2
AMSTEL-ECHO
UIT DE HISTORIE.
In ons Kerstnummer begon ik met een mededelin
genrubriek, die betrekking heeft op de oprichting
en bouw van onze brouwerij. Deze mededelingen
krantenberichten uit de vorige eeuw, ontdekte
ik bij het snuffelen naar bepaalde gegevens op het
Amsterdamse Gemeente Archief. Welnu, deze me
dedelingen blijken belangrijk genoeg te zijn om
het snuffelen er naar voort te zetten. Ik nodig U
hierbij dan ook uit met mij Uw neus te willen ste
ken in de duf ruikende kranten, die we nu voor U
zullen opslaan.
ALGEMEEN HANDELSBLAD van 23 January 1881
Laatst. Donderdag is bij onderhandsche aanbesteding uitbe
steed, door de heeren Pesters Kooy 6 Co., het bouwen van
legkelders en toebehooren aan de Beiersch Bierbrouwerij „de
Amstel" alhier, onder directie van den architect G. B. Sahn.
Laagste inschrijvers de heeren Timmer en Furstner, voor de
som van 109.091, wien het werk is gegund.
HET NIEUWS VAN DEN DAG van 26 February 1883
Zaterdag is door den heeren Pesters Kooy Co., van de
bierbrouwerij De Amstel, onder beheer van den architect G.
B. Salm aanbesteed het bouwen van een kantoorgebouw met
woning, een eestgebouw en verdere werken, in verband met
de bestaande gebouwen van de Beiersch-Bierbrouwerij De
Amstel aldaar. Ingekomen 13 inschrijvingsbiljetten: minste in
schrijver de heer F. Hulsbos, uit Bennebroek. voor de som
van 56.230, hoogste inschrijvers de heeren Cerlijn en De
Haan voor 76.300.
ALGEMEEN HANDELSBLAD van 23 April 1885
NEDERLANDSCHE NIJVERHEID.
„Eén Beiersch!"
Hoe weinigen, die zich, na deze geijkte bestelling, dagelijks
met een teug verkwikkelijk bier laven, geven zich rekenschap
van de moeite en zorg, waarmede dit schijnbaar zoo een
voudig brouwsel wordt verkregen! Het gaat er meê als met
stoom en electriciteit, men beslaat ze geregeld in zijn
dienst zonder er zich verder heel veel om te bekommeren.
Toch dwingt eenig nadenken onwillekeurig tot ontzag voor
beide: en zoo kan het ook niet anders of de bierdrinker moet
met meer waardeering zijn vloeibaar brood nuttigen, naar
mate hij beter met de bereiding bekend is.
Wij willen trachten hem een weinig in de geheimen der kunst
in te wijden, niet om van elk bierdrinker een brouwer te
maken, maar een vereerder van den brouwmeester, die bij
onze Oostelijke naburen te recht als een gewichtig man
wordt aangemerkt. In Duitschland trouwens wordt het bier-
drinken als 't ware van hoogerhand aangemoedigd door het
machtig voorbeeld van prins Von Bismarck, een benijdens
waardig bondgenoot voor alle afschaffingsvereenigingen.
Duitschland heeft dan ook zijn hartstochtelijke bierapostelen,
biergelegenheden en biergeleerden. Zij zouden, zoo het der
bierzaak als volksdrank dienen kon« met plezier op geschied
kundige gronden bewijzen, dat de hardnekkige strijd tusschen
het overheerschende Romeinsche rijk en het vrijheidlievende
Germanje eingenlijk niets anders is geweest dan een bier
opstandje, waarbij de vorstelijke brouwer Klaas Burgerhart,
door Tacitus ten onrechte Claudius Civilis genoemd, de voor
treffelijkheid der Duitsche hop tegenover den bedwelmenden
invloed der Romeinsche druif verdedigd heeft.
Zoo hartstochtelijk wordt het goed recht van het bier bij
ons te lande nog niet betoogd. Doch ook hier heeft het bier
eene geschiedenis en op een eervol verleden te wijzen. Menige
vaderlandsche stad genoot in vroegere eeuwen groote ver
maardheid om haar beproefd brouwsel. Wij zullen daarover
thans niet in bijzonderheden treden, maar er als een ver
blijdend teeken op wijzen dat de vaderlandsche biernijverheid
in de laatste jaren weêr eene hoogere vlucht heeft genomen.
