Hugo de Groot voor Frangois Guyet tegen Het Bier Wist u dat de wereldberoemde Hugo de Groot zich eens heeft beziggehouden met het schrijven van een Latijns gedicht, een lofzang op het bier Wij wisten het niet, maar kwamen het te weten uit een nummer van „Hermcneus, maandblad voor de antieke cultuur, orgaan van het Nederlandsch Klassiek Verbond" Hoe het allemaal kwam en wat er door befaamde schrijvers nog meer over bier te berde is gebracht, kunt u in de volgende regels lezen, die wij uit het genoemde blad hebben overgenomen. Wij verhelen niet dat het geen gemakkelijke kost is, maar een beetje in spanning kan heus geen kwaadde liefhebbers onder ons personeel hopen wij er een plezier mee te doen. De Franse tekst hebben wij onmiddellijk door een vertaling laten volgen, de voetnoten hebben wij zo overgenomen en de beide gedichten zijn metrisch vertaald door de schrijver van het artikel in Hermeneus, Bier en poëzie, dr. J. M. Hoek. De zeventiende-eeuwse Franse litterator Jean Louis Guez, Seigneur De Balzac zegt in een bedankbriefje aan de heer De Mo rin, Conseiller du Roy en la Chambre de l'Edict de Guyenne, die hem een lading muskaatwijn had gestuurd: „c'est une charge d'enthousiasme et d'inspiration, que vous m'avez fait la faveur de m'envoyer" (1) (het is een lading geestdrift en inspi ratie welke u zo vriendelijk was mij te zenden). Nadat hij de wijn nog geroemd heeft als „le souverain remède de la tristes- se et des mauvaises penséesle véri- table Nepenthe, chanté par Homère (het middel bij uitnemendheid tegen verdriet en slechte gedachten... de ware Nepenthes, be zongen door Homerus), en de sober leven den onder zijn tijdgenoten de oude Cato ten voorbeeld gesteld heeft, die de droog te van zijn plichtsbetrachting tenminste zo nu en dan met wijn besproeide, vraagt hij aandacht voor een andere drank, het bier: „Mais pour changer de matiere, j'ay trouvé en fin les trois pieces de Biere que je vous avois promises, et qui s'estoient esgarées parmy mes papiers. Ne vous semble-t-il pas qu'il y ait du jeu dans cette rencontre, et dans ce changement de matière (Maar nu wat andersik heb eindelijk de drie bier documenten gevonden die ik u had be loofd en die waren zoekgeraakt tussen mijn papieren. Vindt u deze ontmoeting en deze verandering van onderwerp niet vermake lijk?). Hoe De Balzac bier waardeert, blijkt al on middellijk uit de woorden die hij erop laat (1) Lettres Choisies Du Sr. De Balzac, Suivant la Copie imprimée A Paris. 1648, Elzevier, Leiden. (2) Francois Guyet (15751655), be kend tekst-criticus. (3) De Gallische afkeer van de drank der Germanen zat ook nog Anatole Fran ce in het bloed. Van Luther zegt hij volgen: „Ie pretens en effet d'estre fonda- teur d'un nouveau proverbe: et si j'en suis cru, on dira a l'avenir de la bière pour du muscat, aussi bien que du cuivre pour de l'or". (Ik beweer in feite de grondslag te hebben gelegd voor een nieuw spreekwoorden als men mij gelooft zal men in de toekomst zeggen dat het bier staat ten opzichte van de muskaat als het koper ten opzichte van het goud.) „Les pieces sont courtes. comme vous ver- rez, et par consequent j'ay bien plus long- temps a boire que vous a lire." (de docu menten zijn kort, zoals u zult zien, en bij gevolg zal ik veel langer drinken dan dat u zult lezen). Het eerste stuk, dat daarna is afgedrukt, is een in elegische maat geschreven epigram, getiteld Francisci Guieti (2) In cervisiam, en bevat een even scherpe als geestige aan val op de aan bier en dichten zich te bui ten gaande Bataven (4). Het tweede stuk is een antwoord op het eerste. Hugo de Groot zingt een lofzang op het bier en neemt op roerende wijze de handschoen op voor zijn dichtende mede vaderlanders in de verte. Het sluitstuk is een blijkbaar aan De Balzac gerichte Latijnse brief van de hoogleraar Erycius Puteanus, Lipsius' op volger aan de Leuvense Universiteit. Naar aanleiding van twee vaatjes bier, die De Balzac wachten, wordt een vakkundige uit eenzetting over bereiding en kwaliteit van twee biersoorten gegeven. ergens met oprechte minachting: „eet homme gonflé de bière..." (die man bolstaand van het bier). En De Bal- zacs latere naamgenoot Honoré, ka rakteriseert de Vlamingen aldus„le peuple flamand existe de par la pipe et la bière" (het Vlaamse volk be staat van pijp en bier). 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1958 | | pagina 22