- ■-»» WÊÊÊ^M Lunch in blik A. Roekoe 3£Sb*5 -.:* Ik kan hier ronduit verklaren, dat ik er eerst maar lelijk van schrok. Ze hadden me thuis, zoals elke dag, mijn brood meegegeven in een oranje brood trommeltje en dat had ik in mijn tas ge pakt naast deel III van een trilogie van een meer nijver dan groot auteur. En nu zat ik hier in de wachtkamer van het Hoofdstation met tegenover me een weerloos, bleekachtig man met een vochtig voorhoofd en voor mij stond het oranje broodtrommeltje. Het boek lag ernaast, opengeslagen op bladzijde 418 en ik las er uit, meer uit plichtbesef dan uit belangstelling; het was iets als een soort huwelijkstrouw. Ik was al zolang aan die auteur gebonden: zeker 1200 pagina's. En terwijl ik nu zo las, bemerkte ik ineens dat deze blekerd uit mijn trommeltje at. Daar schrok ik heel, heel lelijk van. Men zou het de man zo, op het eerste gezicht niet aangezien hebben. Voordat ik mijn boek opensloeg had ik hem enige tijd gadegeslagen en waargenomen dat hij een ritmische snuif over zich had waarbij hij telkens twee grote voortanden ontbloot te en dan veel op een konijn geleek. Ik had geen ogenblik van een dergelijke schuwe persoon verwacht, dat hij zich in eens meester zou gaan maken van de in houd van mijn oranje trommeltje en de stukken brood, die ik al in de mond had, bleven daar, onafgekauwd op de droge tong liggen. Ik ademde geruime tijd nauwelijks meer. Het bloed drong mij geheel in grote gol ven naar de hersenen, om daarna bijkans hoorbaar, weg te zakken tot in mijn buik en dieper. Ik zat daar als verlamd, zoals men dat zo dikwijls kan lezen. Wat moest ik doen? Had deze man honger? Nee, dat was dui delijk: hij was voos, maar welgevuld. Was het een soort kleptomaan? Moest ik hem nu iets toeroepen Moest ik hem hatelijk vragen of het smaakte? Moest ik Ik wist het niet; de minuten verstreken terwijl hij at. De wereld was veranderd: de kelner liep met ongerichte haast tussen de tafels door en de treinen sisten anders dan eerst. Terwijl ik deed alsof ik gewoon verder las, stak ik zwijgend mijn hand uit, om tenminste een gebaar te maken. Als een soort demonstratie. GEPENSIONNEERD ARCHIVARIS Herkent u hem nog? Het is de heer W. G. Harmse, die jarenlang archivaris van de brouwerij is geweest. Hij is nu gepensionneerdmaar ondanks zijn acht enzestig jaar een van de gevierdste vier daagse wandelaars. Deze foto werd ge durende de bekende wandelmars gemaakt. In verband met de wandelconditie drinkt de heer Harmse nu koffie, maar hij ver zekerde ons: anders drink ik maar wat graag een Amstel pilsje". 16

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1957 | | pagina 17