AB fotografeerde AB
Fotoreportage
Van de Herengracht" heet het tijdschrift voor de beambten van de Amsterdamsche Bank
N.V. en de Incasso-Bank N.V. In het december-januari-nummer wordt de uitslag bekend
gemaakt van een fotowedstrijd en de eerste prijs daarvan is gewonnen door de heer
A. te Winkel van de Amsterdamsche Bank N.V., kantoor Zwolle.
Wij zouden hieraan geen aandacht hebben besteed, ware het niet dat de heer Te Winkel
die eerste prijs had gewonnen met nevenstaande foto. De fotoprijsvraag was eigenlijk
tevens een bijschriftprijsvraag, want de beste combinatie zou bekroond worden en bij
gevolg moest de fotograaf ook nog over een vlotte pen beschikken. Dank zij de wel
willende medewerking waarvoor wij hen hierbij gaarne van harte danken van alle
betrokkenen bij de Amsterdamsche Bank, zowel te Zwolle als te Amsterdam, zijn wij in
de gelegenheid foto en bijschrift hier af te drukken.
Van deze plaats af is een gelukwens voor de heer Te Winkel zeker op zijn plaats en wij
hopen dat hij in het vervolg nog veel succes met lens en pen mag hebben.
Het was op een mooie morgen in juli van dit jaar, dat ik dit prachtige span paarden
voor een met tonnen geladen wagen op het Rembrandtsplein zag staan.
Het zonlicht speelde sprankelend over hun manen en het mooie blinkende tuig. Dit zou
een juweeltje van een foto worden en de zaak werd gauw geknipt.
Nu ik A had gezegd moest ik ook B zeggen en met de reportage beginnen.
Omdat het linker paard de bekende letters A.B. op zijn voorhoofd had hangen (kop mag
je van een paard niet zeggen want dit zou een belediging voor het dier zijn) vroeg ik:
,,OOK van de A.B. en mag ik een praatje met je maken, want ik ben op foto-reportage?"
„Nu ga gerust Uw gang, ik en mijn koppelgenoot zijn allebei van de A.B. en U bent
zeker ook bij deze letters betrokken, want Uw vraag is: OOK van de A.B.", kreeg ik
als antwoord.
„Dan hebt U het zeker ook erg druk gehad in die warme eerste week van deze maand.
Wij tenminste wel. Wij hebben, vanwege die moorddadige hitte, tonnen vol versleept."
Ik kon niet anders zeggen dan dat wij eveneens erg druk waren geweest en tonnen meer
hadden verdiend dan in het eerste halfjaar van 1956. Dit scheen echter in het geheel
geen indruk op hen te maken. Toen ik vertelde, dat tengevolge van de hitte de renners
van de Tour de France alleen nog belangstelling hadden gehad voor koud water en
niets anders meer wilden drinken, schudden zij hevig verontwaardigd hun hoofden en
stampten met de voeten op de grond.
„Bah", riepen ze alle twee tegelijk, „WATER", wie drinkt er nu WATER, zijn dat nu
kerels, daar zal zich iedere A.B.-er zeker voor schamen om zich daaraan te bezondigen,
vindt U ook niet? En dan nog te denken: Het A.B. is weer best."
Ik zei, „Pardon HET A.B., U bedoelt zeker DE A.B.", denkende aan die tonnen meer
winst over het eerste halfjaar.
„Neen meneer, het A.B. want wij spreken over Het Amstelbier van de Amstelbrouwerij."
Na deze uitleg heb ik mij gehaast hun te zeggen dat ik van de Amsterdamsche Bank was
en dat deze instelling ook weer best had geboerd, vandaar mijn opmerking „DE A.B.'
Nu daar waren ze het wel mee eens, ze gaven me echter nog een goede raad, aan alle
collega's te adviseren geen effecten te kopen doch een Amstelbiertje te drinken op het
leuke Rembrandtsplein, natuurlijk voor ieders eigen rekening.
Toen heb ik van dit prachtige span paarden node afscheid genomen met het blijde gevoel,
dat ik van deze vrienden nu een mooi plaatje had, en de overtuiging, dat dit over een
paar jaar niet meer mogelijk is, daar zij dan wel door het motorverkeer van de straat
verdrongen zullen zijn.
A. te Winkel,
Amsterdamsche Bank N.V.
Kantoor: ZWOLLE.
19