Xöeöt-cJllrika en mijn
de bewoonde wereld
li
AMSTEL-ECHO
7
vliegveld te zien, dat tijdens de laatste oorlog een
voorname schakel was voor de bevoorrading van
de Geallieerde legers in Noord-Afrika, vond ik
tegen half tien met enkele andere passagiers trans
port naar het Airporthotel. Hier zou ik enkele
dagen moeten verblijven, aangezien het op de dag
van mijn aankomst naar de kust vertrekkende
B.O.A.C.toestel volgeboekt was. Een Engels ont
bijt en daarna een douche verdreven de vermoeie
nissen van de luchtreis en tegen 12 uur zond de
Directeur van de S.C.O.A. één onzer grote kopers,
mij zijn auto, waarmede ik naar de stad reed. Kano
is in verschillende delen gesplitst: men kent er
allereerst Kano-City, een geheel uit aarden huizen
en door een aarden muur omringde stad, hoofd
zakelijk bewoond door de Haussa's, zijnde donker
gekleurde, vriendelijke mensen, allen Mohamme
danen, Vervolgens is er de wijk, waar de „foreign
natives" wonen, een business-wijk en de „residen
tial area", waar de Europeanen hun bungalows
hebben.
De eerste avond bracht ik door ten huize van de
bovengenoemde S.C.O.A.-vertegenwoordiger, die
mij diverse bijzonderheden over Kano vertelde en
mij voor de volgende namiddag één zijner Franse
assistenten ter beschikking stelde om Kano-City te
gaan bezoeken. Het spreekt welhaast van zelf,
dat ik dit vriendelijk aanbod gaarne accepteerde
en toen ik dan ook die Donderdagmiddag door die
grote poort Kano-City binnenreed - niet op een
ezel maar in een personenauto waande ik mij
in een oud-testamentische stad. Alle huizen uit
leem opgetrokken, de ingang der huizen is laag
en klein en zij vertonen geen vensters, alles om
de brandende tropenzon zooveel mogelijk buiten
te sluiten. Hier en daar treft men enkele palmen
aan, terwijl de bewoners in de spaarzame scha-
duwreep langs de huizen liggen. Brede, diepe,
stinkende goten langs de ongeplaveide straten
moeten het regenwater verwerken, dat in de regen
tijd overvloedig valt. Tussen de bewoners door
bewegen zich de ezels en magere geiten, terwijl de
gieren hier ook in grote groepen aanwezig zijn.
Deze laatste zijn beschermde vogels en hun nut
tige taak bestaat hierin dat zij ervoor zorgen, dat
het vele vuil verdwijnt. In zijn artikel over Kano
noemde Piet Bakker naar ik meen de gier de stads-
vuilnisman.
Interessant is het de markt te bezoeken; hier wordt
allerlei koopwaar aangeboden van textiel tot vlees,
welk laatste altijd zwart van de vliegen is. Nooit
zag ik zoveel vliegen tegelijk en ik twijfel er niet
aan of degenen, die dit vlees verorberen, moeten
wel grote kans op besmettelijke ziekten lopen.
Op onze weg naar de moskee, die men vanuit de
lucht prachtig en duidelijk ziet liggen, en waar
juist velen hun avondgebed op eentonige wijze
zongen, passeerden wij een in kleurig uniform ge
stoken verkeersagent, staande op een platform,
die tot de politie van de Emir behoorde en zijn
functie zeer serieus scheen op te vatten. Hij gaf op
plechtige wijze tekens voor het rijverkeer, waarvan
hier nauwelijks sprake is
Tegen het vallen van de duisternis zo om
streeks zes uur is het al donker hadden we nog
gelegenheid een kijkje te werpen op het paleis van
de Emir, zijnde zowel geestelijk als wereldlijk
hoofd van enkele millioenen mensen. Zijn paleis
is evenals de andere huizen in Kano-City, geheel
uit leem opgetrokken, omringd door een dito muur
en bewaakt door keurige en kleurige geünifor
meerde wachten. Men vertelde mij dat de Emir
slechts sporadisch uitrijdt, doch wanneer zulks
plaats vindt, brengt de bevolking langs de weg die
hij volgt hem haar eerbewijzen door diep te bui
gen. Het moet een man op leeftijd zijn met de be
schikking over tientallen vrouwen. Zou hij mis
schien zo weinig uitrijden omdat hij zijn vrouwen
niet alleen wil laten?
Ik heb U nog niet verteld dat op het moment dat
wij uit onze auto stapten wij direct een heel groot
aantal kinderen achter ons aan kregen, wie het te
doen was om een fooitje. Zij roepen niets anders
dan „dash" hetgeen zij geloof ik reeds in de wieg
leren, daar dé troep bestaat uit kinderen van naar
schatting 3 tot 8 jaar oud. Het zijn alleraardigste
kinderen met vriendelijke ogen, gekleed in lange
witte gewaden.
Mijn verblijf te Kano beperkte zich slechts tot een
paar dagen en met de medewerking van de eerder
genoemde S.C.O.A.-agent slaagde ik erin voor
Zondag 8 October plaats te boeken voor mijn
vlucht naar de Goudkust via Lagos. De vlucht
werd gemaakt met een zeer modern „Hermes" toe
stel van de B.O.A.C., welk toestel veel gelijkenis
vertoont met de D.C. 6. De cabine is in twee delen
gesplitst en voorzien van uiterst comfortabele, on
afhankelijk van elkaar versttelbare stoelen. Het
toestel ligt rustig in de lucht, doch het schijnt de
kinderziekten nog niet te boven te zijn; immers er
treden vrij geregeld motorstoringen op zodat men
vaak niet volgens tijdschema kan vliegen; zelf
maakte ik het bij mijn vertrek uit Accra op de
Dagelijks leven in Kano-City