2 AMSTEL-ECHO IK ZAL ROME GAAN ZIEN V. Ook in Luzern zijn we drie dagen gebleven als gast van het Katholisches Gesellenhaus. Toen vond ik het genoeg en wilde verder gaan. Rome was het doel en deze stad trok mij aan als een magneet. Mijn metgezel dacht hier echter anders over. Hij was Protestant en reeds in Rome ge weest. De betovering van het Zwitserse landschap, het ideale klimaat en de gulle gastvrijheid, die wij overal genoten deed hem besluiten in Helvetia te blijven. Zo ontstond het eerste en laatste conflict tussen ons. De notabelen van dit rijke land hadden er voor gezorgd, dat wij van Luzern tot Rome per trein konden reizen, daar een volle week verblij ven, want in Rome zelf zou er geen sprake meer zijn van gratis logies om vervolgens van Rome linea recta per trein naar Amsterdam terug te keren. Ik had dus tegen zijn voorstel niet alleen princi pieel bezwaren, doch vond het tevens immoreel, om zo de intentie van de gevers te negeren. (Opm.: zeer immoreel, het is een geval van bedrog. Red.) Hij bracht mij nog naar de trein en ik ging alleen de grote reis voltooien. Binnen twee dagen zou ik in Rome zijn en toch nog heel wat van het natuur schoon te zien krijgen. Via Arth, Goldau, Brunnen en Flüelen wordt Alt- dorf bereikt. Hier begint het schoonste gedeelte door de machtige, grootse Alpenwereld. In de verte glinsteren de besneeuwde toppen van de Spannort (3205 m.), de Titlis (3239 m), de Wind- gallen (3192 m), de Bristenstock (3076 m) en vele anderen. Rechts van de spoorlijn stroomt helder schitterend in de gouden zonnestralen de Reuss. Bij Amsteg passeren we veilig via het grote Kar- stelenbach-viaduct, de mond van het Maderaner- dal, waardoor de Karstelenbach. een zijrivier van, de Reuss stroomt. Beneden ligt de electrische cen trale, welke het water, de „witte steenkoolomzet in electriciteit. die de beweegkracht voor de loco motieven levert. Want het gehele net is geëlec- trificeerd. Voort spoedt zich de trein. Hij kronkelt zich door keertunnels, over viaducten, langs steile hellingen omhoog en bereikt dan Göschenen. Die keertunnels eisen een nadere verklaring. Amsteg bijv. ligt op een hoogte van 774 m. en Göschenen ligt op 1109 m., dus een hoogteverschil van 335 m. De afstand tussen beide plaatsen is 15 km. De zwaarste locomotief kan binnen ge noemde afstand een dergelijk hoogteverschil nooit overwinnen. Men heeft eenvoudig op sommige plaatsen in de bergén een keertunnel gemaakt, een lus, waaruit de trein telkens weer op dezelfde plaats terugkeert, maar dan een 20 m. hoger! Te Göschenen zijn we gearriveerd bij de ingang van de grote Sint Gotthard-tunnel. Toch is de berg zelf zo hoog niet (2100 m). Van meer belang is, dat onze grootste rivier daar, tenminste gedeelte lijk, ontspringt uit de Tomasee, die op de helling van de Badus ligt. Maar de gigantische Sint Gott hard-tunnel eist even onze volle aandacht. In 1871 werd een maatschappij opgericht, die de tunnelbouw zou uitvoeren en daarna exploiteren. Na talrijke metingen begon men gelijktijdig van de Zwitserse en Italiaanse zijde te boren. 29 Fe bruari 1880 stootte men op elkaar en er was geen meter verschil! Denkt u dat eens in: in een reusachtig gebergte een tunnel van 14998 meter boren en dan precies uitkomen. Een meesterstuk van ingenieurswerk! De gehele tunnel is van dubbelspoor voorzien, begint in Göschenen en eindigt in Airoio. Op dit traject rijden de zwaarste electrische locomotieven die er bestaan. Daar kan zelfs Amerika niet tegen op. Over hellingen van bijna 30° trekken ze de zware D-treinen nog met een vaart van 65 km per uur. Dit traject begint in Luzern en eindigt in Chiasso. Twaalf minuten doet de trein er over deze tunnel door te trekken. Eerst stijgt hij 45 m. om dan 10 m te dalen, waarna hij 15 km onder de grond doorraast. Als eindelijk in Airoio het daglicht bereikt wordt gaat het snel bergafwaarts. Toch moet hij ook dan nog viermaal door een keertunnel. Na 20 minuten wordt Faido bereikt, een typisch plaatsje met reeds een Italiaans uiterlijk. Maar wij dalen verder in de vallei Leventina, het dal van de Ticino. Dichter worden de kastanjebossen, di^ro kenmerkend zijn voor het Italiaanse landschap, want we naderen de Italiaanse grens. In Biasca eindigt het bergtraject van de Gotthard spoorweg. Van hier tot aan Bellinzona boeit een onmetelijke laagvlakte het oog, die juist nu zo weldadig aandoet, na al die super-giganten, die overal gepasseerd zijn. We passeren nog wel een paar aardige knapen, zoals de Camoghé (2232 m) en de Tamaro (1967 m), maar bereikten toen toch spoedig de laatste pleisterplaats: Lugano, aan het gelijknamige meer. Al behoort deze stad officieel tot Zwitserland, iedereen spreekt hier reeds Italiaans. Hier deed zich dan ook voor mij de eerste moeilijkheid met de taal voor. Ik verstond niemand en niemand verstond mij! Tenslotte kwam ik in een pension waar men Frans verstond en ik kon de Signora duidelijk maken, de volgende morgen met de eerste trein te willen vertrekken, die mij in Rome af zou zetten. Ik was nu 1250 km van honk. W. G. Harmse. KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING Bij zijn afscheid op Zaterdag .30 December jl. ontving de heer H. A. Hesterman uit handen van de Burgemeester van Nieuwer-Amstel de zilveren medaille behorende bij de Huisorde van Oranje- Nassau. Wij feliciteren de heer Hesterman en hopen, dat deze medaille nog heel lang zijn borst zal sieren.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1951 | | pagina 2