10 AMSTEL-ECHO DIEREN EN ZIEKTEN BIJ DE MENS. Met de toenemende bevolkingsdichtheid zijn vele dieren van de aarde verdwenen en worden andere met uitroeiing be dreigd. Zelfs de leeuw, die in oude fabelen als de Koning der dieren wordt gehuldigd, is zodanig in aantal verminderd, dat in Zuid-Afrika een reservaat voor hem moest worden aangewezen en met de bison in Amerika is het al niet veel beter gesteld. Maar aan de andere kant duldt de mens in zijn omgeving verschillende dieren, die hij in meer of min dere mate aan zijn wil heeft weten te onderwerpen, omdat zij voor hem zijn een bron van vermaak of van economisch gewin, "omdat zij producenten zijn van belangrijke levensmid delen of als werkdier dienst doen. Hoe groot de genegen heid kan zijn voor deze dieren, toch is de instelling van de mens ten opzichte van het dier altijd min of meer egocentrisch. Daarnaast moet de mens, zelfs in de grote mensenopeen hopingen, die wij steden en dorpen noemen een aantal grotere of kleinere dieren dulden, deels,' omdat hun levens gewoonten een afdoende bestrijding onmogelijk maken met de ter beschikking staande middelen, deels omdat de middelen ter hunner vernietiging te gevaarlijk zijn voor algemene toepassing, deels omdat een doelmatige bestrijding grote gel delijke offers vergt en dit economisch niet verantwoord wordt geacht, waarbij dan vergeten wordt, dat de schade, die deze dieren aan voedsel en andere voorraden en aan de ge zondheid der mensen toebrengen kunnen, vele malen groter kan zijn dan het bedrag met de bestrijding gemoeid; deels omdat de mens uit domheid, gemakzucht en gewoonte schade lijke dieren voedt, hun toegang verschaft tot de woningen en voedselvoorraden en gelegenheden schept of in stand houdt waar zij zich kunnen vermenigvuldigen en deels omdat de bij de bestrijding betrokkenen gaarne de kosten daarvan op anderen zien afgewenteld. Deze vrijwillige of min of meer onvermijdelijke samenleving tussen mensen en dieren schept de mogelijkheid, dat besmettelijke ziekten van dieren, waar van de ziektekiemen ook voor de mens gevaarlijk zijn, ook bij mensen slachtoffers maken, hetzij door directe aanraking, hetzij door inademing van ziektekiemen, die door het dier met hoesten of op andere wijze in de lucht zijn gebracht, hetzij door levensmiddelen van dierlijke oorsprong, hetzij door gebruiksvoorwerpen vervaardigd van materiaal van dieren afkomstig, hetzij door de beet of steek van een dier. Ook bestaat de mogelijkheid, dat ziektekiemen van de mens door een dier uit het bloed worden opgezogen en dat deze ziektekiemen zich dan in het dierenlichaam vermenigvuldigen of een bepaalde ontwikkelingscyclus doormaken, waarna het dier na zeker tijdsverloop weer in staat is om de besmetting op mensen over te brengen. Zo kunnen dieren als tussen- gastheer of nevengastheer van voor de mens gevaarlijke of schadelijke organismen optreden. Onze kennis over ziekten bij dieren, die ook voor de mens gevaarlijk zijn en over ziekten van de mens, waarbij dieren een rol bij de verspreiding spelen, is dermate uitgebreid ge worden. dat met een eenvoudige opsomming reeds geruime tijd gemoeid zou zijn en ik zal mij dan ook tot enkele grepen uit dit interessante gebied der geneeskundige weten schap moeten beperken. Slechts ziekten, die voor Nederland van belang zijn, zal ik bespreken en dan moet ik nog opper vlakkig blijven. Ik hoop U echter te overtuigen door deze voorbeelden, dat een ziekte eerst dan doelmatig bestreden kan worden, wanneer men over nauwkeurige gegevens om trent de wijze van verspreiding beschikt. Runderen maken de trots van de boerenstand uit. In mijn radiopraatje over melk deelde ik U reeds mede, dat funder- melk herhaaldelijk besmettingen met rundertuberkelbacillen bij de mens veroorzaakt en dat deze infecties verre van on schuldig zijn. Tuberculose van de darm, van klieren, van beenderen en gewrichten is veelal te wijten aan een besmet ting met rundertuberkelbacillen; tuberculeuse hersenvliesont steking is vaak een gevolg van deze infectie en zelfs long- tuberculose kan door deze soort tuberkelbacillen worden veroorzaakt. Longtuberculose van het rund is meestal een open proces en bij het hoesten worden tuberkelbacillen in de lucht gebracht, die door in de stal verkerende personen kunnen worden