8 AMSTEL-ECHO Vrijdagmorgen, na een heerlijke nachtrust, doemden er plotseling aan de helder blauwe Ro meinse lucht van die echte Hollandse regenwolken op! De regen laat niet lang op zich wachten en om streeks tien uur barst het onweer los. De regen valt bij stromen neer, hetgeen dankbaar wordt aanvaard! Heel anders dan bij ons, waar wij wel eens te vaak de verzuchting slaken: of het nou nooit ophoudt! Ik zelf was er niet erg mee inge nomen want ik had me juist verkleed om de Mack voor de terugtocht reisvaardig te maken. Olie verversen, doorsmeren en alles even contro leren, hetgeen na zo'n zware rit van ruim 2000 km. geen overbodige luxe was. Tegen half twaalf was het weer lekker warm en de grond weer kurkdroog en kon ik aan mijn voornemen uitvoering geven. Na ongeveer drie en een half uur arbeid kon ik me weer gaan opknappen en een heerlijk bad en een stevig maal maakten mij weer fit voor de verdere belevenissen van de dag en halve nacht! Om half vier in de middag zou de heer De Casa ons afhalen en hij was er. Klokslag half vier! Een man van zijn woord. Waar zou de reis vandaag weer heen gaan? Wij wisten dit nooit vooruit, want dat hield De Casa angstvallig geheim. Dat was zijn verrassing voor ons. Ditmaal was Castel Candolfo het eindpunt. Eerst bezichtigden we het buitenverblijf van de Paus. Het buitenverblijf ligt nl. op een berg van 1175 m. hoogte, temidden van dennenbomen en palmen. Op de rijweg om de 50 m. een dubbele politiepost. Italië is nl. belast met de veiligheid van de Paus gedurende diens verblijf aldaar. Het buitenverblijf is geheel op getrokken uit gevlamd marmer, dat het prach tig doet in het felle zonlicht. Na het bezoek aldaar zijn we de berg gedeeltelijk afgereden en bereikten een groot meer op ongeveer 560 m. Dit meer is ontstaan uit de krater van een vuur spuwende berg. Het meer is ongeveer 2000 m. lang en 750 m. breed. De diepte staat er niet aangegeven, maar het water is zo helder, dat de bodem te zien is. We parkeerden de auto en huur den een roeiboot. Om beurten namen we de roei spanen ter hand, en een foto, met de steile bergwand op de achtergrond, vormt een mooie herinnering aan deze middag en onze tocht. In een restaurant, verscholen onder het groen van de druivenranken, genoten we van een glaasje wijn van de beste soort. Het was hier alles erg rustig. Verkeer was er niet en de kippen en een den liepen overal rond. De Casa, die de kippen zag, kreeg blijkbaar trek. Hij riep de kellner en bestelde „poule De kellner had klaarblijkelijk bezwaar, want hij stribbelde nog al wat tegen, maar na veel heen en weer gepraat, waarbij de handen een grote rol speelden en waarvan wij geen snars begrepen, kwam toch na een poosje gebraden kip op tafel! Aangezien het restaurant niet over een koelcel beschikte, moesten we wel aannemen, dat het een van de kippen was, die we nog geen uur geleden rond ons heen hadden zien trippelen. Ondertussen hadden wij een prachtig gezicht op het meer, vooral toen de maan langzaam van achter de berg te voorschijn kwam en haar zilveren glans over het water uitspreidde. Het was onder de bedrijven al vrij laat geworden en de wijn begon een woordje mee te spreken. We had den al heel wat ledige flessen om ons heen staan en een laatste fles champagne deed de maat bijna overlopen. Ik had tenminste zo af en toe het wel bekende, draaierige, gevoel! Ik was dan ook blij weer naar Rome terug te keren, dat spoedig be reikt werd en waar het leven volop doorging, alsof het nog midden op de dag was! Alvorens te gaan slapen werden nog enkele medepassagiers naar Monte Mario gebracht voor de laatste nacht en keerden wij naar ons hotel terug. Ook voor ons zou het de laatste nacht in het hotel en in Rome zijn. Afgesproken werd, dat wij om half elf de volgende morgen gereed zouden zijn, om weer naar de karavaan terug te keren. Zaterdagmorgen om 8 uur zijn we opgestaan en na gewassen en geschoren te zijn, verlieten wij onze kamer, om beneden te ontbijten. Het was ons laat ste ontbijt daar en we lieten het ons goed smaken. We lieten ons op onze wenken bedienen, want nü kon het nog. De volgende dagen zou het heel wat anders zijn; dan moest je zelf zorgen, dat je tijdig bij de kok was, anders was het „de hond in de pot". Omstreeks 10 uur rijdt onze vertegenwoor diger De Casa voor, maar nu niet om een plezier- ritje te maken. Neen, hij zou ons vooruit rijden door de Stad, langs verschillende zaken waar Amstelbier wordt verkocht. Thans werd het een reclameritje. En van reclame maken heeft de heer De Casa verstand: dat verzeker ik U. Hij is niet iemand, die zich met een kluitje in het riet laat sturen, en als hij iets in zijn hoofd heeft, is het er met geen stok uit te slaan! Na nog enkele foto's genomen te hebben van de wagen voor het hotel, wordt precies om half elf gestart, omdat wij om half twaalf op Monte Mario zouden zijn voor het laden van de Mack. Het vertrek van Monte Mario voor het eerste ge deelte van de terugtocht, RomeRapallo, was be paald op vier uur. Toen wij in Monte Mario arriveerden en ons bij het comité terug meldden, kregen we de teleurstellende mededeling te horen, dat niet wij, maar de Ford van Janssen 's middags zou vertrekken. Jammer, hadden we dat geweten, dan zouden we nog wat langer in Rome zijn ge bleven. Vertegenwoordiger De Casa zag aan onze gezichten, dat er iets niet in orde was en vroeg wat er aan haperde. Wij verzochten toen Pater van Ogtrop even de wijziging in het programma aan De Casa te willen mededelen, hetgeen in vlot Frans geschiedde. Deze verandering scheen De Casa niet onwelkom, want de man zou zich na ons vertrekeenzaam gevoelen, hetgeen al bleek uit zijn lied, dat hij bij aankomst in Monte Mario

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1950 | | pagina 8