Het idee en h het benen kreeg
„Kijkt U eens. Ik had gedacht, dat wij hiermede de komende verkoopcampagne op doel
treffende manier konden ondersteunen"
In de beslotenheid va het kantoovan de heer van Berkum staat de heer Albers en
laat zijn chef een pa "ntern'teui e pullen zien onder het uitspreken van bovenstaande
woorden. De heer i. kum kijkt zijn assistent even ongelovig aan en begint dan
goedkeurend te knikken
„Dat is het"zegt hij e.. iet deze woorden is een periode van veel piekeren afgesloten
en is een tijdperk van vet. praten en doen aangebroken.
een pul te introduceren, hield hij deze
vonk goed vast.
Hij reed naar Waalre, waar een oude rela
tie uit een vroegere werkkring van hem
woonde: de heer Jan van Erp, een potten
bakker. En deze was het, die voor het eerst
van de pullen hoorde. Het gesprek dat de
beide mannen hadden, resulteerde in een
opdracht, een vreemde opdracht, want het
was een verzoek om een dienst: Maak voor
mij een paar pullen. Hier zijn de tekenin
gen. Geef ze een aantrekkelijke kleur. En
lever ze bij mij af. Maar praat er met
niemand over... Als het plan van de heer
Albers zou slagen, kon de heer van Erp
rekenen op een grote opdracht, die zijn
bedrijf maanden en maanden zou bezig
houden. Zou het plan niet worden ge
accepteerd..
Maar toen de pullen eenmaal op de tafel
van de heer van Berkum stonden zag hij
onmiddellijk in, dat het idee goed was en
dat het benen moest hebben. Benen, die
het snelvoetig zouden verder brengen op
de weg naar verwezenlijking. Er zou veel
gepraat moeten worden. Met de directie
A. W. Albers
in de eerste plaats. Er moest natuurlijk
een gedetailleerd plan komen. Daarom
werd mede vastgelegd hoe de heer Van
Berkum de pul in de verkoopcampagne
dacht in te passen. De directie stemde met
dit plan in.
1/ Reeds maanden zat de verkoop-
I' leiding met de dwingende vraag
I hoe moeten wij de verkoop van
ons bier in het komende seizoen
ondersteunen en stimulerenen dan zo
mogelijk gelijktijdig voor de horeca- en
winkelsector? Een vraag, die uiteraard ook
door de heer Wijdeveld, het hoofd van
onze afdeling Publiciteit bij voortduring
bezig hield.
De vele uren, die de heren Van Berkum
en Albers samen doorbrachten op weg naar
relaties en inspecteurs, klanten en beurzen,
de uren doorgebracht achter het stuur, op
weg naar huis, deze uren werden voor het
merendeel gekort met voorbesprekingen en
nabetrachtingen. En altijd weer eindigden
deze met de woorden van de heer Van
Berkum„Als we maar een goede gedachte
kregen waardoor het kopen van Amstel-bier
nog aantrekkelijker zou worden. Denk daar
eens over, Albers!"
Een idee moet geboren worden. Dat is bij
wijze van spreken, want de vergelijking
met de geboorte van een levend wezen
zou niet juist zijn. Deze pleegt zich name
lijk geruime tijd tevoren aan te kondigen.
Maar het ontstaan, de geboorte van een
idee, komt ineens. Het is een vonk en die
is er vaak onverwachts. Een flits, die even
snel weer is verdwenen. Zo gaat het ten
minste meestal met ons allen. Maar een
goed idee moet worden vastgehouden. En
toen de heer Albers het idee kreeg om
N. H. R. van Berkum
2