Dankwoord van de Jubilaris
v.l.n.r. de heren C. M. van Heusden, A. G. Tournier, Mr. P. A. W. M. Verbeek
mevrouw en de heer Koopmans
woensdag 1 mei 1957 het 25-jarig jubi
leum mochten vieren van de heer E. Koop-
mans.
Dat van de traditionele jubileumviering op
zaterdagmiddag in dit geval werd afge
weken, vond zijn oorzaak in het feit dat
de heer W. Ch. de Groot zich zaterdag
naar Luxemburg zou begeven (waar hij
de bergen nog altijd vrij steil vindt), ter
wijl de 4de mei, dag van dodenherdenking,
niet in overeenstemming leek met het bij
uitstek feestelijk karakter van dit jubileum.
Wanneer wij in Rotterdam een jubileum
vieren, worden onder het waakzaam oog
van mevrouw van den Bogert, echtgenote
van de tegenwoordige werkmeester Henk
van den Bogert, op verschillende plaatsen
palmen uitgezet, te beginnen op het trap
portaal, voor het geval de jubilaris de
weg niet zou kunnen vinden, en verder
in de koffiekamer op de eerste verdieping
die voor deze gelegenheden keurig wordt
aangekleed en overigens opvalt door enige
liefdevol onderhouden aquaria, waarboven
„Miss Holland" wat zonderling afsteekt.
Onder de aanwezigen merkten wij in de
eerste plaats op Meester Hengsteman (die
weliswaar geen Meester in de Rechten is,
doch veel meer weet), voorts de Directie
van het Filiaal en ieder die zich voor
het jubileum vrij had kunnen maken. Het
was wel uitkijken en je gezicht in de plooi
houden want in de menigte had zich
tevens verdekt opgesteld de welbekende
amateur smalfilmer A. J. van Gijzen Jr.,
hoofd van de contracten-afdeling van het
Filiaal, die iedere nuance op de gevoelige
plaat vastlegde.
De traditie wil, dat de jubilaris op de
grote dag „snippert" en met de directie
auto, tesamen met zijn echtgenote thuis
wordt afgehaald. Zo ook woensdag 1 mei.
Als eerste om de jubilaris te huldigen
nam de heer de Groot het woord, die in
zijn toespraak als steeds de juiste
harmonie tussen conventie en hartelijkheid
wist te vinden. Gemakkelijk was het om
prijzende woorden te spreken over deze
jubilaris. De heer Koopmans namelijk,
verricht niet alleen zijn werk als admini
strateur van de geleende gelden en als
correspondent op uitstekende wijze, maar