10 AMSTEL-ECHO IN MEMORIAM A. PIËST. Groot was de ontsteltenis toen ons op 28 November jl. het bericht bereikte, dat de Directeur van ons Filiaal te Groningen door een noodlottig ongeval om het leven was gekomen. Niet alleen voor zijn nabestaanden, ook voor onze brouwerij is zijn heengaan een gevoelige slag. In 1945 het agentschap van de firma J. L. Kuipers en Zoon voortzettende, werd dit agentschap, dank zij de ijver van de heer Piëst, al spoedig in een Depot omgezet en deze zag zijn ijver en ambitie dan ook in 1948 beloond, toen de Directie van de brouwerij het Depot verhief tot Filiaal en de heer Piëst tot Filiaalhouder en Directeur benoemde. Helaas heeft dit niet lang zo mogen zijn, en op de 28e November ontviel hij ons dan ook temidden van zijn arbeid. Dank zij al zijn kwaliteiten verwierf hij bij al degenen die met hem in aanraking kwamen veel sympathie en hoogachting. Een goed werker, een goed mens en goed vriend ging van ons heen. Dat hij ruste in vrede. Door een noodlottig ongeval ging onze directeur, de heer A. Piëst, van ons heen. Zijn verscheiden betekende voor ons meer dan het overlijden van een directeur. Het betekende ook het afscheid van een man, die meer dan een zakelijke relatie, die een oudere vriend voor ons was, bij wie je altijd een open oor vond voor je moeilijkheden en die ook meehielp ze te overwinnen. Hij was geliefd, niet alleen onder ons, maar en dat getuigde de enorme belangstelling op de begraafplaats ook onder de klanten. Het is moeilijk dit In Memoriam te schrijven. Het zou een lofzang kunnen worden, maar we weten veel te goed, dat niemand meer dan juist hij daar een hekel aan gehad zou hebben. Laten we hem in ere houden met wat hij zo vaak zei wanneer er iets bijzonders gedaan moest worden: „Jongens," zei hij dan, „we zijn allemaal één familie, de Amstel-familie, en ik ben de vader van de Groningse tak en die gaan wij omhoog werken, samen." Ja, nu krijgen we een andere „vader", maar de eerste zullen we nooit vergeten. Personeel Filiaal Groningen. CAMBRINUS In de 5e of 6e eeuw na Chr. leefde de beroemde Cambrinus, koning van Brabant en Vlaanderen en blijkbaar een perfecte bierbrouwer. Van zich zelf zegt hij tenminste ..Cambrinus im Leben ward ich genannt Ein König von Flandern und Brabant Aus Gerste hab' ich Malz gemacht Das Bierbrauen zuerst erdacht." Wel wat arrogant, vindt U niet? FOTO-WEDSTRIJD 1950. Het schenkt voldoening, dat de animo voor onze jaarlijkse fotowedstrijd toeneemt. Bedroeg het vorige jaar het aantal inzendingen 10 met een totaal van 21 foto's, thans waren er 19 inzenders, die totaal 40 foto's inzonden. Gezien echter het aantal personen, die in de ge legenheid zijn aan de wedstrijd deel te nemen, valt toch, eerlijk gezegd, het aantal inzendingen tegen. Vooral de employé's met hun gezinsleden van de filialen en de depóts toonden weinig belang stelling. Van deze zijde werden slechts 2 (zegge twee) inzendingen ontvangen. Mocht schuchterheid hiervan de oorzaak zijn, dan is deze misplaatst en het is te wensen, dat volgend jaar door een groot aantal inzendingen het be wijs wordt geleverd, dat deze schuchterheid is overwonnen. En nu over de inzendingen zelf. Hieronder waren er die fraai verzorgd waren, terwijl het opmerke lijk was hoeveel foto's in het buitenland waren opgenomen. Hierdoor werd de taak van de jury niet gemak kelijker, doch met algemene stemmen werd de volgende uitslag vastgesteld: Afdeling: LANDSCHAPPEN. De eerste prijs, boeken op fotografisch of ander gebied ter waarde van 7.50, werd toegekend aan de heer J. P. A. Petrus, voor zijn foto „In de Apennijnen", de tweede prijs, boeken ter waarde van 5.verwierf de heer E. v. d. Horst met zijn opname van een steegje op Corsica, terwijl de heer G. Poelenije een eervolle vermelding ver diende met „Duinpad". Afdeling: VACANTIEFOTO'S. Hier ging de heer J. Gauw met zijn „Zeegezicht" met de eerste prijs, boeken ter waarde van 7.50,

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1950 | | pagina 10