10 AMSTEL-ECHO van een zeil, dat zo hoog mogelijk wordt opge haald. Op zijn tijd gaat ieder van ons „onder zeil Een schip waarvan de zeilen gehesen worden, is „onder zeilten teken dat het gaat vertrekken. Vandaar de overdrachtelijke betekenis: vertrekken, inzon derheid uit de waak- naar de slaaptoestand, dus inslapen. Wanneer iemand met een opgestreken zeil naar je toekomt, moet je wel eens bakzeilhalen. Letter lijk gezegd van een schip, dat met opgehesen zeilen naar een ander zeilt om het aan te vallen. Men komt dus in toorn of drift om zijn grieven te luch ten. Bakzeilhalen wil eigenlijk zeggen: de zeilen zó brassen, dat de wind er van voren in komt, waar door het schip achteruitgaat. Engels: „to back a sail of: „to lay it aback", (vd.: bak-zeil). Men krabbelt dus achteruit en blijft niet op zijn stuk staan. (Bras is een der touwen, waarmede men de raas omhaalt of draait en brassen is dus de zeilen richten naar de wind.) Tegenwoordig komt het niet zoveel meer voor, dat een werkman met een nat zeil thuis komt. Als het al eens gebeurt, moet hij alle zeilen bijzetten om het bij moeder de vrouw weer goed te maken. Moet men in de wind op en dus laveren, was men ge woon de zeilen nat te maken. Hierdoor vingen zij meer wind. Een dronken man vindt zijn weg ook al laverende en loopt dus met een „nat zeil". (Nu wij het toch over een „nat zeil" hebben, is het wel eens aardig na te gaan, hoeveel woorden er be staan voor dronken. Wel een bewijs, hoe vaak men te diep in het glas keek of de prins sprak. Daar naast hoe zou het anders kunnen hoeveel woorden er bestaan voor een borrel, n pierever- schrikker, enz.) Elk behoorlijk schip heeft natuurlijk een roer. Die aan het roer zit, bestuurt het en heeft de leiding. Zoals bekend wordt het voorste gebogen gedeelte van een schip boeg genoemd. Nog veel voor de boeg hebben betekent dus nog een grote afstand te moeten afleggen in ruimte of tijd oftewel, wat men nog moet volbrengen. Het over een andere boeg gooien is van koers veranderen. Synoniem met: uit een ander vaatje tappen. Het zeil strijk je voor iemand, die je de loef af steekt. Ten teken van eerbied liet een groot schip het zeil iets zakken. Het zeil voor iemand strijken betekent dus, dat men hem als zijn meester erkent. De loef is die zijde van het schip, waarop de wind staat. Komt een ander schip aan die zijde, dan wordt de wind onderschept, zodat het eerste schip langzamer gaat varen en het andere dit door het voordeel van de wind voorbijvaart. Iemand de loef afsteken wil dus zeggen: iemand vóór komen, hem overtreffen. Opmerking: de vraag „Hoe vaart gij?" (wel wat verouderd) heeft met het eigenlijke varen niets te maken. Hier heeft het nog de oude be tekenis van gaan, evenals het Duitse fahren. Het zog (kielzog) is het waterspoor, dat een va rend schip achterlaat. Vaar je in iemands zog, dan volg je hem dus gemakshalve of om voordeel. Tot een volgende keer. B. E. NUT EN ONNUT VAN BOEKEN. Ik zou eigenlijk met mensen, die niet veel om boe ken geven, willen overeenkomen, dat we elkaar over honderd jaar nog wel eens spreken zullen. Maar als ik ze in die tussentijd toch nog een goede raad mag geven, dan zou ik ze willen wijzen op het nut van het boek zomaar in het algemeen. Er is heus geen noodzaak ze te lezen, maar het is altijd prettig ze bij de hand te hebben. Dr Johnson, een uiterst geleerde en uiterst driftige Engelsman, geraakte met een boekverkoper in zo n heftig academisch twistgesprek, dat hij hem met een enorm foliodeel knock-out sloeg. Het boek als wapen. Het is natuurlijk voldoende bekend, dat het voor een aanstaande oorlog aan te bevelen is een lie velingsboek op hartshoogte bij zich te dragen. Ieder weet nu wel, met welk een verheugende re gelmaat zo n boek kogels opvangt, die steeds afge stuit blijken bij een treffende passage, die dan ver der Uw leven aangrijpend veranderen zal. Het is tegenwoordig wel zaak, met het oog op het kaliber van de moderne vuurwapens, een beetje kloek deel uit te kiezen. Het boek als pantser. Verder wordt het gebruikt om de toekomst te voorspellen, gees ten te bezweren, kamers te meubileren, bloemen te drogen. Er zijn dames, die een boek op het hoofd leggen tijdens de kamergymnastiek, hetgeen doel treffend werkt voor het verkrijgen van een fraaie gang en sierlijke rondingen. En verder worden ze, ik kan het niet laten hierop terug te komen, gebruikt om in te lezen. Voor het merendeel zelfs. Ik heb, verstokt lezer als ik zelf ben, onlangs in een rapport van een opinie-onder zoek zitten kijken, en mij trof de opmerking, dat er mensen zouden bestaan, die nooit lezen. Dat is na tuurlijk maar een grapje van die opinie-onderzoe kers, want, zomin ik ooit iemand gezien heb wiens opinie gevraagd werd, heb ik ooit iemand gezien, die nooit las. Maar aangenomen, dat ze bestaan, dan moeten dat toch wel ontzettend vreemde lie den zijn. Ik hel over tot de mening, dat -als ze bestaan zij de ontbrekende schakel vormen uit de leer van Darwin. Er Zijn eigenlijk niet zo heel veel verschillen tussen een mens en bijvoorbeeld een muilezel, maar kenmerkende onderscheidingen zijn toch wel, dat een van beiden nooit lacht en nooit leest. Niet-lezers, als ze bestaan, moeten mensen zijn met een geest als een onbewoonbaar verklaarde woning, een holle, duistere, en zeer verlaten ruimte, en ze zijn, als ze bestaan, zo blij met hun eigen mening, dat ze nooit die van ande ren willen aannemen. Een boek lezen, een boek bezitten, is te plezierig, dan dat ik dat van die niet-lezers zo maar geloven kan. Een boekenverzameling, of het nu een kleine is of een grote, is zo levend als een druk bevolkt aquarium. Er is altijd beweging in en dat moet ook. Wantrouw de man, die twintig jaar lang de zelfde boeken heeft, dat kan alleen maar beteke nen, dat hij al twintig jaar overleden is, maar dat niemand er hem op attent maakt. Een boekerij is

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1951 | | pagina 10