e Haar taak De directietafel voelde men toen, dat slechts in gezamenlijk aanpakken van een ruineuse toestand iets degelijks gemaakt kon worden. Hieruit zijn op de Amstel Brouwerij een fabriekskern en vertrouwenscommissie ontstaan om respec tievelijk het fabrieks- en het beambtenper- soneel te vertegenwoordigen." „Wij hebben", zei de heer Six: „in al die jaren met de fabriekskern en de vertrou wenscommissie hartelijk en vruchtbaar samengewerkt. Men zou het zo kunnen schetsen, dat het op dit gebied een tijd van pionieren was een beetje primitief mis schien maar met de charme van het be gin tijdperk; het zelf ontginnen van een braakliggend gebied. Ik zal daar steeds met plezier aan terugdenken. „Wat is nu de taak van de Ondernemings raad volgens de Wet? Tot mijn verbazing", aldus de heer Six; „lees ik, net als in de Statuten van de vertrouwenscommissie, een vage formule in artikel 6, eerste lid: „De ondernemingsraad heeft tot taak, zulks on der erkenning van de zelfstandige functie van de ondernemer, naar vermogen bij te dragen tot een zo goed mogelijk function- neren der onderneming. „Mijn verbazing stijgt, wanneer ik zie, dat in het tweede lid van artikel 6 een concrete taakomschrijving is gegeven, precies als in de Statuten van de vertrouwenscommissie. Ik weet niet wie hier plagiaat heeft gepleegd, maar wij zijn het zeker niet geweest. De gevolgtrekking lijkt echter niet te gewaagd dat in de wet is belichaamd een algemeen gevoelde be hoefte." Na deze inleiding, die aan duidelijkheid niets te wensen overliet, verklaarde de di recteur van de Brouwerij de Ondernemings raad (als) geïnstalleerd en nam de voor zitter van deze raad (opnieuw) het woord. Hij gaf daarbij onmiddellijk uiting aan de wijze, waarop hij zijn taak als voorzitter denkt op te vatten door een uiteenzetting te geven van het hoe en waarom van de 7V2 miljoen grote obligatielening welker emissie zo'n groot succes is geweest. Dit spontane gebaar, vooral omdat het ge beurde in tegenwoordigheid van de ver schillende vakbonds-bestuurders, viel zó danig in goede aarde, dat de toast met Bockbier, die de heer Six daarop voorstelde, niet anders dan de logische bevestiging van de goede stemming was. Daarna gaf hij in zijn functie als voorzitter van de raad, ach tereenvolgens het woord aan de heren W. Liefaard en J. Nooij. De beide heren wezen nogmaals op het be lang van een Ondernemingsraad door de woorden van de heer Six te onderstrepen en er de nadruk op te leggen, dat zij (die raad) een samenwerking moet symboliseren en realiseren tussen de leiding van een be drijf en haar werknemers; dat deze samen werking nóch het uitsluitend belang van de een, nóch van de ander behoort te dienen, maar uiteindelijk het belang waarbij zij bei den bij betrokken zijn; het bedrijfsbelang. Na deze woorden en een tweede glas voor treffelijk Bockbier, werd de bijeenkomst, na een hartelijk applaus aan de heren sprekers, gesloten. Hartelijke samenwerking

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1957 | | pagina 7