het informele gedeelte van deze bijeenkomst aan en waren de aan wezigen nog enige tijd gezellig bijeen. Wij wensen de heer Kromwijk nog vele jaren om in rust van zijn pensioen te ge nieten en hopen, dat de heer Koolbergen, die enige weken rust moet houden, spoedi ge beterschap toe. DANKBETUIGING Hierbij zeg ik, mede namens mijn vrouw en kinderen, u allen hartelijk dank voor uw belangstelling bij mijn veertigjarig ju bileum betoond. W. Koolbergen. Met meer dan gewone belangstelling heb ben wij een dezer dagen gekeken naar het beslagmaken in het brouwhuis. Met klaterend geweld stortte het mengsel van schroot (gemalen mout) en water zich in de beslagkuip. Het bijzondere ervan was niet te zien noch te horen, maar bijzonder was het wel, want het gold hier het beslag maken voor het duizendste brouwsel van het jaar. Het duizendste gebrouw, dat was sinds de oorlog nog niet voorgekomen. Voor het laatst was dit het geval geweest in 1928, het jaar waarin de Olympische Spelen in Amsterdam werden gehouden. Oudgedienden weten te vertellen, dat op één dag in dat jaar twaalfduizend vaten de deur uitgingen. Het was in de tijd dat er nog geen flessen in het binnenland werden afgezet en de vaten varieerden in inhoud van een kleine twintig liter tot tachtig liter. Maar in 1928, zei men ons, was het aan tal hectoliters geringer dan nu en dus duidt dit duizendste gebrouw op de veel grotere omzet van onze brouwerij. Aan een lange staaf wordt een glas in de golvende massa neergelaten; gevuld komt het boven, melkachtig van kleur met stuk jes mout doorspekt is de inhoud. Het wordt in een fles gegoten, waarop een etiket is geplakt met het getal duizend. De fles gaat naar het laboratorium, waar ze voor de dui zendste maal dit jaar een beslagmonster ter onderzoek krijgen.' Het brouwhuispersoneel heeft het duizend ste gebrouw feestelijk onthaald; een groot bord opgehangen tussen de beslagkuip en de bierketel, duidde het heuglijke feit aan en een aantal Amstel-vlaggen gaven er een extra feestelijk tintje aan. Moge het aantal van twintig brouwsels per week ook in het komende jaar overschre den worden. OVERTREDING In Port Arthur, Ontario, is het Vendome Hotel vier weken zijn drankvergunning kwijt geweest. Inspecteurs van de drankwet hadden namelijk geconstateerd dat de kel ners daar bier hadden geserveerd aan klan ten die van hun stoel gevallen waren. Overal mag dat, behalve in het opgemelde Port Arthur, want daar is het verboden bier te serveren aan klanten die niet op een stoel zitten. 21

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1958 | | pagina 23