Rollades en inkopen door Mies Bouman Kreunend met Ja hoor dames, om U zo maar 's te noemen't is weer bijna zo ver. U kunt er niet langs, U moet eraan geloven. Waarmee ik maar wil zeggen dat de tijd weer aanbreekt van Kerstmis, en Oud- en Nieuwjaar. Een dezer dagen zullen we daarom onze jaarlijkse gang naar de Hema maken om 12 kaarten voor een gulden in te slaatt waarop denne- bomen met nepsneeuw in decemberzoetekleuren prijken. Dat dozijn is dan bestemd voor ooms en tantes die we nooit zien maar aan wie we toch wel iets moeten doen: anders wordt er zo geroddeld. We overdrijven het echter ook weer niet en houden het simpel met slechts „z.k. Corrie en Jan" op de achterkant. Anders loopt het toch nog op. En door het dolle heen nemen we er meteen nog maar vijf duurdere bij met een zelfde afbeelding weliswaar maar dan in zwart-wit en een wens binnenin, compleet met bij behorende envelop en een kwartje het stuk. Die worden dan respectievelijk gestuurd naar onze schoonouders, de baas van onze echtgenoot en dat ene stel dure vrienden. Ja 't is jammer, net zoals vorig jaar dachten we dat we in de laatste categorie beter voorzien waren maar ala, de resterende twee bergen we bij de restanten van vroeger jaren. Op die manier krijgen we een aardige collectie kerstkaarten en kunnen we ongewild pochen op een hobby. Vervolgens duiken we 's avonds niet meer met onze neus in Courts Mahler maar in „Ik kan koken" om gerechten met niet te vertalen franse namen te bestuderen. Waar- na we bij de kruidenier op de pof de wild ste blikjes inslaan, de groenteman aan krui den leegplunderen, de slager een rollade of de poelier een kip afzetten en onze provi siekast vol eieren bergen als hadden we een privé hoenderpark. Dat is dan een deel van de voorbereidingen, maar wacht even, we zijn er nog niet, oh nee, nog lang niet. 'n Dag voordat de werkster komt, boenen we het hele huis schoon omdat we ons anders zo voor haar en de rommel generen, we gaan naar de kapper en lopen de dagen die ons nog van het feest scheiden met onuitgekamde krullen en golven, we laten tijdens die lijdensbehandeling onze nagels ook maar meteen manicuren want vooruit, 't is toch duur, en we kopen tenslotte onze jaarlijkse nieuwe hoed voor het feestelijke ommetje. Dan begint bedevaartgang No. 2 langsde banketbakker voor kerstkransjes en kransen, de bloemist voor kerststukjes en stukken en de bakker voor kerstbroodjes en brood. Wanneer we kreunend met al die kerstige versigheid thuiskomen zijn we zelf tien jaar ouder. En natuurlijk; ook dit jaar zal het weer allemaal teveel blijken te zijn: de ham begint vroegtijdig te stinken, de peterselie hangt als een verlept bloempark op de aanrecht, de geschrabte aardappelen van wegen die manicuurbeurt verbruinen zienderogen en het brood is nog wel kerst maar niet vers meer. Maan enfin, het feest staat voor de deur dus geen gepieker en gezeur. 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1957 | | pagina 21