Behalve de Hollandsch-bierbrouwerijen, telt bijv. de stad
onzer inwoning een drietal inrichtingen op Duitsche leest
geschoeid, namelijk de K o n i n k lij k Nederlandsche
Beiersch-bierbrouwerij aan de Weesperzijde, de
fraaie brouwerij van HeinekenendeBeiersch-Bier-
b r o u w e r ij „de Amstel" aan de Mauritskade, waar wij,
naar aanleiding der laatste vergrooting, naar het ontwerp
van den architect Salm, eens een kijkje hebben genomen.
De brouwerij „de Amstel", in 1870 gesticht door de heeren
W. E. Uhlenbroek (sedert overleden), jhr. C. A. D e
Pesters enj. H. VanMarwijkKooy, beslaat thans
eene oppervlakte van bijna twee bunder. Zij is geheel naar
de beste Duitsche voorbeelden ingericht, en naast de Hol
landers, vinden er dan ook voor bijzondere diensten een
aantal Duitsche werklieden arbeid. Aanvankelijk genomen
proeven, om al het werk door Hollanders te doen verrichten,
zijn niet naar wensch geslaagd.
De indrukken, welke de bezoeker ontvangt, zijn inderdaad
verrassend. Alles getuigt van eene eerste-klasse inrichting.
Om eens iets te noemen wijzen wij op de zestien lange kel
ders, waar reusachtige vaten, die elk vierduizend kan bier
bevatten, liggen opgestapeld: op de ijskelders, die vier
millioen K.G. ijs kunnen bevatten en niettemin nog een mach
tige koelmachine noodig maken, die onafgebroken eene ver
bazende hoeveelheid koude lucht boven de brouwsels ont
wikkelt; op de omvangrijke eestkamers, waar de mout
door werktuigelijk bewogen scheppers ter bekwamer tijd
telkens wordt omgezet; op de groote machine, die het
duinwater in regelmatig gevormde ijskegels herschept; op
de ontzagwekkende kookketels en zooveel meer, waarvan we
straks, bij de bespreking van het bereidingsproces, de be-
teekenis zullen leeren kennen. Men vindt er daarenboven
gelegenheid kennis te maken met de vernuftig uitgedachte
inrichting van den beroemden Pasteur, om het bier, voor
gene zijde der keerkringen bestemd, vooraf tegen den invloed
van het warme klimaat bestand te maken; terwijl de paarden
liefhebbers er tevens een twaalftal volbloed Engelsche ras
paarden kan bewonderen, die in hun forsch gareeltuig dan
ook gedurig bij hunne spandiensten door de stad de aandacht
trekken. Een belangrijk schouwspel levert nog het inwendig
bepekken der vaten op, waartoe zich aanvankelijk een woe
dende vuurzee en ten slotte een ware wolkkolom van rook
ontwikkelt. Kortom, iemand, die nimmer dergelijke inrichting
bezocht, kan zich moeielijk voorstellen wat er alzoo aan
vast is.
De grondstoffen voor het brouwsel zijn de gerst en de hop.
De gerst, die hier in de brouwerij verwerkt wordt, komt uit
Duitschland en Oostenrijk, de hop uit Beieren en Bohemen.
Wanneer de gerst in de brouwerij komt, wordt zij eerst in
het .zoogenaamde mout (gekiemde, geëeste gerst) omgezet.
Zij wordt door eene machine gezuiverd, ontdaan van alle stof
en van de door de dorschmachine gebroken korrels. Ver
volgens weekt zij eenigen tijd in ijzeren bakken met water,
om haar het noodige vegetatiewater te doen opnemen. Wan
neer dit geschied is, zooals uit een bepaalde proef blijkt, komt
zij op een der ruime, van versche lucht voorziene moutvloe-
ren, die te zamen een oppervlak van 1200" vierk. M. innemen,
om aldaar langzaam het kiemingsprocès te beginnen.
Dit proces duurt acht of tien dagen; de gerst ligt gedurende
dien tijd op den vloer uitgespreid en wordt af en toe met een
houten schopomgewerkt. Dan komt de gekiemde gerst op
de eest om eerst gedroogd te worden en daarna eenigszins
geroosterd (geëest), om hier den eigenlijken geur of het aroma
te verkrijgen, dat naar gelang der mindere of meerdere heer-
schende eindtemperatuur op de eest een verschillend karak
ter aan het mout geeft, geheel kenschetsend voor de later
daarvan te brouwen biersoorten, als Pilsner, Wiener, Dort-
munder, Beiersch (meer bepaaldelijk Münchener bier). Bij
deze eesting geraken tevens de kiemen steeds losser van den
eigenlijken korrel en worden, na de geëindigde eesting. door
eene machine geheel daarvan verwijderd.
Het aldus verkregen mout wordt gewogen en daarna eenigen
tijd op eene voor hare werking geëigende plaats bewaard,