Vele paardekrachten in dienst van het water
Met welke moeilijkheden de brouwers in oude prent, die op de kamer van de heer
vroeger eeuwen te kampen hadden als zij Wijdeveld hangt.
gedurende een strenge-vorstperiode hun Ter linker zijde staat het Nederlandse
watervoorraad op peil wilden houden, onderschrift, rechts de Franse vertaling,
blijkt uit nevenstaande afbeelding van een In het midden leest men:
Winter Vreugde op den Amstel en 't gaan des Ysbreekers en der Waterschuiten te
Amsterdam by Petrus Schenk-Konst en Kaart-ver koper vooraan in de Nes by den
Vygendam in N. Visschers Atlas. Met Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staten
van Holland en Westfriesland. Geteekend door Titeman van der Horst.
In het linker paneel staat:
De Ysbreeker word gebruikt, om by besloten water des winters door het ys een slop te
maken van de Stad Amsteldam af tot aan de Stad Weesp toe, en dus de vaart te openen
voor de waterschuiten tot het halen van Varswater uit de rivier de Vecht, zo tot het
gebruik van de Brouwers als van andere ingezetenen dier Stad. Deze Ysbreeker is in
den jare 1696 gebouwd ten kosten der gezamentlyke Brouwers van Amsteldam, die hem
ook nog in eigendom hebben; hij word bevaren door eenen Schipper en vyf Knechts;
zyne werking is, dat hij door kracht van paarden tegen of op het ys gehaald wordende
door zyne zeven met yzer beslagene Steven het ys ter breedte van het slop in zes stroken
snyd, dewelke door des Ysbreekers voortgang tegen deszelfs boeg, die tusschen de Steven
ook met yzer beslagen is, stuitende en daardoor benedenwaarts gedrukt wordende, door
gaans afbreeken en dus het gebroken ys, onder den Ysbreeker henen dryvende agter
denzelven in langwerpige stukken wederom op komt. Om dezen Ysbreeker te kunnen
bestuuren, is dezelve agter met een roer, gelyk gewone vaartuigenvoorzien, waardoor
hy, als de bogten, die gemaakt moeten worden, niet te groot zyn, of als het ys niet al
te zwaar is, zeer wel kan worden bestuurd, zynde, om hem genoegzaam stuurlastig te
maken, in zyn agter-onder omtrent 19000 lbs ballast geplaatst, maar als de bogten groot
gemaakt moeten worden, of dat het ys zwaar is, dan vermag het roer alleen hem niet
te stuuren, maar dan worden tot dat einde de trossen of touwen, waaraan de paarden
denzelven voorttrekken, door taliebloks, die aan wederzyden vooraan op denzelven zyn,
aangetaliet, naar die zyde, daar men ze begeert te hebben, waardoor het volk op den
Ysbreeker in staat is, om hem behoorlyk te bestuuren. De Trossen waaraan de paarden
trekken, worden op den wal gemeenlyk door agt man, die men Troslopers noemt, bered,
doch waartoe minder of meerder manschap gebruikt word, naar mate dat men 1. 2. 3.
of meerder trossen gebruikt; deze troslopers moeten oppassen dat de trossen niet onder
het ys, nog langs den Kant van de wallen agter eenige paaltjes en daar omtrent leggende
vaartuigen vast raken of indien zulks gebeurd, moeten zij ze ophgten en daarover heen
werpen. Deze Ysbreeker word bij open water onder eenen der afgeschoten bogen van
de hoge steene Amstel-brug bewaard, waartoe de Stad de plaats vergund, en is onder
het opzigt van drie Commissarissen gesteld, die gedurende het open water, zo aan den
Ysbreeker, als aan deszelfs gereedschappen, alle de nodige reparatien ten kosten van de
gezamentlyke Brouwers der Stad Amsteldam laten doen.
Dat een enorme krachtsinspanning nodig
was om de ijsbreker voort te trekken, moge
blijken uit het grote aantal paarden dat
op de (originele) plaat te zien is: zesen
dertig en misschien waren er nog veel
meer.
Merkwaardig zijn de beide door paarden
getrokken arren op de voorgrond: zij zijn
voorzien van een namaakdier (links een
beer, rechts een hert); nog merkwaardiger
is de landauer waarop een liggende leeuw
te zien is. De tekenaar heeft zich beijverd
alle facetten van het schaatsenrijden als
volksvermaak in beeld te brengen: er zijn
solorijders (mannen, de handen in een
mof), paren, groepen en een vrouw die
aan het oefenen is achter een stoel. Ook
de valpartijen zijn niet vergeten, evenmin
als de sleeën. Een kleine tweehonderd
personen vermaken zich, zonder zich ook
maar iets aan te trekken van de naderende
ijsbreker. Maar ja, die bewoog zich dan
ook slechts stapvoets voort de eeuw der
atoomijsbrekers was nog ver.
15