6 AMSTEL-ECHO niet de langste maar wel de zwaarste met de be kende hoogte Col de la Croix, waar onlangs nog een vliegtuig met Canadese pelgrims veronge lukte. Het was een zware trip met klimpartijen, dikwijls met een helling van 35°; ook het dalen ging vrij steil. Grenoble was toen nog maar 60 km verwijderd, het was niet vroeg meer en al aardig donker. Maar de meeste bergen hadden we nu achter de rug en we konden flink doorrijden. In anderhalf uur werd Grenoble dan ook bereikt, waar wij in het Palais du Sport zouden overnach ten. Een deel er van was door tentzeilen in tweeën gesplitst, nl. voor de dames en de heren. Wij gingen in de stad eten en daarna doorkruisten wij haar om toch nog iets van deze bekende stad te kunnen aanschouwen. Toen maar weer naar kooi om nieuwe krachten voor de volgende dag op te doen. Veel rust bracht de nacht echter niet, want we werden vergast op zwaar onweer en regen buien. Even kwamen de bange nachten uit de oorlogsjaren weer in onze gedachten wanneer de donderslagen duizendvoudig 'werden weerkaatst en tussen de bergwanden wegrolden. De volgende dag was het weer tijdig reveille om de karavaan reisvaardig te maken en het Palais du Sport weer het aanzien te geven als op het moment waarop wij voor een deel er van bezit namen. Alles werd opgepoetst en weggeruimd om toch vooral maar een goede en spreekwoordelijke Hollandse zindelijkheid aan de dag te doen treden! Op 6 September omstreeks 9 uur laten we Gre noble achter ons voor een korte trip van onge veer 200 km naar Chalons sur Saóne, waar wij des avonds officieel door de burgemeester zouden worden ontvangen en wel in het theater van dit stadje, alwaar verschillende van de dames- en heren-pelgrims, zoals dit ook elders op de heen weg was geschied, een voorstelling zouden geven. De wegen waren zeer mooi en we arriveerden dan ook al om 4 uur 's middags in het stadje. Dif stadje was dan ook het enige eindpunt gedurende de gehele pelgrimstocht, dat bij daglicht werd be reikt! Snel werd de bagage gelost, alsmede de verschillende toneelattributen, waarmede nog ge repeteerd moest worden, terwijl de kok intussen het eten verzorgde in het Weeshuis, vlak bij de grote kathedraal. De kathedraal dateert uit de 14e eeuw en staat daar met zijn prachtig beeldhouwwerk als een monument van middeleeuwse bouwkunst. Ook van binnen is de kathedraal het aanzien waard met zijn afzonderlijke kapellen en het prachtige orgel. Omstreeks 6.30 u. werd voor 't eten geblazen en dat was lang niet mis. Een flink bord snert en hutspot met vlees, waarbij door de Eerw. Zusters een halve liter van de beste Franse wijn werd ge schonken per persoon. Wij lieten het ons goed sma ken, dat verzekeren wij u. Toen we daar zo met elkaar op het grote plein zaten, kwam ook de Pas toor nog, die de chauffeurs elk een fles wijn meegaf voor de reis. Na het eten ging ieder zijns weegs tot ongeveer kwart voor negen, tijd voor de voor stelling in het theater. Zowat iedereen was aan wezig. De pelgrims zaten rond de dansvloer en de genodigden op het balcon of stonden -wegens plaatsgebrek in de hal. De Burgemeester en de Pastoor verwelkomden ons in mooie toespra ken waarna de voorstelling een aanvang nam. Na elke scène oogstten de spelers een hartelijk ap plaus en het was dan ook weer gauw elf uur en einde van het vertoonde. Velen gingen slapen, an deren doken een café in en ef werd nog menig biertje verschalkt. Bij het sluitingsuur bleken velen boven hun begroting te zijn gegaan en het was over en weer een rekenen om na te gaan of de gar?on niet te veel had gerekend. De nacht was spoedig voorbij en de voorlaatste dag brak aan met prachtig weer en er was al vroeg een drukte op de pleinen en straten van sjouwende en zwoe gende dames en heren met koffers en veldbedden. 7 September: start om 8.30 uur naar de stad Luxem burg, een tocht van ongeveer 300 km met nog enkele flinke klimpartijen, want we moesten de Vogezen nog passeren, De Vogezen zijn. hoewel niet zo hoog, toch nog moeilijk vanwege de korte klimmen die je daar "te maken hebt. De wegen, die we nu volgens de aangegeven route moesten volgen, waren zeer smal en we passeerden veel dorpjes waarvan je zien en ruiken kon, dat we in Frankrijk waren. Zien aan de overal te velde staande druivenranken die door een ijverige be volking van hun zware last werden ontdaan en ruiken, omdat overal in de dorpen bij de huizen grote mestputten lagen, die een onwelriekende geur verspreidden. Op onze tocht naar Luxem burg passeerden wij verschillende plaatsen waar de grote rivieren ontspringen. Zo zagen we daar, waar de Maas aan de bodem ontspringt een bordje met de aanduiding „Meuse", een onaanzienlijk smal slootje met groen en on kruid en niemand zou zonder het te zien geloven, dat dit vieze slootje vier kilometer verderop de grote Maas is met zijn zware stromingen en flinke watervallen. Veel valt er op deze route niet te beleven. Een vlak en echt Hollands landschap, waarin we alleen de moderne luxe auto's missen! Hier zijn het geen luxe wagens die je tegenkomt, nee, de meeste auto's zijn oude brikken van min stens 20 jaar geleden! Echte luxe op de weg zie je aan deze zijde van de Franse grens practisch niet. Aan de Luxemburgse grens gekomen levert het landschap direct een ander aspect op en je merkt dat Luxemburg, hoewel klein toch een welvarend landje is. De grenzen bieden niet veel moeilijk heden en met nog 12 km te rijden wordt snel het eindpunt van de voorlaatste etappe bereikt. In de stad Luxemburg is het kermis, dus nog even tjes pret maken. Luxemburgse francs hebben we niet, maar francs en Hollands geld worden even grif geaccepteerd. Dus vieren we feest tot het slui tingsuur ons wreed verdrijft. Dan maken we ons op om voor de laatste nacht ons bivak op te slaan. 8 September: de laatste dag van onze tocht. We staan vroeg op, want we moeten op tijd in Nij-

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1951 | | pagina 6