AMSTEL-ECHO
5
kleed, als er de helft van de waarde voor zou zijn
gegeven, een gezin vijf jaar lang onbekommerd had
kunnen leven. Achter hem zag ik nog twee mannen
de een was zeer bleek en de ander zeer donker.
Het waren geen bedienden maar, evenals de Egyp
tenaar, lieden van hoge afkomst, die door hun ver
schijning ontzag inboezemden. De Egyptenaar be
gon zonder omwegen: ,,U staat bekend als Jocha-
naan, handelaar in reukwerken." Ik zei: ,,Tot uw
dienst, edele heer, hoe weet U dat?"
„Dat is van geen belang," antwoordde hij. „Wij
wensen enig reukwerk te kopen."
„Het zal mij een genoegen zijn U van dienst te
kunnen zijn," zei ik. „Als U even geduld hebt,
zal ik de heren iets zeldzaams laten zien. Voor een
lage prijs kunt UOm kort te gaan, ze koch
ten een kistje met de fijnste myrrhe, een kistje met
de zuiverste wierook en een antieke pot, gevuld met
kassi. Let wel, zonder ook maar iets op de prijs af
te dingen en ze betaalden met goede, Romeinse
gouden munten. Toen wendden zij zich om om te
vertrekken.
„Maar voor hij heenging, legde de Egyptenaar
daar hield ik hem tenminste voor zijn hand op
mijn arm en zei: „Uw reukwerken, goede vriend,
zijn bestemd voor de wieg van een Koning, die
méér is dan een Koning."
„Nog deze nacht zal hij geboren worden," ant
woordde hij.
„Waar?"
De Egyptenaar zei niets, maar wees in de rich
ting van Bethlehem en keek me strak aan, op een
manier, waardoor het mij onbehaaglijk te moede
werd. Daarna verdwenen zij en ik bracht de rest
van de nacht bij het vuur door, terwijl er allerlei
wonderlijke, vreemde gedachten door mij heen
gingen. Er stond die nacht een onbekende ster
aan de hemel. Bij het ochtendgloren glansde ze zo
helder als olie.
s Ochtends was ik gereed om verder te reizen.
„Koning," zei ik en begon te lachen. En daarna
trok ik naar Bethlehem en deed er mijn zaken af.
Daar hoorde ik het nieuws.
„Het bleek, dat de oude man, die ik met zijn jonge
vrouw gezien had, timmerman was. Hij heette
Jozef, uit het huis van David. Hij had in de stad
nergens onderdak kunnen vinden en was blij, toen
hij met zijn vrouw in een stal de nacht kon door
brengen. In die stal schonk zijn vrouw het leven
aan een zoon. Je kunt je wel voorstellen hoe ver
baasd Jozef opkeek toen, nadat de pasgeborene
gewassen was, de drie vreemdelingen binnen
traden, op hun knieën vielen en voor het bore-
lingske de reukwerken neerzetten, die ze 's avonds
bij mij gekocht hadden. Het schijnt, dat ze een
teken hadden gekregen, een waarschuwing dat er
op die plaats een Profeet sommigen zeggen de
Messias geboren zou worden. De ster, die ik
gezien had, was hun voorgegaan en had hen naar
de stal geleid. Zo zie je maar weer."
Het bleef enige tijd stil. Plotseling sprong de jonge
man op, rende naar de deur en luisterde. De han
delaar in reukwerken luisterde mee en hoorde de
ijle, klagende schreeuw van een mensenkind, dat
zijn eerste adem zacht de wereld instoot.
De vroedvrouw kwam binnen. „Gelukgewenst!"
zei ze. ,,U hebt een gezonde, sterke zoon en uw
vrouw maakt het goed."
De jonge man sprongen de tranen van geluk in
de ogen. „God zij gedankt! God zij geprezen!"
„Wat heb ik je gezegd?' zei de handelaar in reuk
werken en glimlachte alsof hij iets had bijgedragen
tot dit grote geluk.
De jonge man zei: „Ik zal hem naar mijn vader
noemen dat zijn ziel ruste in vrede. Ik zal hem
Judas noemen."
„Mijn hartelijke gelukwensen, Simon Iscariot," zei
de handelaar in reukwerken.
PERSONALIA.
Wij feliciteren
Op 17 Januari 1952 zal
het 25 jaar geleden zijn
dat de heer H. W. v. d.
Graft als Kasloper/'Incas-
seerder bij ons in dienst
kwam.
Dank zij zijn accuratesse,
goed humeur en vlot aan
passingsvermogen heeft
hij deze veelomvattende
en verantwoordelijke taak
zeer nauwgezet en met
grote plichtsbetrachting vervuld.
Wij wensen den heer v. d. Graft op deze datum
met echtgenote, dochter en verdere familieleden
een onvergetelijke jubileumdag toe en hopen, dat
hij nog vele jaren in goede gezondheid en met
grote animo zijn werkzaamheden zal mogen
blijven verrichten.
„En wie mag dat wel zijn?" vroeg ik.
Uit: ARGOSY. Londen.
Met welwillende toestemming van
N.V. Meulenhoff 6 Co. Adam.