cdacüe
a
8
z
ti
bo
fl
O
tf)
■M
O
Brieven aan de
Onze fout
J2 E
<u 10
-p
a3
tn
E
O
a; T~
(D
~D
"D
<U
.-p
O
in 4J
ïi 2
E
Hoopvol waren onze verwachtingen bij het
vernemen dat er een nieuw personeelsor
gaan zou gaan verschijnen.
Een van die verwachtingen was dat er nu
gelegenheid zou komen om van het over
leg tussen Directie en werknemers, zoals
dit o.a. tot uiting komt in de nieuwe
Ondernemingsraad, verslagen te kunnen
geven. En nu moet ik toch eerlijk beken
nen dat wij in dit opzicht wel erg teleur
gesteld zijn.
Weliswaar geeft U in het tweede nummer
een verslag van de installatievergadering,
maar ons inziens is de volledigheid en
daarom ook de objectiviteit daarin vol
ledig zoekgeraakt.
Als de Ondernemingsraad een levend insti
tuut in het bedrijf moet worden is het
noodzakelijk dat ook de mening van de
werknemers daarin naar voren gebracht
vermeld kunnen worden. Dit laatste te
meer om de werknemers een indruk te
geven in welk een sfeer het overleg plaats
heeft.
Ook hadden wij gaarne gezien dat U, ter
informatie aan het personeel, de samen
stelling van de OR nog eens vermeld had.
Ook de samenstelling van de Redactieraad
van het Spongat hebben wij gemist.
Gaarne zouden wij zien dat U dit in het
volgende nummer alsnog doet.
Als ik in deze brief over wij en ons heb
geschreven bedoel ik hiermede het fabrieks-
personeel en verder, mijnheer de redacteur,
bedenk wel, dat het onze vrienden zijn die
ons confronteren met onze fouten.
C.V.
Ja. Daar zitten wij dan met ons goede
gedrag en weten niet precies wat wij moe
ten antwoorden of, wij weten het wel,
maar het is allemaal zo moeilijk. In de
eerste plaats is de redactie een soort hjjHer
tussen Directie en personeel. VerlkT^U
niet uit het oog waarde vriend Vaar het
voor een Directie vaak bijzonder moeilijk
is om een lijn te trekken tussen artikelen
die wél, en artikelen die niét gepubliceerd
mogen worden. Als redacteur kun je dan
nóg zulke logische argumenten naar voren
brengen, maar vaak is de structuur van de
een of andere gebeurtenis zó gecompli
ceerd, dat ik mij graag aansluit bij de
mening van onze Directie, omdat ik zéker
weet dat zij niet voor niets een feit minder
geschikt acht om te publiceren in ons
Spongat.
Anderzijds is het menselijk en daarom be
grijpelijk) dat er kleine moeilijkheden kun
nen ontstaan waardoor een artikel niet
wordt gepubliceerd, zonder dat daarbij
iemand precies weet waarom. De een
spreekt daarbij de ander tegen met ver
schillende argumenten. In zo'n geval is
het voor mij ook moeilijk om lijnrecht
tegen de draad van mijn Directie in te
gaan; als contact man tussen Directie en
werknemer heb ik juist de verplichting op
mij genomen om vooral geen foutjg^te
maken die kunnen ontaarden in ve Je
voorlichting, en wacht ik liever een 'vol
gend nummer af om daarin mijn mening
kenbaar te maken.
Zo ook met de installatie van de OR. De
Directie achtte de tijd nog niet rijp om
direct na de installatie van de OR haar
toekomst te gaan omschrijven. Ik vond dat
een redelijk argument; het is nu eenmaal
fout om de goden vroegtijdig te verzoe
ken en al bij voorbaat te gaan schrijven
over iets dat nog komen moet. Hoe logisch
dit argument was blijkt wel uit het feit