2 AMSTEL-ECHO IK ZAL ROME GAAN ZIEN. II. Van Apeldoorn ging de tocht via Beekbergen, Loenen, Dieren (Middachter Allee!), Rheden en Velp naar Arnhem, de hoofdstad van Gelderland. Hier verleende het Missiehuis aan de Velperweg aanstonds volledige gastvrijheid. Voor mijn reis genoot, Protestant zijnde, was deze bereidwillig heid een openbaring. Hij stond versteld van de orde en de rust, die in deze huizen heerste. En dat men ook van moderne middelen, zoals tractors, gebruik maakte om het land te bewerken. Vervolgens ging de reis via Eist en Lent naar Nijmegen, alwaar het beroemde Dominicaner klooster ..Albertinum" ons een ontvangst bereidde, alsof het alle records op dit gebied wilde breken! Als wetenschappelijk instituut heeft dit huis ver scheidene professoren geleverd aan de R. K. Universiteit aldaar. Wij brachten nog een bezoek aan de H. Landstichting, waar een joviale Mont- fortaan ons boeide door de wijze, waarop hij de rondleiding verzorgde. Het was jammer, dat Plu- vius door een stortregen hiertegen protesteerde en ons dwong ijlings het hazenpad te kiezen! Hier verliet mijn concurrent (letterlijk: mede-loper) mij door ,,even naar Groningen terug te keren om zijn garderobe aan te vullen, die in het geheel niet toereikend was voor zo'n langdurige tocht. Alleen ging ik dus te voet de grote weg op naar den Bosch. Als men zo alleen voortgaat op de grote heirbaan, dan valt het nog meer op, dat men geen enkele wandelaar tegenkomt. De mensen belopen zulke afstanden niet meer. -Alles beweegt zich mechanisch. Langs Grave, Nederasselt en Hees arriveerde ik in Brabants hoofdstad, alwaar men er voor gezorgd had, dat ik in het deftige hotel „Noord Brabant" nieuwe krachten kon verzame len. Heerlijk uitgerust begon nu de eenzame voet reis naar Eindhoven. In Vught meldde ik mij bij het Centraal Comité „Anno Santo" om de Pel grims-enveloppe in ontvangst te nemen. Deze be vatte o.m. een uitvoerige plattegrond van Rome, met vermelding van de voornaamste bezienswaar digheden en de tessera", waarop de Italiaanse Spoorwegen 40 korting verlenen en de musea etc. 50 Ook het officiële insigne, waardoor een ieder kon zien, dat ik als pelgrim op reis was naar Rome. Via Boxtel en Best werd de „lichtstad" bereikt, de eerste plaats waar mijn komst niet alleen be kend was, doch zelfs met verlangen verbeid werd. Hier immers verblijft mijn jongste dochter als zus ter in het Clarissenklooster. Is het nog nodig te vermelden, dat ik hier verwend werd tot en met? (zou Zeilmaker zeggen). De nonnen hadden zelfs voor bier en sigaren gezorgd! En mijn rugzak puilde uit van hetgeen ik meekreeg voor onderweg. Voor nachtverblijf besteedden zij mij uit in hotel van Aarle, omdat alleen mannen-kloosters nachtver blijf mogen verlenen, 's Avonds was er een grote bijeenkomst in het Wilhelminapark, waar ik ge noot van pater Lombardi's vurig pleidooi voor het herstel van de liefde onder de mensen. Bij de volgende wandeling passeerde ik Valkens- waard en Leende. Dit laatste plaatsje ligt temid den van een natuur, zo bekoorlijk als wij nog niet ontmoet hadden. Bos, heide en water en zo goed als geen autoverkeer. Wat wil men nog meer voor een ideaal vacantie-oord? Het einddoel van die dag was echter Weert, waar ik in het Minder broeder-klooster op verhaal wilde komen. Dat ging hier al bijzonder vlot. De broeder-portier n.l. kende mij. Wij hadden vroeger op één koor gezongen. En als je de portier op je hand hebt, is de zaak al half gewonnen. Bovendien kende de Overste mijn familie. Meer hoef ik niet te zeggen. De rest deed de kok! Veivolgens stak ik in Maasbracht, waar het Juliana-kanaal de Maas bereikt, deze rivier over en bereikte via Echt het plaatsje Susteren, waar gezorgd was, dat ik in hotel Henssen kon over nachten. De volgende etappe begon ik weer met een bij zondere vreugde, omdat ik wist aan de finish daar van met blijdschap ontvangen te zullen worden. Immers via Sittard en Amstenrade werd Brunssum bereikt, waar mijn derde zoon een eigen nestje gebouwd heeft. In dit gelukkige gezin genoot ik een heerlijke vacantie tot mijn reisgenoot zich hier weer bij mij zou voegen, om gezamenlijk de grote reis voort te zetten. Inderdaad had hij reeds enige dagen vanuit Nijmegen mijn voet sporen gevolgd. De mensen vertelden hem precies hoe ik gelopen en waar ik gelogeerd had. Mijn bijzonder uiterlijk, zou Jhr. Six zeggen, was de oorzaak dat hier van geen vergissing sprake kon zijn. De afgelegde afstand bedroeg toen 366 km. W. G. Harmse. LOGE 53. Dit is niet een verhaal, waarbij de Vrijmetselarij een rol speelt. Integendeel, er is niets geheim zinnigs aan. Het was dan zo. Ik heb een fiets, waarmee ik iedere dag naar mijn werk ga en van mijn werk weer naar huis. Op vrije dagen en in de vacantie is de fiets mijn ver voermiddel bij uitnemendheid. Goedkoop en snel. Ik kan dus zonder overdrijving zeggen, dat ik wel weet wat fietsen is. Maar toch moet ik tot mijn schande bekennen, dat ik nog nooit een echte fietswedstrijd heb gezien. En dat vond ik toch eigenlijk een tekort aan mijn opvoeding. Je wilt toch ook wel eens over zó iets meepraten en dus had ik me al lang voorgenomen toch minstens één maal in m'n leven zo'n wedstrijd mee te maken.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1950 | | pagina 2