12
DE „BROUWER" EN ZIJN PAARD.
Eerbied voor al wat leeft is een van de punten,
die mede bepalen, hoe hoog of laag het menselijk
karakter is aan te slaan. Eerbied voor de natuur,
de mens en het dier. Vooral voor het dier, dat
met zijn kracht de mens en de maatschappij van
dienst is, moet uiterste zorg en liefde aan de dag
worden gelegd. Wanneer we dit niet uit het oog
verliezen, zal onze zorg en liefde voor het paard,
dat zijn onbewuste kracht dagelijks in dienst van
ons bedrijf stelt, zo groot zijn, dat het bijna over
dreven lijkt. Maar het paard, ons paard, verdient
dit ten volle. Het is dan ook heel gewoon, dat wij
onze paarden met de uiterste zorg omringen en
behandelen, ja zelfs van ze houden alsof het onze
kinderen zijn. Je leert ze kennen en je gaat hun
verlangens begrijpen en zo
mogelijk voldoe je er aan. Je
weet op de duur wat hun
fouten en gebreken zijn en je
krijgt een kijk op het karakter
van het paard. Een paard kan
goedig maar ook kwaadaardig
zijn en het is dan de taak van
zijn berijder het zo te behan
delen, dat zijn kwaadaardig
heid niet toe- maar afneemt.
Dit is alleen met geduld te
bereiken. Maar zo goed als de
mens het paard leert kennen
en begrijpen, zo weet het paard
zijn berijder te waarderen. Het
gaat hem kennen en het hecht
aan hem.
Ons brouwerspaard, dat de
gehele dag zijn krachten geeft
voor de brouwerskar en ons
derhalve in staat stelt onze af
nemers regelmatig te bedienen,
mag zich dan ook in een goede
verzorging verheugen. Die ver
heugenis openbaart zich niet
in een schater- of glimlach,
maar uit zich in tevredenheid.
Hoe die verzorging dan wel is?
Wel, laat ik U eens precies
vertellen waaruit die bestaat.
Wanneer we 's morgens op
stal komen, is onze eerste taak
de paarden te laten drinken.
Hoeveel? Zo veel ze lusten; ze
scheiden er zelf wel mee uit.
Dan worden de paarden ge
voerd. Dit voer bestaat uit
bostel, haver en „brokjes" (een soort meel), zo
bij elkaar ongeveer tien kilo voer. Na het voeren
gaan de koetsiers en bijrijders de vakken uit
mesten. Dit uitmesten bestaat uit het verwijderen
van mest en natte molm of stro, om daarna
AMSTEL-ECHO
weer de vakken met vers en droog materiaal
te beleggen, zodat het paard weer droog staat.
Daarna worden de paarden door de koetsiers
onderhanden genomen. Roskammen en schuieren,
zodat het stof en vuil van de vorige dag en nacht
er af is en de beesten glimmen als een spiegel.
Hetzelfde wordt door de bijrijders gedaan met het
tuig. Het leder wordt in het vet gezet, het koper
gepoetst en de bitten geschuurd, zodat straks het
paard en zijn tuig één blinkend geheel vormen.
Wanneer de paarden zijn opgetuigd vertrekt de
koetsier met zijn paard naar de expeditie-afdeling,
waarbij het paard meestal door de bijrijder wordt
geleid. Meermalen komt het voor, dat het
paard eigener beweging achter ons aan komt; een
beeld, dat steeds weer met bewondering door de
Foto Spoor