Deze maand
Wat zijn er toch aardige mensen op de
wereld. Stel u voor, dat u met vakantie
bent in het buitenland. U drinkt een glas
bier en nog een glas bier. Hoe smaakt dat
bier hier? vraagt uw vrouw. Uitstekend,
antwoordt u. Uw gehele vakantie houdt
u zich aan dat bepaalde merk bier. Op de
terugreis zegt u tegen uw vrouwja, dat
bier was goed daar. Maar schrijft u, thuis
gekomen, een brief aan die brouwerij
Een dankbrief voor het goede bier dat u
genoten hebt? En doet u daar een foto
bij, waar uw vrouw en u op staan af
gebeeld, omringd door bierflesjes? Nee,
dat doet u niet. Zover gaat uw dankbaar
heid niet. Daar durven wij om te wedden.
Toch zijn zulke mensen er. De brief met
de foto, ter staving van deze woorden,
ligt voor ons. Het is een heel aardige
brief. Van heel aardige mensen. Dat zijn
ze ook op de foto, waar mevrouw kwasi
verbolgen haar vinger schudt naar haar
man. Maar die zit kalmpjes het Amstel bier
te drinken en heeft een tiental flesjes bij
zich staan. Een kennis heeft die foto ge
maakt. Mevrouw heeft de brief geschre
ven. Eerlijk, het is meer dan wij ooit zou
den doen, hoe lekker het ons ook heeft
gesmaakt.
PAARDEN I
De paarden van Whitbread Company, de
enige brouwerij in de City van Londen,
gaan na een jaar hard werken met vakantie.
Ze hebben in dat jaar niet alleen de bier
wagens getrokken, maar ook gestaan voor
de koets van de burgemeester van Londen.
Zoals te doen gebruikelijk is gaan ze twee
aan twee vier weken naar de hoptuinen van
de brouwerij in Kent.
Wat ze daar gaan doen is ons onbekend.
Misschien de mannelijke hopbloesem veror
berenDie zijn toch onbruikbaar voor de
bierbereiding. In elk geval kan hier met
recht gesproken worden van hop, paardje,
hop.
PAARDEN II
In de ochtendzon spannen de spieren van
de twee brouwerspaarden zich langzaam
wordt de bierwagen tegen de helling van
de brug opgetrokken. De eerste bestelling
gaat de stad in. Als er voor de verkeers
agent op het Weesperplein moet worden
gewacht, heeft de bierwagen allang de
aandacht gevat van twee kleine jongens,
die dartel en uitbundig op het trottoir heen
en weer springen. Ze joelen tegen elkaar
en tegen de paarden en schreeuwen: „Hup,
met de knollen".
Vanonder de huif op de bok komt een ge
zicht van een voerman en een opgestoken
vinger, die hij vermanend schudt, als hij
zegt: „Knollen zitten onder de grond, voot
de wagen staan paarden".
PAARDEN III
Door de aankoop van twee bruine vossen
van Van Gend Loos is het aantal Am-
stel-paarden nu weer op vier gebracht. Zo
als men weet is er veel rumoer geweest
rond de paarden, toen Van Gend Loos
bekend had gemaakt ze te zullen afdanken.
Dat rumoer is verstild en lange tijd hebben
wij er niets meer van gehoord, tot op 3 mei
de laatste paarden in een veewagen weri*\
geladen en naar Utrecht gereden waarCjp
op de veemarkt werden verhandeld. Twee
ervan zijn in onze stallen terecht gekomen
en ze doen goed hun dienst.
Ze kennen de stad en versieren haar met hun
aanwezigheid, een aanwezigheid die de
aandacht trekt van stadsgenoot en toerist.
Deze bierreclame kwam van de zittende
magistratuur. Mr. L. de Blécourt, de Am
sterdamse politierechter, zei bij de behande
ling van een bierdiefstal in de haven: „Bier
is lekker op een warme dag, maar dan eer
lijk bier
De heren kregen vijfentwintig gulden boete.
Dat is veel geld, want voor dat bedrag
hadden zij gemakkelijk hun dorst met bier
kunnen lessen en... nog geld overhouden
ook.
De burgemeester van Amsterdam kreeg
onlangs van een Duitse knaap het verzoek
om bierviltjes, „want ik ben een hartstoch
telijk viltjesverzamelaar". De burgemeester
had ze niet, maar nu heeft onze afdeling
Publiciteit zich over de brief van de jC^
gen gebogen en inmiddels de viltjes
zonden. Overigens weten zowel Neder
landse als buitenlandse verzamelaars het
adres van onze brouwerij maar al te goed
en dagelijks komen dan ook vele verzoeken
om allerhande zaken binnen.
Degenen die niet in het bezit zijn gekomen
van het extra nummer van Het Spongat,
dat op 17 mei in theater Carré is uitge
reikt, kunnen bij de redactie, afdeling Pu
bliciteit, een exemplaar afhalen of aan
vragen.
1