10 AMSTEL-ECHO HET NIEUWJAAR WENSEN. Bij de intrede van het nieuwe jaar wensen wij elkaar veel geluk en voorspoed. We schudden handjes. Dat is nu eenmaal zo, en zo is het altijd geweest. Op de eerste werkdag van het nieuwe jaar maken we queue voor de Directiekamer, wensen onze directeuren het allerbeste voor hen en het bedrijf en koppelen daaraan de stille hoop, dat door een bepaald woord van de Directie onze financiële positie zich zal verbeteren. Eerlijk; denken we niet allemaal zo? Ook op dit gebied is er met vroegere jaren weinig verandering te constateren. Weinig verandering, hetgeen dus zeggen wil, dat er wel wat veranderd is. Ja, wij bieden onze Directie geen gedrukte „Nieuwjaarswens'' aan! Dat deed men vroeger wel. De porder, de nachtwacht, de vuilnisman, de brievenbesteller en zelfs de politie boden bij de jaarwisseling een kaartje aan, waarop in sierlijke letters gedrukt of geschreven stond, dat de aan bieder er van U veel heil en zegen in het nieuwe jaar toewenste. Dat hadden ze natuurlijk ook mondeling kunnen doen, maar dat deden ze liever niet. Veronderstel, dat U zou hebben geantwoord „hetzelfde", dan was de kous af geweest. En dat was de bedoeling ook weer niet, althans niet van de porder, de nachtwacht, de vuilnisman enz. Neen, een mooie prent met een aardige spreuk of berijmde nieuwjaarswens deed immers veel meer. Zo n plaatje kon je zonder meer niet accepteren! Daar volgde natuurlijk een gift op en dat was juist de bedoeling. Misschien niet van U, maar toch zeer zeker van de porder, de nachtwacht, de vuilnisman enz. Mijn verhaal wordt eentonig. En U begrijpt, hoe mooier wens, hoe groter de fooi! Althans dat dachten de porder, de nachtw.... Maar ze zullen het ook wel eens mis hebben ge had. Ik zou niet graag weergeven of onder woor den kunnen brengen, hoe de heren dan over dezulken dachten! Ja, het was op de Nieuwjaarsdag bij de gegoede burgers een ware inval van alle mogelijke per soneel van lager rang, die graag een grijpstuiver extra best konden gebruiken. Porders en porsters, opkorters en opkortsters (straatvegers, die het vuil op hopen reden voor de schuitman, die het kwam weghalen), straatvegers (en -veegsters!) putjesscheppers, baanvegers, straatreinigers, puyn- haalders, askarlieden, klokkenluiders, waldiepers (baggerlieden), wegwerkers, jagers van diverse veerschuiten, ombrengers van domineesbriefjes (waarop de kerkbeurten met de namen van de dienstdoende predikanten vermeld stonden) en nachtwachts zij allen boden hun eigen nieuw jaarswensen aan in de vorm van Nieuwjaars- prenten. De oudste Nieuwjaarsprent op het Gemeente- Archief te Amsterdam dateert van 1698 en is door de Porders en Ratelaars „opgedragen aan de Be woners van Amstelredamme". Boven deze prent prijken zes historische figuren uit het Oranjehuis. Het is een gedicht bestaande uit 48 regels en eindigende met een „Toe-SanghZon Toe- Sangh was veel korter en werd na het aanbieden van de prent door een aantal porders gezamenlijk' voor de deuren gezongen! Elke tak van dienst had weer een andere uitvoering van de prent, maar de aanbieders wisten steeds in hun verzen op bescheiden maar nadrukkelijke wijze de aan dacht van de burgerij op hun verdienstelijke arbeid te vestigen! Op een prent van de Nachtwacht van 1 Januari 1839 lazen we b.v.: „Eerwaarde tempelheeren en achtb're burgerstand Wanneer de klok heeft tien geslagen, Dan vangen wij het ronden aan, Tot dat de morgen op komt dagen En elk van ons naar huis kan gaan. Wanneer er onraad wordt bevonden, Aan 't eigendom der stadgenoot, Of reine maagden zijn geschonden Geheel van tegenweer ontbloot, De fielten worden zeer onzacht Gegrepen door de ratelwacht, In 't holst der nacht, in 't holst der nacht." De prenten droegen meestal één afbeelding, later komen er Nieuwjaarsprenten met meerdere voor stellingen. Op een prent uit 1855 staan vier Am sterdamse bedehuizen, nl. de Nieuwe Kerk, de Lutherse Kerk, de Mozes en Aaron Kerk en de Synagoge op het Jonas Daniël Meijerplein. Men wilde geen enkele gezindte „stoten Soms droegen de Nieuwjaarsprenten ook afbeel dingen van wereldlijke gebouwen of standbeel den, zoals de Nederlandse Bank, het Paleis op de Dam, de Schreierstoren, de Munttoren, het Waaggebouw en het Standbeeld van Joost van den Vondel (1867). De meeste gedichten waren anonym, doch enkele exemplaren op het Ge meente-Archief zijn gesigneerd met de naam P. A. van Overeem. Zo n Nieuwjaarswens drukken wij in de „Amstel-Echo" van heden af en juist die, waarin genoemd worden de produc ten van het brouwbedrijf en natuurlijk ook van de Amstel Brouwerij in het jaar 1873. Het prentje zelf vertoont een afbeelding van een brouwerij die in die vorm niet meer bestaat. Na het jaar 1881 treffen we geen originele pren ten meer aan op het archief, maar daarvoor komt dan in de plaats de ons welbekende „Nieuw jaarsgroet", die door bepaalde beroepslui wordt aangeboden en waarbij de hand wordt opgehou den! Zelfs Rijks- en Gemeenteambtenaren deden daaraan mee, tot dat dit van hogerhand werd ver boden, omdat dit gebedel niet in overeenstemming was met de waardigheid van het overheidsberoep.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1951 | | pagina 10