De afgelopen maanden
Ja, 't is weer achter de rug: het bockbier,
de marsepein, de kerststol en de oliebol.
We hebben het nieuwe jaar begroet en zijn
er vol goede moed aan begonnen.
Hoe vond u het bockbier dit keer? 't Was
weer goed, vonden wij. Een complimentje
voor de brouwmeester en zijn mannen.
Leuk is het zo eenmaal per jaar een heel
bijzonder biertje. We hebben er dan ook
wat bijzonders voor gedaan. We bedoelen
die machtige bok temidden van geïllumi
neerde biervaten op de spanwagen. Het was
een feestelijk gezicht en menigeen van ons
personeel zal, als hij op een avond in de
stad liep en plotseling de wagen opmerkte,
verrast hebben stilgehouden om deze rijden
de bockbier-reclame na te ogen.
Ook in Groningen is onze bockbier-reclame
opgevallen, getuige dit stukje uit het
Nieuwsblad van het Noorden:
„Misschien hebt u op de bierwagen deze
week in deze stad wel een bok zien zitten.
Dat is geen blinde passagier maar alleen
een bewijs dat er weer bockbier is. Maar
dat wist u waarschijnlijk al".
En wist u ook al dat het bockbier waar
schijnlijk al van de Germanen stamt? Do-
nar placht er soms met zijn zegewagen, ge
trokken door bokken op uit te trekken.
Als er ter ere van deze god werd gefeest
dan werden er bokken geofferd en de Ger
maanse vrouwen brouwden er een bijzon
der soort bier bijbokbier.
Einbeck is een stadje in de provincie
Hannover en daar, zo zegt de overlevering,
werd voor het eerst bockbier gebrouwen.
Het stadje werd in vroeger eeuwen ook
wel Ainpock genoemd. En volgens oude
geschriften is men in het Münchener Hof-
brauhaus reeds in de zeventiende eeuw be
gonnen met het brouwen van bier zoals dat
in Einbeck gebeurde. Het is dus aan te
nemen dat dit het oertype van het Mün
chener bockbier is geweest.
Er is ook een oud verhaal dat spreekt van
een Russische grootvorst die in het huwe
lijk zou treden met een Beierse prinses.
Daar het huwelijk door diplomaten was
voorbereid hadden de jongelui elkaar nog
nooit ontmoet. Terwijl zij op weg is naar
Rusland komt de grootvorst tot andere ge
dachten en stuurt haar terug. Maar schaam
te en verdriet knakken de gezondheid van
de jonge prinses en in Einbeck aangekomen
kan zij haar reis niet voortzetten. Zij zweeft
daar geruime tijd tussen leven en dood.
Maar haar sterke gestel en hét Einbecker
bockbier helpen haar er bovenop. Eenmaal
in München terug mist zij het voortreffe
lijke bockbier en zij smeekt haar vader, de
hertog, haar deze versterkende drank te ver
schaffen. Deze laat het bier komen, maar
omdat deze procedure hem op den duur te
kostbaar wordt, komt er een brouwmeester
uit Einbeck en voortaan wordt in München
Einbecker bockbier gebrouwen.
Bockbier is een koppig bier met meer al
cohol (6Yi%) dan de gewone bi^taorten
(5%). Er gaat niet méér hop in^Jar er
wordt ongeveer 35% meer gerstemout ge
bruikt dat tevens gecaramelliseerd is. Bock
bier is daarom niet alleen veel zwaarder,
maar is ook donkerder gekleurd -robijn
rood. Het heeft een eigen, speciaal aroma.
Bockbier wordt reeds in augustus/september
gebrouwen en de betrekkelijk kleine voor
raad is, door de grote vraag, eind januari
schoon op.
Voor de nieuwelingen in ons bedrijf is de
kennismaking met het bockbier bijzonder-
vergemakkelijkt door de verstrekking van
de pullen, zes of twaalf.
„Gunst, ik wist niet, dat hij getrouwd
was", hoorden we een meisje zeggen. Op
de vraag hoe zij dat nu zo plotseling te
weten was gekomen, antwoordde zij: „O,
hij haalde twaalf flesjes bockbier
Ja, zo gaat dat als er bockbier is.
Gefronste wenkbrauwen. Die hebben wij in
groten getale gezien de afgelopen maand.
Allemaal naar aanleiding van het-,vorige
nummer. Weet u niet, dat de ju^ J tekst
van de spreuk op het jubilerenffe raam
(zie: Mijlpalen) luidt: de dorst is soet om
'tgeen hem lesschen moet? Ja, wij wisten
het, toch stond er: de dorst is goed
Weet u niet, dat er blikken bier in plaats
van flessen in die dozen zaten? (onder
schrift pag. 22). Wij blikken en blozen om
die blikken in dozen.
Weet u niet, dat de naam is Bobby Benson
en niet Benny Benson? (pag. 20)
Wij hebben ons naar de kleerkast begeven
en het boetekleed aangetrokken. Het ont
siert u niet, zeiden de gefronste wenkbrau
wen