over de ^Simplon^, AMSTEL-ECHO 5 kwamen, een zeer mooie natuur te zien zouden krijgen. Dus afwachten maar. Omstreeks zeven uur in de morgen van 4 Sep tember is het opstaan geblazen en bereiden we ons voor op een afstand van ongeveer 325 km. In Holland is deze afstand als een mooi dagritje te beschouwen, maar hier in de bergen is het wel wat anders. Nadat nog vele foto's waren genomen van de monumenten en andere kunstwerken en standbeelden ('s avonds ging dat niet meer) werd om ongeveer negen uur gestart. De eerste etappe naar Genua was al direct zwaar terrein, maar het geen we onderweg te zien kregen deed al de narig heid vergeten. Zoals bij ons des zomers de veld bloemen langs de wegen staan, zo zie je hier op de mooie rotsen bloeiende cacteeën, soms tot mans hoogte toe. Genua is een flinke stad met een grote zeehaven, veel scheepswerven en een druk havenvertier. Het is er in de haven echter niet zo modern zoals wij dat in Amsterdam en Rotterdam gewend zijn. Nee, alles is er veel ouder. In zee en vlak voor de haven ontwaren we nog grote wrakstukken van de tot zinken gebrachte Italiaanse oorlogsvloot en andere schepen, alle slachtoffers van de laatste grote wereldbrand. Het was echter nog te vroeg om de stad zelf „te doen" en we reden dan ook maar door in de richting van Savona. een mooie han delsstad met druk verkeer. Ook tijdens deze rit viel er veel te genieten. Wij reden door tot Bor- ghetto, een klein dorpje waar wij omstreeks 1 uur in de middag aankwamen. Daar hebben we even gestopt om onze benen te strekken, wat van de heerlijke streekwijn te drinken en een en ander te kopen, hetwelk je in een dorpje voordeliger kunt doen dan in een grote stad. Daarna ging het weer verder, naar Alassio, een stad gelegen tegen de helling van een berg en die ons qua architectuur sterk deed denken aan een stadje in de Zwitserse Alpen. Leuke witte huizen met helrode daken. En -f5,« alles temidden der palmbomen. Alles genoot hier nog van de gebruikelijke siësta en dus waren de meeste zaken gesloten. Hier hebben we ook maar de inwendige mens versterkt en zijn toen om streeks vier uur in de middag doorgereden naar Nice, het eindpunt voor die dag. Nice lag nog ongeveer 140 km van ons verwijderd. De kust strook werd hoe langer hoe mooier en veel tocht genoten hebben hier nog gezwommen. Wij reden via Monaco en dachten dat daar wel wat te beleven viel. Het wordt de lichtstad van het Zuiden genoemd en biedt vanaf de bergen een fantastische aanblik. Wij kwamen op een splitsing van wegen. Twee wegwijzers die aangeven: Nice en Nice-direct. We denken slim te zijn en kiezen natuurlijk Nice-direct. Maar dat is ons tegenge vallen! Om te beginnen een berg van 1400 m hoogte en geen enkele haarspeldbocht, zoals we gewend waren! Dus trekken maar, jongens. Na ongeveer 2 uur rijden bereiken we de buitenwijken van Nice, waar men al mensen had uitgezet om ons de weg te wijzen, zodat we rechtstreeks naar ons doel konden doorstomen. Het was ongeveer 10 uur n.m. toen we daar aankwamen en de bus met chauffeurs stond al op ons te wachten, want het rijdend per soneel zou in de stad gaan eten. De meeste hotels en restaurants konden ons op dit uur niet meer aan zo'n grote hoeveelheid maaltijden helpen en het heeft heel wat tijd gekost voor wij in Hotel de la Poste slaagden. Hier kregen we echte Franse kost, bestaande uit melksoep met brood, rauwe groente en frites, een flink stuk vlees en goed bier. Na het eten zijn we nog wat de stad in geweest en hebben wat kaarten verzonden naar huis, omdat we daar op andere tijdstippen geen gelegenheid voor hebben. Mooie pleinen en parken hebben we bezichtigd en ongemerkt werd het al laat. Al spoe dig zochten wij dan ook het klooster op waar wij de nacht zouden doorbrengen. De 5e September is het s morgens alweer vroeg dag. Op deze dag beginnen we aan de druk be praatte derde etappe. Druk bepraat, vanwege de Col de la Croix, waar al zoveel auto-ongevallen zijn gebeurd. Om 8.30 uur wordt er gestart, het geen heel wat drukte teweegbracht. Nice is een heel mooie stad maar de buitenwijken hebben maar zeer smalle straten. Er ontstond dus heel wat stremming, maar eenmaal op de boulevard was het snel geregeld en lag de stad vlug achter de rug. En nu de Franse Alpen tegemoet. We vrees den het ergste maar alles viel nogal mee: Het begin ging over vlakke wegen en daar waar bergen waren, waren er tunnels gehouwen, zodat ook deze zonder moeite konden worden gepasseerd. De eer ste 150 km schoten we dus flink op en het lastige alleen was, wanneer er een tegenligger opdook. Dan moest een van de twee wagens wachten op de speciaal daarvoor aangelegde wegverbreding. De eerste vijf uur werden dan ook in vlot tempo weggedraaid, maar daarna begon de klimpartij weer. berg op, berg af, de een al hoger dan de ander. De afstand van Sisteron naar Clelles was door GRU^HUYZEN De Franse Alpen

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1951 | | pagina 5