^biit /i 1 4 AMSTEL-ECHO Dat een bedrijf als de Amstel Brouwerij N.V. niet in één dag uit de grond is verrezen is begrij pelijk en dat het bedrijf met zijn omvangrijke ge bouwencomplex langzaam is geworden tot wat het nu is ligt voor de hand. Voor zover mogelijk zullen wij de ontwikkeling van onze brouwerij volgen voor wat betreft haar gebouwen, kelders enz. U ziet het: de uitbouw gaat gestaag door! Ik verwed er wat om, dat nu U dit hebt gelezen. U uw blik wat langer op beide tegel-schilderijen zult laten rusten, wanneer U bij gelegenheid eens in de buurt van de Directiekamer komt. Inderdaad, beide schilderijen zijn niet alleen artistiek uitge voerd, zij getuigen ook van de goede smaak van de „oude garde". Koude, een oud middel en een nieuwe techniek De vooruitgang, die de koeltechniek in de laatste veertig jaar te zien heeft gegeven, heeft wel een grondige wijziging in onze levensgewoonten ge bracht. Veertig jaar geleden bestonden nog niet die geperfectionneerde koelapparaten en frigidaires zoals we die thans in onze levensmiddelenbedrijven en onze keukens kennen. En toch was het reeds in de oudheid bekend, dat we op de een of andere wijze onze levensmiddelen koel moesten houden, wilden we ze niet zien bederven, waardoor ontzag lijke schade voorkomen werd. Reeds de oude Ro meinen verduurzaamden levensmiddelen met sneeuw en natuurijs en zelfs de tegenstand van zedemeesters als Seneca, die hierin fatale weelde zagen, kon het gebruik niet doen verdwijnen; gloeiende débatten konden het zedenbedervende maar vlees conserverende ijs niet doen smelten en de ijskelders in oude kastelen bewijzen, dat het koelen door de eeuwen heen gebruik is gebleven. Dat ook de bierbrouwerijen in die tijden en ook later voor het koelen van haar bieren gebruik maak ten van natuurijs is bekend. Hirover schreef de heer A. Miedema in zijn artikel ,,De opkomst van het grote Brouwerijbedrijf in Nederland" reeds het een en ander in ons nummer van Augustus 1949, doch zonder op de finesses van het winnen van het natuurijs in te gaan. Ik nodig U dan ook uit kennis te nemen van hetgeen hieromtrent ge schreven staat in het HET NIEUWS VAN DEN DAG van 3 Augustus 1888 Ten kantore der firma De Pesters, Kooy Co., alhier, is aanbesteed, onder beheer van de architect G. B. Salm, het maken van eenige kelderwerken op het terrein der „Amstel Brouwerij". Van de 27 inschrijvingen was de minste die van P. E. Warner alhier voor ƒ21.620, ALGEMEEN HANDELSBLAD van 12 Juli 1892 Door den architect G. B. Salm is aanbesteed het maken van een keldergebouw in verband met de bestaande gebouwen der Beiersch Bierbrouwerij ,,De Amstel". Ingekomen 11 biljetten. Minste inschrijvers waren de heeren D. Verbeek 6 Zn. voor 56.982,— of 57.807,— ALGEMEEN HANDELSBLAD van 1 Januari 1896 „DE AMSTEL" jubileerde! Dezen zomer vierde de Beiersch Bierbrouwerij „De Amstel" haar 25-jarig bestaan. Het personeel dat ruim bedacht werd. heeft den patroons thans een tegengeschenk aangeboden, be staande in een tweetal schilderijen van Delftsche tegels, ver vaardigd aan de bekende fabriek der heeren 't Hooft en Labouchere. De eene schilderij stelt voor de Amstelbrouwerij in 1870, de andere zooals ze thans is (1895). Vooral het eerst bedoelde schilderij, waarop de Oude Buitensingel met zijn prachtige boomen voorkomt, moet, naar men ons mededeelt, zeer artis tiek zijn uitgevoerd. ALGEMEEN HANDELSBLAD van 10 Januari 1901 VAN HET IJSSCHEPPEN Elke stad, elk dorp, heeft met zijn eigenaardigheden, die soms een deel van zijn reputatie, zijn bijzonderheden, die den trots van de inwoners vormen. Zoo is een pur-sang Amsterdammer, hij die met zoo n ge noegen van iederen niet-Amsterdammer kan zeggen: „Dat is een provinciaal", trotsch op het IJ en den Amstel. En niemand zal dit gevoel onrechtmatig noemen. Maar toch zal een Amsterdammer vreemd opkijken als hij dezer dagen den Amstel beziet. Ga, om een punt van uitgang te hebben, staan op de Hoogesluis, met den rug naar het oude stadsgedeelte. Rechts en links, Amsteldijk en Weesperzijde, rechte kaden met hooge sluizen. Klein beweegt zich de tram op de breede straten. In de verte priemen nijdig de kleine torentjes van het Nieuweramstelsche gemeentehuis de lucht in, en nog verder staat plomp, log en zwaar de watertoren. In het water de schuitenhuizen en sociëteiten der roeiver- eenigingen en middenin, in het verschiet, de zwemschool. De stoompont vaart langzaam, zwaar over, de jollemannen roeien vlug en vast van wal naar wal. Zóó ziet de Amstel er altijd uit. Nu eens mooi van kleur en teekening, door lucht- en lichteffecten, dan gewoon door een alles omgevende somberheid. En hèt vreemde moet dan ook nog komen. Waar de Amstel normaal, dat wil zeggen, als de rivier be vaarbaar is en er geen ijs ligt, vrij druk bevaren is, er leven digheid en drukte heerscht, daar zou men verwachten, na zulk een strenge vorst, als wij de laatste dagen hadden, dat nu de roezemoes minder is. Een breede ijsvlakte met in het midden een geul, gestooten door een nijdige kiel van een nog nijdiger schip. Zoo'n schip, dat je schaatsenrijdershart pijn kan doen, wer kelijk pijn, zoo'n schip dat met het breken van het ijs, breekt je hart, springen doet de harmonische snaren van je gemoed, zoodat je ontstemd en valsch wordt. Maar hierover was het niet, dat we spreken wilden. In de geul drijven lodderig stukjes ijs. Vliezen die meegolven met het water binden de massa. Zóó zou men zich den Amstel voorstellen. En nu komt het vreemde. De geul in het midden is er, vanaf de Hoogesluis, tot aan dé... IJsbreker. Verder is de Amstel één groote geul, met kleine stukjes drijfijs en groote ijsschollen.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1952 | | pagina 4