1933- Opheffing Drooglegging -1958 Op 7 april was het vijfentwintig jaar geleden dat de Ameri anen voor het eerst sinds dertien jaar weer hier mochten drinken. En hoewel het maar hier was van 3,2 hebben zij ondubbelzinnig laten blijken, dat ze deze drank nog op hoge prijs wisten te stellen. De Drooglegging (Prohibition) is een periode geweest, die schatten gelds heeft gekost: geld dat werd verloren door talloze bedrijven die moesten sluiten en geld dat werd ver diend door de sluikhandel in drank. Sedert het midden van de negentiende eeuw cefende de georganiseerde onthoudersbewe ging een 20 grote invloed uit op het kerke lijke, politieke en sociale leven van Ameri ka, dat reeds in 1855 verscheidene staten door in werking treden van anti-alcohol- wetten, zij het dan ook tijdelijk, werden drooggelegd. Toch leefde verreweg meer dan de helft van de Amerikaanse bevolking tot kort voor 1919 in staten en gebieden waarin geen anti-alcoholwetten van kracht waren. Met de morele steun van de meeste pro testantse kerken, alsmede die van de goed georganiseerde vrouwenverenigingen en met de financiële bijstand van bepaalde groot industriëlen gelukte het de Anti-Saloon- League gedurende de le wereldoorlog over wegende invloed op de wetgeving van de federale regering te verkrijgen. Zo kwam het dat de brouwerijen voor de duur van de oorlog tot de kategorie van de onbelangrijke industrieën gerekend werden en het werd deze bedrijven dus voortdurend moeilijker gemaakt de noodzakelijke grond stoffen te betrekken. Onder het voorwend sel dat de graan positie slecht was, moest het bier in 1918 lichter gebrouwen worden en mocht het maximum-gehalte de 2,75 gewichtsprocent niet overschrijden. Op 18 december 1917 gaf het congres in Washington de achtenveertig staten een voorstel in overweging een alcoholverbod in de federale wetgeving op te nemen. Reeds op 16 januari d.a.v. had de wettig voorgeschreven tweederde meerderheid van de staten (zesendertig van de achtenveertig) het voorstel aangenomen en een jaar later, dus op 16 januari 1920 trad de droogleg ging in werking. Het amendement, berucht en befaamd geworden als het Achttiende Amendement, verbiedt de fabricatie, de ver koop, het vervoer, zowel als de in- en uit voer van roesverwekkende dranken, even wel zonder het percentage te noemen en zonder het begrip „roesverwekkend" te om schrijven. De daartoe in het leven geroepen wet, de z.g. Volstead-Act (National Prohibition Act), die ondanks het veto van president Wilson op 28 oktober 1919 werd aangeno men, schrijft voor de wettelijk toegestane dranken een kleiner alcoholgehalte voor dan 0,5 volumeprocent. Verder werden in ongeveer veertig van de achtenveertig staten speciale uitvoeringswet ten ten behoeve van de drooglegging aan genomen, die de regeringen van elk der staten machtigden eigen controle-ambtena ren aan te stellen die op de naleving van de wet moesten toezien, een maatregel die een deel van de staten spoedig ophief om de controle aan de federale regering over te laten. Ondanks de verbitterde tegenstand van de arbeiders en ondanks het dreigement „geen bier, geen werk" en ondanks de in 1919 aangekondigde algemene staking van alle georganiseerde arbeiders heeft het Achttien de Amendement zich gehandhaafd. Wat nu? Op 28 oktober 1919 was de nationale droogleggingswet voor bier, wijn en sterke drank van kracht geworden. De verkoop van alcoholhoudend bier kwam met één slag tot stilstand en men begon met de ver vaardiging van het door de wet voorge schreven, zo goed als niet-alcoholhoudende biersurrogaat. In brouwerskringen was men van mening dat deze naoorlogse maatregel slechts van korte duur zou zijn en dat bin nen afzienbare tijd (na zes maanden, hoog stens slechts na één jaar tot drie jaar) de wet zou worden ingetrokken. Men kon niet geloven aan de mogelijkheid dat een zo belangrijke tak van nijverheid als het brouwbedrijf, bewust vernietigd zou wor den. Het is daarom te begrijpen dat in de eerste jaren van de drooglegging slechts weinig brouwerijen ernstige pogingen on dernamen droogleggingsbier te maken. Bier dat goed zou moeten smaken en dat niet meer dan 0,49 volumeprocent alcohol zou mogen bevatten. Gezien de ervaringen van de brouwerijen in de gebieden waar reeds lang voor 1919 drooglegging een feit was, moest men na de inwerking treding van de nationale wet rekening houden met een teruggang van de verkoop van minstens negentig procent en dientengevolge van de stillegging van vele kleine, middelgrote en grote brouwerijen. Door de drooglegging raakte het bier in de Verenigde Staten zijn alcoholgehalte, zijn 4

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1958 | | pagina 5