jaar "3^alverótraat
AMSTEL-ECHO
7
lik in -le historie)
zij dat niet? Voor de vreemdeling en de Amster
dammer moge zij op de eerste plaats de betekenis
ETf 15ALEM hebben van een winkelcentrum, voor de Kalver-
straat-habitué's is zij nog veel meer. Want niet
waar, vriendschappen in de Kalverstraat gesloten,
zijn ofwel zeer vluchtige of duren een mensenleef-
Itijd lang. Toevallige ontmoetingen kunnen hier
leiden tot vluchtige verliefdheden en degelijke hu-
Jwelijken. Wie met een vriend of familielid een af-
spraak wil maken, spreekt natuurlijk met hem af
in de Kalverstraat. En wie noodzakelijk een ken
nis moet spreken, wiens adres en telefoonnummer
hem ontschoten zijn, kan niet beter doen dan zich
naar de Kalverstraat te begeven. Als hij een beetje
tijd en geduld heeft en post vat achter een van de
grote spiegelruiten van een café zal hij hem zeker
langs zien komen. Wie met een verloren uur geen
raad weet, kan het nergens beter zoek brengen
dan in de zo juist genoemde straat. Wie iets te
kopen of te verkopen heeft, vindt er in elk geval
een connectie, waarmee daarover te praten valt.
Wie zakelijke of onzakelijke gesprekken te voeren
heeft kan het nergens beter doen dan daar. Wie
winkelen wil, begint daarmede vanzelfsprekend in
de Kalverstraat. En wie van uur tot uur op de
hoogte gehouden wil worden van het belangrijk
ste binnen- en buitenlandse nieuws behoeft slechts
naar de Kalverstraat te gaan, waar de versge-
drukte nieuwe kranten, die zo van de pers gerold
zijn het eerst worden verkocht. Waarlijk, de Kal
verstraat is onvolprezen. In elk seizoen oefent zij
een vreemde aantrekkingskracht uit op ieder, die
er wandelt, vertoont zij zich op een wijze, die het
oog en het hart gelijkelijk bekoort.
Is het te verwonderen, dat zovelen de schoonheid
van de grachten gaarne een ogenblik in de steek
laten voor die van de Kalverstraat? Die van de
grachten duurt eeuwen, de schoonheid van de Kal
verstraat wisselt met elk seizoen, maar de vluch
tigheid van haar bestaan is haar voornaamste be-
- koring. Men ondergaat haar charme altijd slechts
enige minuten, ten hoogste enige kwartieren ach-
tereen. Maar voor de echte Kalverstraatbezoekers
tzijn het minuten, die elke dag terugkeren.
Elke Amsterdammer heeft zo zijn eigen herinne
ringen, bij ieder rijzen zo vertrouwde beelden op,
als hij door de Kalverstraat meeschuifelt met de
grote stroom, maar de gedachte aan ossen en kal
veren, die hun naam aan deze hoofdstraat gaven,
is dan toch meestal verre van hem.
Laten we eens nagaan hoe de straatnaam
ontstond
Stadsbouwmeester Hendrick de Keyser had groot
gelijk, toen hij in 1618 op de ,,fraaye doorlugtige
spits'' van zijn verjongde Regulierstoren een ver
gulde os als windwijzer plaatste. Het was om zo
te zeggen een hoog bewijs van stille hulde aan de
ossen, die hier sedert mensenheugenis ter markt
waren gevoerd.
Of deze daad van piëteit toen ook gewaardeerd
werd. is te betwijfelen. Nauwelijks was „na wei
nige jaaren verloops" de os in de Singelgracht ge
duikeld of men haastte zich een traditionele haan
op de spits te planten. Tien jaren daarna behoorde
deze ossenmarkt tot het verleden, zelfs de naam
Ossenmarkt verdween om achtereenvolgens plaats
te maken voor die van Schapenplein, Reguliers
plein en Sophiaplein. Ten slotte, als herinnering
aan het jaar 1672, toen de verbinding met Dor
drecht verbroken was en hier munten geslagen
werden, bleef de naam Muntplein in de volks
mond voortleven. Daarop is het bordje Sophia
plein ook maar weggenomen...
Ruim twee eeuwen lang was het vee op markt
dagen naar de smalle bochtige straat tussen Dam
en Regulierspoort gevoerd. Dat was zijn natuur
lijke plaats. De meeste boeren kwamen uit het
Amstelland en de Regulierspoort was de Zuide
lijke toegangspoort tot de stad. De kalveren kwa
men aan de Damzij, de ossen ter hoogte van Hei
lige Stede en Ossenmarkt, de schapen daarbij niet
te vergeten. In dubbele rij stonden ze met de kop
pen naar de huizen gekeerd en aan de stoepban
ken en pothuizen vastgebonden. Dan kwamen de
veeboeren ver uit de omtrek ter Kalverstraat, Os-
jessluis of Schapenmarkt en klosten schreeuwende
en klappende tussen de beesten en het mensenge-
woel door en deden hun zaken.
Geen wonder dus dat de Kalverstraat in het begin
der zeventiende eeuw menige vleeshouwerij telde,
maar het wekt evenmin verbazing, dat deze vlees
winkels na het verleggen van de veemarkt meer
en meer plaats maakten voor prentverkopers of
boekhandelaren, drogisten, bontwerkers en er ten
slotte geen slager meer overbleef in de Kalver
straat.
De Kalverstraat heeft al spoedig de Warmoes
straat overvleugeld en werd de hartader van de
nering in Amsterdam. Logementen hebben Am
sterdammers van vijf eeuwen er altijd te kust en
te keur kunnen vinden, zij het dan dat deze zich
in onze tijd sieren met namen als lunchroom, cafe
taria, restaurant en hotel. Het zitje in dit hart van
Amsterdam heeft een bekoring, waaraan zelfs de
verstokste wereldreiziger zich niet onttrekt.
Dat de Kalverstraat werkelijk een oude straat is,
getuigen de talrijke gevelstenen en gevels in de
straat zelve, de verbindingsstegen en de op de
straat aansluitende zijstraten. Beginnende aan de
Muntzij herinnert de steeg het Klooster er aan.
dat er in de Middeleeuwen, ten tijde van de Os
senmarkt hier het Clarissenklooster stond. Direct
hierop aansluitend op de Heiligeweg op no. 19