door
Amstelfeest in Rotterdam Mr p A w M- Vetbeek
U denkt natuurlijk dat er in Rotterdam alleen harde, nuchtere zakenmensen wonen.
Mensen, die overdag grimmig worstelen met cijfers, facturen en contracten, die om half
zes beslist nog niet naar huis willen en 's nachts gillend wakker worden omdat de
maandstaten voor Amsterdam nog niet klaar zijn.
U denkt natuurlijk dat iemand die in Rotterdam naar een betrekking solliciteert,
ontvangen wordt door zo'n angstaanjagende, gebrilde heer die met zijn doorborende
oogopslag dwars door je ziel kijkt en kennelijk niet van grapjes maar van opschieten
houdt.
Op 3 april 1932 bevond zich op het
Filiaal van de Amstelbrouwerij onder de
aanwezigen die het 25-jarig huwelijksfeest
van de werkmeester Hengsteman vierden,
een piepjong ventje, Appie Koopmans,
aanstaand schoonzoon van meester Heng
steman. Toen de feestvreugde haar hoogte
punt naderde werd de heer Koopmans
aangenomen als employé van het Filiaal
Rotterdam, waar hij op 1 mei 1932 in
dienst trad. Omhelsd werd hij bij deze
gelegenheid door zijn verloofde (vermoet
delijk niet voor het eerst) en door zijn
schoonmoeder.
Sedert deze gedenkwaardige dag is er heel
wat water door de Maas gestroomd. Zelfs
de Duitsers hebben deze stroom niet tegen
kunnen houden. En zo komt het dat wij op
Namens de inspecteurs spreekt v.l.n.r. de heer C. M. van Heusden, mevrouw en
de heer Koopmans en de heer J. A. H. Hengsteman
5