Rookverbod en Euromarkt
DE ONDERNEMINGSRAAD SPREEKT OVER
Op 12 maart 1938 kwam de Ondernemingsraad onder voorzitterschap van ]hr. Six van
Hillegom bijeen.
Na het afdoen van de notulen werd de heer Beertsen welkom geheten, die in de
vacature Tasma deel zal uitmaken van de Ondernemingsraad.
De vergadering treedt in discussie over het voor en tegen van commerciële televisie.
Rookverbod
Dan wordt aan de orde gesteld de be
spreking van het rookverbod in de fabriek,
dat naar een uitdrukking van een van de
leden in meer dan één opzicht een bran
dend vraagstuk is.
De voorzitter legt aan de vergadering de
vraag voor, op welke gedachte eigenlijk
het rookverbod in de fabriek berust. Het
antwoord is, dat dit ten dele is ingegeven
om het gevaar van brand te beperken, dat
in speciale afdelingen zeer groot is en om
in het gehele bedrijf een strikte hygiëne
te handhaven, iets wat in een levensmidde-
lenbedrijf als het onze noodzakelijk is.
Tegen een rookverbod in de fabriek bestaat
dus geen bezwaar, maar uit de discussie
blijkt verder, dat het vooral gaat om de
wijze van handhaving van dit verbod.
Vreemde monteurs, die werkzaamheden
komen verrichten, lopen rustig te dampen.
Veel mensen van het kantoor en vooral
onze inspecteurs lopen zonder erg over het
terrein met grote sigaren.
De voorzitter zegt, dat dit inderdaad pun
ten zijn, waaraan streng de hand moet
worden gehouden en hij zal dan ook zor
gen, dat het kantoorpersoneel en de in
specteurs instructies krijgen niet te roken,
wanneer zij de fabriek of het fabrieks
terrein betreden.
Ook zal voortaan als eis worden gesteld,
dat monteurs, die in dienst van anderen
bij ons werkzaamheden verrichten, niet
meer roken.
Voorts wordt geklaagd, dat wanneer men
sen uit de fabriek werkzaamheden op kan
toor moeten verrichten, zij ook dan niet
mogen roken, terwijl ieder ander op kan
toor wel mag roken.
De voorzitter acht dit inderdaad niet in
overeenstemming te brengen met de ratio
van het rookverbod voor de fabriek en hij
zal dit met de heer Van Marwijk Kooy
opnemen. (Hetgeen inmiddels is geschied
en tot het gewenste resultaat heeft geleid.)
Ook zal worden overwogen gedurende het
schaftuur toe te staan, dat in het schaft
lokaal gerookt mag worden.
Economische toestand
Over de economische toestand zegt de
voorzitter, dat naar zijn mening de omzet
stijging van de vooraf gegane jaren is over
gegaan in een meer horizontale lijn, die
waarschijnlijk wel een tendens tot daling
zal gaan ontwikkelen.
Wij leven tenslotte ook niet meer in een
afgeloten gebied, maar wij hebben ook te
maken met internationale economische ont
wikkelingen.
De tendens tot daling wordt hier te lande
afgezien van de bestedingsbeperking
nog versterkt door de verwikkelingen met
Indonesië.
Dan brengt een lid het vraagstuk van
de komende Euromarkt op het tapijt.
Zullen wij dan niet een enorme concur
rentie krijgen van de Duitse brouw-
industrie? Hij motiveert zijn vrees met te
wijzen op het voordeliger Duitse belasting
stelsel, wat ook in de accijnsheffing tot
uiting komt.
Men kan van de Euromarkt verwachten,
dat de kosten van het levensonderhoud in
Nederland omhoog zullen gaan, zonder dat
daar een vermeerdering van inkomsten
tegenover zal staan. De Europese gedachte
moet wel niet verworpen worden, maar
spreker voorziet toch minder gunstige con
sequenties in de eerste tijd van het in
werking treden van de Euromarkt.
De voorzitter knoopt hierbij aan de op
merking, dat ook dit al weer een aan
sporing is om de kostenstijging in ons
bedrijf af te remmen. Belastingverlaging
zou in de zienswijze van dit lid passen.
Op de vraag of de accijnzen niet gelijk
getrokken worden, antwoordt de heer Six,
dat dit zeker niet in de overgangstijd zal
gebeuren. Hij verwijst naar de Benelux,
waar nog geen gelijke accijnzen zijn, on
danks wettelijke regeling op dit punt.
Over het winstaandeel van het personeel
(slot pag 6)
2