AMSTEL-ECHO 7 megen arriveren, vanwege de officiële ontvangst aldaar. We vertrekken dan ook omstreeks 7.30 uur in de richting van Trisange, een zeer mooi dorp, 16 km van de Luxemburgse grens met zeer mooie vergezichten. Na de overgang in België begonnen we aan de laatste eappe met klimpartijen in de Ardennen. Tot Bastogne gingen alle wagens in convooi, doch zodra was deze stad gepasseerd, of het gehele convooi lag weer uit elkaar. De ene wagen klimt nu eenmaal gemakkelijker dan de andere. Zo hebben wij dan ook de laatste dag tot ongeveer vier uur in de middag alleen gereden. Vanaf Bastogne reden wij via Marche-les-Dames en Huy in de richting Hasselt. De wegen waren prachtig en de streken die wij passeerden eveneens. Steeds afwisselend dennebossen en begroeide hel lingen als veelkleurige verfklodders met kwistige hand op het palet van een schilder aangebracht. De Ardennen: de trots van België en terecht. Brengt men zijn vacantie door in België en ge verzuimt de Ardennen te bezoeken, dan zijt ge niet in België geweest. Om ongeveer 3.30 uur bereiken we Hasselt, de laatste stad in België. Hier stoppen we even voor het kopen van een versnapering en zie daar, we zijn niet de laatste! Er komt nog een bus aan en met ons tweeën begeven we ons naar de grens, waar de andere wagens reeds zijn en op ons wach ten om gezamenlijk de controle te ondergaan en de grens te passeren. De controle heeft niet veel om het lijf en weldra zijn we weer terug op de bodem die ons zo lief is: Nederland. Je voelt het direct: hier ben je weer huis. Vooral wanneer je zo onge veer een dag of dertien in het buitenland bent geweest. Veel luxe wagens met burgerlijke en ker kelijke autoriteiten waren naar de grens gekomen om de karavaan te verwelkomen. Eindhoven was spoedig bereikt en op de Vestdijk bij garage Jac. van Dijk waren zeer veel mensen aanwezig om de aankomst der bussen gade te slaan. Ikzelf heb er ook veel bekenden ontmoet. Voor het laatst werd hier collectief getankt om daarna in convooi naar Nijmegen te rijden. Ook deze keer ging de route over Den Bosch, waar veel toeschouwers langs de Koningsweg stonden en ons toewuifden. De laatste etappe van ongeveer 50 km gingen we welgemutst tegemoet en hoe meer we Nijmegen naderden, hoe groter het aantal wagens werd dat in ons convooi meevoer! Grave eenmaal gepas seerd zijnde, liet de studentenjool zich gelden en rollen closetpapier werden als serpentines naar buiten geslingerd en door de daarop volgende bus opgevangen. En zo vervolgens. Het leek iets op een stoomcaroussel van de kermis. Toen wij Nij megen binnenkwamen aan de Graafseweg waren de mensen in dichte drommen langs de weg saam- gepakt en luidden de kerkklokken om de bevolking mededeling te doen dat de Romepelgrims weer in Keizer Kareis stad waren teruggekeerd. Er werd nog een ererondje gereden via Oranjesingel en Keizer Karelplein, waarna de wagens naar de parkeerplaats van Hotel de Vereniging werden gedirigeerd. Via de luidspreker werden wij allen bijeengeroepen om een gezamenlijk danklof bij te wonen en nogmaals de zegen te ontvangen. Door de verschillende leiders werden hartelijke woorden van dank gesproken aan het adres van de chauf feurs en overig rijdend personeel. Daarna werden Pater van Ogtrop en Joep Driessen, de geestelijke en de burgerlijke leider op de schouders rondge dragen en een luid „lang zullen zij leven!'' klonk uit aller kelen. Toen was weer de tijd aangebroken om koffers en andere uitrustingstukken te bemachtigen en te zorgen een plaats te krijgen in de trein die velen weer huiswaarts moest voeren. De pelgrims wo nende in de richting van Eindhoven en Den Bosch gingen weer met de bussen terug. Het was dus een haast-je-rep-je. Wij stonden echter nog met onze wagen volgeladen en weinig mensen die er aan dachten ons te helpen. Vanwege de drukte natuurlijk! Al onze bagage en verdere vracht moest gesorteerd naar binnen en toen we daar eindelijk mee gereed waren, hebben we nog een flink stukje gegeten in de Sociëteit, waarna wij om ongeveer 11 uur startten naar Amsterdam, alwaar wij om pl.m. 2.30 in de nacht aankwamen. Met het bereiken van onze brouwerij behoorde deze tocht weer tot het verleden. We kunnen echter terugzien op een zij het dan zware, toch mooie tocht, waaraan wij nog vele aangename her inneringen zullen bewaren. Ik hoop, dat u allen met genoegen kennis hebt genomen van het relaas van deze Pelgrimstocht en wanneer ik er in geslaagd ben, u te doen meeleven met de gebeurtenissen op deze tocht, dan kan ik met trots gewagen, dat niet ik maar de Amstel- brouwerij u en mij daartoe in staat stelde. WAT IS EEN BAAS Practisch gesproken heeft een baas niets te doen, behalve: 1. Te beslissen wat er gedaan moet worden. 2. Orders te geven om het te doen. 3. Te luisteren naar redenen, waarom het niet gedaan zou moeten worden. 4. Aan te horen, waarom het door iemand anders gedaan zou moeten worden. 5. Te vernemen, waarom het op een andere manier gedaan zou moeten worden. 6. Te controleren, of het gedaan is. 7. Te informeren, waarom het niet gedaan is. 8. Te constateren, dat het gedaan is, maar op de verkeerde manier. 9. Er in berusten, om het te laten, zoals het gedaan is. 10. Te concluderen, hoeveel eenvoudiger en beter het zou zijn geweest, als hij het zelf maar direct gedaan had. Maar dit laatste zou in lijnrecht conflict zijn met de uitspraak: „Dat de baas niets te doen heeft."

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1951 | | pagina 7