Een eenvoudige Nederlandse tinnen bier kan. Zonder versiering, maar als geheel toch sierlijk. De prachtige eigenschappen van het tin komen zeer duidelijk tot uiting. Het is moeilijk te begrijpen waarom deze fraaie tinnen pullen door porseleinen wer den vervangen, maar ja, andere tijden „Tinne pullen zijn niet goed, omdat men ze schuren moet. Maar een pul van porselein wordt van 't wassen wit en rein." De Engelse gieters hebben zich evenmin aan overmatige versiering van de tinnen pullen schuldig gemaakt; zij hebben vele zuivere en ongekunstelde werkstukken ver vaardigd, maar in niet zo grote variatie als hun vakgenoten op het vasteland. Voor de voortbrengselen van het continent bestaat in Engeland minder belangstelling dan voor de eigen productie. Maar dat heeft de Brit voor op ons vastelanders, hij drinkt nog altijd graag zijn biertje uit een tinnen tankard. De alliage, die de Engelse gieters gebruikten, was soms vrij hard en de oppervlakte van de voorwerpen heeft dan ook in de loop der tijden niet het le vendige karakter verkregen, dat een van de bekoringen van het oude tin kan vor men. In Duitsland is het materiaal soms zacht, met een vrij hoog loodgehalte, waardoor het geneigd is glansloos te worden. Men vindt er een voorliefde voor grote stukken en weelderige vormen, dikwijls ten koste van de goede verhouding der onder delen. Naar ons stijlbegrip veelal overla den gedecoreerd. Niet alleen dat daardoor de contouren verslappen, maar op de duur ook de versieringen zelf, aangezien die bij het schoonmaken of poetsen van het zach te metaal spoedig afstompen. In Zwitserland werden vooral tinnen kan nen vervaardigd, waaruit het bier en de wijn in bekers en glazen geschonken werd. Vooral Zürich, Bern en Wallis bezitten fraaie exemplaren. Een bijzonder soort is nog de z.g. Münzhumpenin de deksel of in de zijkant van de pul werden echte munten aangebracht, meestal Talers. Ook werden de munten wel in tin nage maakt en in de deksel gegoten. De Zwit serse pullen werden zeer vaak van zeer mooie gravures voorzien. In de 18e eeuw bedroeg de inhoud 850 en 890 cm3. In de zeventiende eeuw waren ze echter kleiner. In Scandinavië vindt men tin waar kenne lijk het oude houten tafelgerei als voor beeld heeft gediend, men herkent nog de houten kuipbanden, de ajour bewerkte hou ten voet enz. Toch is het soms ondanks bepaalde ken merken ook weer moeilijk het land van Een van de schoonheden van een tinnen „tankard" ligt vaak in het handvat. Wan-, neer u ooit een boze zwaan hebt gezien, de nek teruggebogen, de veren omhoog, gereed voor de aanval, dan zal de vorm van het handvat, de gestyleerde zwanenek, de Stuart Swan's Neck (16551700), u onmiddellijk aanspreken. 13

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1958 | | pagina 15