AMSTEL-ECHO 3 ding van het Gouden Kalf"; Botticelli: „Onder gang van de aanhang van Core, Dathan en Abi- ron"; Signorelli: „Mozes als Wetgever" en „de dood van Mozes". Op de rechterzijwand ziet men: Pinturicchio: „Doop van Christus"; Botticelli: „Bekoring van Christus en offers van de melaatse"; Ghirlandaio: „Roeping van Petrus en Andreas tot Apostel"; Rosselli: „Bergrede"; Perugino: „Christus geeft de sleutels aan Petrus" en Rosselli: „Het laatste avondmaal". Het gewelf en de voorwand werden door Michel Angelo beschilderd met de „Schepping" en het „Laatste Oordeel". Beiden zijn zo groots van con ceptie, dat zij beschouwd worden als de hoogste uitdrukking waartoe de schilderkunst in staat is. Daarom zal daaraan een aparte studie gewijd wor den. W. G. Harmse. WACHTEN. Wachten is iets naars, vervelend en dus onplezie rig. Wachten schijnt in de regel langer te duren dan werkelijk waar is. Weet U nog hoe lang het wachten op je meisje duurde? Altijd duurde het te lang. Ja, het „wachten-óp" is nooit prettig. We kennen ook nog het „wachten-voor". Dat heeft iets beschermends. Oók naar, maar dikwijls onvermijdelijk. Zo iets als „Grenswacht", „Nacht wacht"; ja zelfs aan boord van schepen, de „Hon denwacht". En dan nog het „Wacht u voor de hond". Dit soort wachten heeft iets van het „Pas op". Nog niet zo heel lang geleden hadden we nog een wacht, die in ons fatsoenlijk landje eigenlijk niet thuis hoorde. Zij is dan ook weer schielijk uit ons leven verdwenen. De Landwacht! Enige jaren geleden werd een wacht in het leven geroepen, die we allen met vreugde hebben be groet. De Wegenwacht. Hoe verlangend kan er door automobilisten niet worden uitgezien naar dit soort wacht en met hoeveel blijdschap werd zij bij haar komst niet begroet. De Wegenwacht met haar mooie gele motoren met dito zijspan. Een onzer klanten in Amsterdam kwam op het idee eenzelfde combinatie ook in de mooie gele kleur te laten rijden om zijn afnemers te bedienen. Dat was de „Geneverwacht"! Ook iets prettigs. En nu zien we dan langs Neerlands wegen een nieuwe wacht. De „Bierwacht". Het Centraal Brouwerij Kantoor, het kantoor waarbij de Neder landse brouwerijen zijn aangesloten, en dat naast de individuele reclame door de brouwerijen, de bekende collectieve reclame voor het bier maakt, doet alles om het van dorst smachtende Neder land van bier, en van goed bier, te voorzien. Een van de laatste acties om het bier, dat prima van de brouwerijen naar de café's gaat, te behoeden tegen vuile leidingen, waardoor het bier aan kwa liteit inboet, is de Bierwacht. Het schoonhouden van bierleidingen is nu een maal geen gemakkelijk werkje en daardoor al zal de gemakkelijk uitgevallen caféhouder het schoon maken dikwijls met „een franse slag" doen. En dat is nu juist het verkeerde. Bier eist de grootst zorgvuldige behandeling, wil de consument altijd een tevreden klant blijven. Om de caféhouders bij reinigen van hun bierleidingen behulpzaam te zijn en vooral om te verzekeren, dat het schoon maken regelmatig zou geschieden, werd in dertijd de idee van de Bierwacht geboren. Zoals al het nieuwe moest ook deze instelling naar haar juiste vorm groeien en het is thans zover, dat men die gevonden heeft. Het Centraal Brouwerij Kantoor heeft de organi satie ter hand genomen en bedient zich bij de uit voering van de taak o.a. van hen, die het reinigen van bierinstallaties op goede wijze als hun bedrijf uitoefenen. De eerste weken, waarin de Bierwacht in haar definitieve gedaante werkt, hebben aan getoond, dat de thans gevolgde werkwijze aan de verwachtingen beantwoordt. De caféhouders, die er bij waren betrokken, zijn enthousiast en hebben zich onmiddellijk bij de Bierwacht aanqe- sloten. Zij doen dat tegen een tarief van 2.50 voor 1 a 2 leidingen, 3.voor 3 a 4 leidingen en 3.50 voor 5 en meer leidingen, alles per installatie. Op deze tarieven wordt bij abonnement een reductie verleend. De bierleiding krijgt daarvoor één schoonmaakbeurt per maand, hetgeen mits de reiniging deugdelijk gebeurt voldoende is om de zuiverheid van het bier te verzekeren. Met het schoonmaken gaat vanzelfsprekend een controle van de leiding (en) samen. De Bierwacht acht het tot haar taak te behoren om kleine gebreken, die bij deze controle blijken, te verhelpen, of op de noodzakelijkheid van repa raties te wijzen. Het repareren zelf blijft aan de installateurs overgelaten. De caféhouder, die bij de Bierwacht is aangeslo ten, wordt zodoende voor onaangename verrassin gen, die zijn bierinstallatie hem kan bezorgen, ge vrijwaard. Zijn installatie blijft schoon en ook overigens in orde. De monteur, die de aangeslotenen bezoekt, is een vakman, die op zijn bekwaamheid is beproefd en als er straks meerderen komen, zullen ook dezen een deugdelijke scholing hebben ondergaan. De Bierwacht moet een modelinstituut worden, dat zich bedient van bekwame vaklieden, die de meest moderne reinigingstoestellen en -middelen tot hun beschikking hebben. Het is niet de bedoeling dat er winst mee wordt behaald, maar de kosten moeten uiteraard worden gedekt. Vandaar dat op bescheiden schaal begon nen is en met niet meer materiaal dan men ver antwoorden kan. Naarmate het aantal aangeslo tenen zich uitbreidt, kan de dienst groeien. Een speciale Bierwacht Commissie is ingesteld, waarin namens de caféhouders de heer G. Ver-

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1951 | | pagina 3