ingeademd. Maar het overgrote deel der be smettingen vindt toch plaats door besmette melk en besmette zuivelproducten. Ook karnemelk kan de besmetting over brengen. Begrijpelijk is dat melk uit een tuberculeuse uier rundertuberkelbacillen bevat, maar ook kan met melk van dieren, die geen tuberculose van de uier vertonen, doch aan een latente (verborgen) tuberculose lijden, tuberkelbacillen- uitscheiding plaatsvinden. Behalve met de melk en met het sputum van hoestende dieren kan tuberkelbacillenuitscheiding soms ook plaatsvinden langs het darmkanaal, door de nieren en in enkele gevallen ook met het baarmoederslijm. Over besmetting met ziektekiemen van het besmettelijk werpen der runderen sprak ik eveneens in mijn radiopraatje over melk. Aan grote besmettingskansen zijn blootgesteld personen, die verloskundige hulp verlenen aan aborterend vee, vooral bij de verwijdering der nageboorte. Febris typhoidea is een ziekte, die uitsluitend bij de mens voorkomt, maar ziekten veroorzaakt door verschillende soor ten van paratyphusbacteriën worden bij tal van dieren waargenomen, ook bij runderen. De Nederlandse wetgever onderscheidt twee vormen van paratyphus, de paratyphus typheuze vorm, die onder het beeld van febris typhoidea verloopt en daarvan eigenlijk alleen door bacteriologisch en serologisch onderzoek te onderscheiden is en de paratyphus gastro-enteritische vorm, die de verschijnselen van voedsel vergiftiging geeft, waarbij 1224 uur na het gebruik van het besmette voedsel braken en heftige diarrhee optreden. De verschijnselen kunnen zeer alarmerend zijn, doch gewoon lijk gaan deze zeer snel weer voorbij, zodat sterfgevallen zeldzaam zijn. Verschillende typen van paratyphusbacteriën kunnen de verschijnselen der acute voedselvergiftiging ver oorzaken. In 1929 beschreven Dijkstra en Van der Hoeden een epi- demietje van paratyphus typheuze vorm door melk in Haarlem. Er werden 52 personen ziek en de oorzaak werd gevonden in een paratyphusbacteriën uitscheidende koe. Vleesvergiftigingen door paratyphusbacteriën zijn veelal een gevolg van het nuttigen van slachtproducten van rund, paard of schaap .vooral wanneer deze rauw of half rauw worden gegeten. Vooral vlees afkomstig van noodslachtingen kan in dit opzicht gevaarlijk zijn, omdat bij zieke dieren kort voor of na de dood in de darmen levende paratyphusbacteriën langs lymphbanen en bloedbaan zich door het gehele dierenlichaam kunnen verspreiden. Miltvuur is een ziekte van het vee, die in Nederland vroeger grote verbreiding had,, doch tegenwoordig gelukkig slechts sporadisch wordt waargenomen. Deze ziekte wordt ver oorzaakt door een bacil, die in staat is zich in de buiten wereld geruime tijd te handhaven, doordat onder ongunstige omstandigheden zeer weerstandskrachtige sporen worden ge vormd. Behalve bij het vee kunnen deze bacillen bij tal van andere dieren en ook bij de mens zeer ernstige en vaak dode lijk verlopende besmettingen veroorzaken. Bij de mens begint de ziekte meestal met een puist, de z.g. miltvuurcarbunkel aan de huid en de aandoening is dan meestal een beroepsinfectie bij mensen, die met zieke dieren moeten omgaan of die kada vers, huiden en haar moeten verwerken. Zo kunnen vooral koudslachters, arbeiders in leerlooierijen, huidenpakkers, boot werkers, die bij het laden en lossen van huiden helpen, enz. aan besmettingsgevaar blootstaan. Bij de bootwerkers ziet men de miltvuurcarbunkel herhaaldelijk aan de nek geloca- liseerd. Tetanus is een wondinfectie bij de mens, die optreedt wan neer de wond verontreinigd is met straatvuil, mest of met mest bevuilde aarde. In de oorlog van 19141918 zijn bij de strijdende legers verscheidene gevallen waargenomen, in wereldoorlog II was het een zeldzame ziekte in het Ameri kaanse leger, dank zij de vaccinatie der militairen. Ook in vredestijd komt deze ziekte voor, zij het dan ook betrekkelijk zeldzaam en sporadisch. Ook in aansluiting aan verwon dingen, die zo klein zijn. dat er ternauwernood acht op wordt geslagen, kunnen tetanusgevallen voorkomen. De verwek ker, de tetanusbacil, is evenals de miltvuurbacil een spore vormer en kan zich dientengevolge geruime tijd in de bui tenwereld handhaven. De tetanusbacil leeft in de darm van

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1950 | | pagina 10