Puzzel
en win een tientje
Onze puzzel is deze keer aanzienlijk minder ingewikkeld dan de voorgaande en ook
de omschrijvingen zijn gemakkelijk gehouden, zodat iedere A.B.-er de puzzel kan oplos
sen. Woordenhoeken en encyclopaedieën zijn er beslist niet bij nodig, ledereen kan deze
maand dus meedingen naar het uitgeloofde tientje of een van de zes dozen met twee
fraaie brouwers glazen. Zorg er dus voor dat uw oplossing uiterlijk 30 april in het bezit
is van de redactie van Het Spongat, afdeling Publiciteit, en vermeld in de linker boven
hoek van de enveloppePuzzel.
HORIZONTAAL:
1 -4- 5 111 -4- 112 is
een zegswijze, waarvan
de waarheid bewezen
wordt tijdens de biertap-
wedstrijden
9 hoofddeksel v. minister;
12 Russisch gebergte;
13 gebladerte;
17 voorman;
18 dierenverblijf;
19 zwarte kleverige stof;
21 loswal;
22 kip;
23 vogeltje;
25 voorste deel;
27 coupon;
28 zangnoot;
29 hooiberg;
30 rasp;
32 hoofddeksel bij kleder-
dracht;
34 familielid;
35 drinkgerei voor bier;
36 modern navigatiemiddel
38 zienswijze;
40 zoetwatervis;
42 troefkaart;
43 tennisterm;
45 taaie lekkernij;
47 gymnastiekwerktuig;
48 lichaamsdeel;
50 kreet;
51 huisdier;
52 gast aan maaltijd;
54 vrouwelijk roofdier;
55 deel van Sumatra;
56 dunne stok;
58 grappenmaker;
59 leesteken;
60 deel van hamer;
62 boom;
64 alvorens;
67 slijk;
69 slordig werken;
71 rekening;
73 onderlaag van biljart;
74 vochtig;
OPLOSSING MAARTPUZZEL
Horizontaal: 1 5 gerstemout - 9 water - 12 temee - 13 sater - 17 amok - 18 bul - 19
mis - 21 foto - 22 pet - 23 bek - 25 Don - 27 run - 28 en - 29 32 kiemen - 30 hop -
34 id(em) - 35 38 eesten - 36 lenig - 40 vuig - 42 bal - 43 Let - 45 kano - 47 Ens -
48 dag - 50 ros - 51 dol - 52 loep - 54 request of rekwest - 55 zege - 56 nap -
58 dar - 59 links - 60 oksel - 62 dep(artement) - 64 lip - 67 wort - 69 Algiers - 71 gist
- 73 ara - 74 wad - 75 rijp - 76 per - 77 Kent - 79 rem - 81 hes - 82 vete - 83 kil -
85 rafel - 87 dat - 88 el - 90 kim - 92 put - 93 bot - 94 B(ergumer) M(eer) - 95 les -
97 99 donker - 100 Eli - 101 ever - 103 ter - 105 ban - 106 peen - 107 ng.tie -
109 weken - 110 karig - 111 smaak - 112 stoop.
Verticaal: 1 gek - 2 er - 3 stuk - 4 tel - 5 Eem - 6 meid - 7 U(nited) S(tates) - 8 tal
- 9 Wapenveld - 10 ament - 11 tot - 14 tor - 15 etui - 16 ronddolen - 18 bee - 20 som -
23 bis - 24 bon - 26 net - 29 keg - 30 hel - 31 pil - 33 nek - 35 eisen - 36 lagerkelder
- 37 gerstkorrel - 39 nader - 41 U(nited) N(ations) O(rganization) - 42 bar - 44 tot -
46 nog - 49 rus - 53 palet - 55 zalig - 57 pip - 58 del - 61 kwakkelen - 62 drank - 63
hik - 65 pipet - 66 stremming - 68 öre - 69 aar - 70 sijs - 72 set - 78 tik - 80 map
- 81 het - 82 vat - 84 lid - 86 fut - 87 dor - 89 leva - 91 mot - 93 ben - 94 blei -
96 set - 98 Newa - 99 kant - 100 eer - 102 ris - 104 rek - 105 bes - 106 pap - 108 em(eri-
tus) - 110 K(nock) O(ut).
75
been;
31
voeg;
76
echtgenoot;
33
wee;
77
lang niet alles;
35
zoutig vocht;
79
belemmering;
36
dameskledingstuk;
81
jongensblouse;
37
inschrijven;
82
deel van schip;
39
rolvormige doos;
83
noodsein;
41
bestemming;
85
prijzen;
42
cijfer;
87
zeer vloeibaar;
44
metaal;
88
Hare Majesteit (afk
46
levensvocht;
90
grap;
49
vervoermiddel;
92
vloerbedekking;
53
vuurpijl; i
93
gewricht;
55
zakken;
94
voegwoord;
57
honderdduizend gu!den;
95
speelgoed;
58
ontkenning;
97
richtingwijzer;
61
bedrieger;
99
tam;
62
vreemde taal;
100
grond;
63
slaapplaats;
101
azijn;
65
liefdesverhaal;
103
babyvoedsel;
66
slof;
105
pers. v.n. woord;
68
hert;
106
toespraak;
69
wagen;
107
kwajongen;
70
muurholte;
109
schaden;
72
bergplaats, die men mee
110
sieraad;
draagt;
111
112 zie 1.
78
rekenkundige opgave;
VERTICAAL:
80
masker;
1
deel van ambtsgewaad;
81
lidwoord;
2
pers. v.n.woord;
82
inhoudsmaat;
3
bloem;
84
zeepwater;
4
seconde;
86
ton;
5
grappig dier;
87
tegenovergestelde van
6
plaats;
mager;
7
lengtemaat;
89
kledinggebruik;
8
deel van dak;
91
rookgerei;
9
boenen;
93
jong zoogdier;
10
drank;
94
onderscheiding;
11
lidwoord;
96
tongbeweging;
14
ondergang;
98
schuifbak;
15
plaats in N.-Holland;
99
spijskaart;
16
herstel;
100
achting;
18
scheepsverblijf;
102
steen;
20
beroep;
104
schrijfgerei;
23
lengtemaat;
105
afscheiding;
24
afgunst, boosheid;
106
knaagdier;
26
kostuum;
108
opschrift boven brief
29
diepte aan strand;
(afk.)
30
daling van water;
110
naschrift (afk.).
25