Slot van pag. 6
U zult van deze wandeling wel een beetje
moe en dorstig geworden zijn en daar het
nu mooi weer is vlijen wij ons neer op het
terras, een gedeelte van de café-afdeling,
en bestellen bij de terraskellner een heerlijk
glaasje bier, dat gedurende de laatste ja
ren door het buffet-personeel met steeds
toenemende zorg en liefde wordt getapt.
Proost! G. de Bekker.
SLECHT BEGIN VAN DE WEEK
Op maandag 12 mei is de week voor een
aantal mensen die onze brouwerij kwamen
bezichtigen niet zo voorspoedig begonnen.
Juist toen ze bezig waren de autobus die
hen uit Limburg naar ons hoofdkantoor
had gebracht, te verlaten, kwam een koel
wagen door de bocht. Vlak bij de bus kan
telde de oplegger en schoof in zijn vaart
de bus enkele meters verder.
De consternatie was groot, maar onder de
passagiers vielen geen gewonden. Een pas
serende dame, die het ongeluk zag gebeu
ren, bezwijmde en brak bij haar val de pols.
Ze werd door een wagen van de GGD
naar het ziekenhuis gebracht ter behande
ling. De materiële schade was groot, maar
daar de bus geen andere schade had dan
een ingedeukt achterstuk van de carrosse
rie, werden de gebroken ruiten in onze ga
rage vervangen door zeilen, zodat de pas
sagiers 's avonds met dezelfde bus huis
waarts konden keren.
De stemming, die aanvankelijk gedrukt was,
werd in de ontvangstkelder spoedig beter.
De foto toont de situatie voordat de takel
wagen van de politie de oplegger weer op
de vier wielen zette.
De volgende advertentie troffen wij aan in
een provinciaal blad (van 1952)
Men heeft ons de ondergang gezworen,
maar door de tevredenheid der klanten en
door de kwaliteit van de Amstelglorie
(groot glas 40 ct.) vliegen wij door de hel
van de armoede, en komen wij zeker nog
eens op de hoogste trede van de ladder
der welvaart.
DIRECTIE BOERDERIJ
Vervolg
Een Legionnaïr vertelt
weg zijn. God zegen je en goede reis,
Jaap."
Het briefje bleek een bankbiljet van hon
derd frank te zijn. Blij stapte ik uit en liep
het volk maar achterna. Dan kom ik wel
goed terecht, dacht ik. Maar bij de kaartjes-
controle hield de controleur mij tegen.
Nadat iedereen was gepasseerd, nam hij
me mee naar boven en bracht me naar het
bureau van politie op het perron.
Hier moest ik mijn zakken uithalen, want
ze waren benieuwd of ik vuurwapens bij
mij had. Toen ze tegen mij begonnen te
spreken, moest ik de antwoorden schuldig
blijven, omdat ik geen Frans sprak, maar
tien minuten later verscheen er een Hol
lands sprekende politiebeambte en toen
kon het verhoor vlot verlopen. Het resul
taat was, dat ik 's avonds om kwart voor
tien op de sneltrein naar Marseille werd
gezet. De reis daarheen verliep verder zon
der bijzondere gebeurtenissen en de vol
gende morgen om tien uur stond ik op
het perron van het station in Marseille
en zag een sergeant op me af komen. Hij
sprak Duits en gaf mij te kennen, dat het
er niet zo best voor me uitzag, want dat
ik de vorige avond al had moeten arri
veren. Ik legde hem de zaak uit, maar
toen ik eenmaal in de kazerne was aan
gekomen, ging ik toch de cel in. Daar
verbleef ik tot de volgende ochtend, maar
na een verhoor door een kapitein werd
ik vrijgelaten. Na drie dagen zou ik aan
boord gaan van de boot die mij met nog
een zestig jongemannen naar Noord-
Afrika zou brengen.
Op die derde dag moesten wij aantreden
op de kazernehof. De kapel speelde het
Franse volkslied en daar gingen wijop
mars naar de haven. De stoomboot nam
ons aan boord en daar vertrokken wij. Op
weg naar Oran.
(Wordt vervolgd)
7