Van bierblik
tot
waterpijp
ziend, „hoezo nou kaas?"
„Ja, kaaszei ik, „kaas", en ik spelde
het nog een keer ook: „Kaa-aa-aa-es
„Ach", zeiden ze toen, „hij is niet lekker:
er zat helemaal geen kaas op. Rookvlees.
En één met koek. En het was evenveel als
anders. Kaas; jij bent niet lekker!"
Ineens slaakte ik toen die rauwe, die ver
schrikte kreet, die de buren zelfs nader
bij riep.
„Wattister?", riepen ze thuis.
Ik sprong op.
Ik greep mijn tas. Ik opende die. En keek
erin.
En zag deel III van de trilogie.
Alsmedetwee oranje broodtrommel
tjes. Twee.
Een daarvan, zo wees het onderzoek uit,
was ledig.
Het andere evenwel bleek gevuld met
boterhammen met rookvlees. En één met
koek.
„Ooooriepen ze thuis, „wat gemeen
van je! Ooo! O, wat zielig voor die me
neer. Jij ook altijd! En nou is hij ook
z'n trommeltje nog kwijt, in-zielig voor
die man! Wat ben jij toch een bruut!"
Vindingrijk is deze inwoner van Cairo in
ieder geval, want hij zit hier op de hoek
van een straat rustig een waterpijp te ro
ken, die hij heeft vervaardigd van een Am-
stel-bierblikje. Er is een taps deksel op ge
soldeerd, met aan de zijkant een tuitje
waarin het pijproer is gestoken. Bovenin
is een opening voor een schoorsteentje dat
tot in het water, dat in het blikje zit, door
loopt. Het schoorsteentje wordt bekroond
door een aarden trechter, waarin de tabak
brandt.
Onze vertegenwoordiger in Cairo bracht bij
een recent bezoek aan ons hoofdkantoor bij
gaande foto mee en ook de waterpijp, zodat
wij ons van de constructie hebben kunnen
overtuigen. Om ook onze lezers een in
zicht te geven gaat een detailfoto hierbij.
18