G/root b randaiarmc 8 AMSTEL-ECHO Een brand zoo fel en uitgebreid als men hier in jaren niet heeft gezien, woedde in den afgeloopen nacht in de Beiersch Bierbrouwerij „De Amstel" aan de Mauritskade. Ver in de stad was reeds de fel roode gloed zichtbaar, die lokte drommen kijk- lustigen, zich voornamelijk verzamelend aan de zuidzijde van de fabriek, waar een open terrein achter het Oosterpark een prachtige gelegenheid bood om het huiveringwekkend tooneel gade te slaan. Men zag daar recht de vuurzee in. Door de staalblauwglanzende ruiten dwarrelden grillig de rosse tongen, nu eens verduisterd door zwart en rood, dan weer vurig doorgloeiend het donker gordijn dat als weggeschoven werd door onzicht bare handen. Dan stegen de tongen verder, om krulden de dakspanten en laaiden breed uit in de lucht, rood kleurend de wolkenhemel zoover het oog reikte. Om de vlammen, uit de vlammen spron gen vonken, grillige gouden sterren, huppelend omlaag, dartelend wijd uit in dolle, duivelsche vreugde. Maar mooier, phantastischer, was het gezicht aan de voorzijde. Daar zweefden, sterk afstekend tegen den roodvlammenden achtergrond, donkere grijze spookgestalten, rustig bewegend, nu links, dan rechts de handen uitspreidend een zilverglanzen- den straal, die, waar hij den vuurgloed trof, zich ten deele oploste in dwarrelende witte wolkjes. Huiverachtig lichtte het vuur in de diepe water plassen beneden, fel kleurde de gloed de tegen overstaande huizen, hel als werden ze door de Julizon beschenen. Daartusschen dansten de scha duwen huiveringwekkend, ze werden zwarter, waar het schijnsel niet kon komen, beeldden er holen vol geheimzinnige duisternis. Daarvoor een schelle lichtplek, waarover een donkere figuur ijlde, even lichtte een koperglans op en dan ver dween de figuur in het ondoordringbaar hol. 't Was huiveringwekkend mooi, aangrijpend door ijselijkheid meer dan door grootschheid. Later, toen de gehele mouterij brandde, ging het afschrikwekkende weg, kreeg het machtige de overhand; een vlammenzee van wellicht 75 meter lengte golfde achter de ruiten, sloeg boven het dak uit, wijd in de ronde alles verlichtend Het uitbreken van den brand De brand is zeer onverwacht uitgebarsten in de mouterij, een lang gebouw, dat bijna de gehele lengte van het terrein beslaat. Om 10 minuten over half twaalf, was de directeur der brouwerij, de heer Wester, nog op het terrein geweest om zijn rijwiel te bergen, er was niets verdachts te be speuren en hij begaf zich gerust naar zijn woning. Om kwart voor twaalven, vijf minuten later, werd de brand ontdekt door twee werklieden, twee „stoppers die onmiddellijk alarm maakten en al vast met twee slangen op de waterleiding de eerste pogingen tot blussching aanwendden. Spoedig was de brandweer ter plaatse, doch het vuur had in middels zulk een omvang gekregen dat aan blus- schen schier niet viel te denken. Het was toen reeds duidelijk, dat de geheele mou terij verloren was. Toch werd de strijd aangebon den met een groot deel van het materiaal der brandweer, terwijl onmiddellijk krachtige maat- i regelen werden genomen om de belendende per- ceelen te behouden en het vuur tot de mouterij te beperken. In den moutkelder sliepen een twaalftal mouters, die daar de talrijke muggen in hun slaapkamers waren ontvlucht. Zij werden gedeeltelijk door kameraden, gedeeltelijk door het rumoer van in stortende zolderingen gewekt. Gelukkig woedde het vuur nog niet boven hun geïmproviseerde slaapgelegenheid, zoodat zij zij het dan ook slechts in hoog noodige kleedingstukken, zich bij tijds konden bergen. Slechts twee honden kwamen om. Een der mouters had nog de tegenwoordig heid van geest de branddeuren te sluiten om zoo veel mogelijk de uitbreiding van den brand tegen te gaan. In de ochtend van de 26e Juli woedde de

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1952 | | pagina 8