4
AMSTEL-ECHO
VACANTIE
Vacantie! Wij herinneren ons nog wel van vroe
ger, toen we nog op school waren, wat een tover
woord „vacantie was. Voor sommigen is dat wat
langer geleden dan voor anderen, doch voor ons
allen heeft het begrip nog een gróte bekoring be
houden. Maar wat doen wij met onze vacantie?
Voor de een betekent het, dat hij een verre reis
kan maken, voor de ander, dat hij zich kan wijden
aan zijn liefhebberijen, maar voor allen beduidt
het, dat wij ons lichamelijk en geestelijk eens hele
maal kunnen ontspannen en genieten van een wel
verdiende rust.
Er zijn mensen, die van vacantie een probleem
maken. Zij gaan weken, ja, maanden van te voren
piekeren, zij gaan ingespannen zitten rekenen, om
dan dikwijls tot de slotsom te komendat er
van vacantie weer niets zal komen! Die mensen
menen, dat een werkelijke vacantie nu eenmaal ge
bonden is aan de voorwaarde, over een welge
vulde portemonnaie te kunnen beschikken. Ach,
als dat werkelijk zo is, wordt het maken van
vacantieplannen natuurlijk wel eens eenvoudiger.
Maar nodig is het niet. Het moet van ons zelf
komen. Het gaat erom, dat wij ons eens volkomen
losmaken uit de dagelijkse gang der dingen, dat we
ons eens helemaal vrij voelen en niet gebonden
aan plaats of tijd- Pas dan hebben we echt
vacantie.
Er was eens een Chinees, die een boekje schreef
over de gelukkigste ogenblikken van zijn leven.
En toen hij er zo op terugzag, bemerkte hij, dat het
juist de ogenblikken waren geweest, waarin hij
voor een moment de gewone dagelijkse zorgen
vergat, en zich, even, helemaal vrij had gevoeld.
Het waren maar kleine voorvallen geweest een
regenbui tijdens grote droogte of een bloem, die
in zijn tuintje openging maar dingen, die even
iets nieuws in zijn leven brachten en hem lieten
zien, hoe mooi het leven is. En bij die herinnering
voelde hij zich weer gelukkig.
Zo moet het ook bij ons gaan. Ook wij moeten
openstaan voor nieuwe indrukken, ons openstel
len voor al het mooie, dat de gewone dagelijkse
gang van zaken komt verbreken. En welke ge
legenheid biedt daarvoor niet de vacantie.
Denk nu niet, dat we hiervoor ver van huis moe
ten gaan of allerlei buitengewone dingen moeten
doen. Het komt er alleen maar op aan, dat we ons
zelf rust geven, en genieten van ons „vrij zijn".
En dat kan ook vlak bij huis.
Lichamelijk moeten we uitrusten, om straks, als de
plicht weer roept, des te beter aan de arbeid te
kunnen gaan. Maar, en dat is even belangrijk, ook
geestelijk uitgerust moeten we weer aan het werk
gaan. Die vrije dagen moeten ons frisse moed mee
geven, een steun in onze dagelijkse beslomme
ringen. En laten we dan bedenken, net als die
Chinees, dat het meestal juist de kleine mooie
dingen zijn, die ons daarbij kunnen helpen, mits
we er maar oog voor hebben.
We hoeven niet ver weg te gaan. Rustende aan
de slootkant, kunnen we ons overgeven aan de
natuur, aan het spel van zon, wind en wolken.
Die natuur is ook voor ons, als we haar maar
willen zien. En regent het eens, geen bezwaar. Een
mooi boek kan ons helpen. Als we er maar even
„uit" zijn met onze gedachten. Want daar komt
het op aan. Wie vastbesloten is van zijn vacantie
te genieten, en bereid is om zich heen te zien, naar
al het mooie dat het leven heeft te bieden, die
komt straks volkomen uitgerust en verfrist weer
op het werk. En de herinnering zal hem nog lang
bezig houden. Van hem kan men zeggen: hij heeft
vacantie gehad!
£uti, u-acantLetnaatid
BERICHT AAN DE REIZIGERS
<S>
Bestijg den trein nooit zonder Uw valies met droomen,
Dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen.
Zit rustig en geduldig naast het open raam:
Gij zijt een reiziger en niemand kent Uw naam.
Zoek in 't verleden weer Uw frissche kinderoogen,
Kijk nonchalant en scherp, droomrig en opgetogen.
Al wat ge groeien ziet op 't zwarte voorjaarsland.
Wees overtuigd: het werd alleen voor U geplant.
Laat handelsreizigers over de filmcensuur
Hun woordje zeggen: God glimlacht en kiest zijn uur.
Groet minzaam de stationschefs achter hun groene hekken,
Want zonder hun signaal zou nooit één trein vertrekken.
En als de trein niet voort wij, zeer ten detrimente
Van uwe lust en hoop en zuurbetaalde centen,
Blijf kalm en open Uw valies; put uit zijn voorraad
En ge ondervindt dat nooit een enkel uur te loor gaat.
En arriveert de trein in een vreemdsoortig oord,
Waarvan ge in Uw bestaan den naam nooit hebt gehoord.
Dan is het doel bereikt, dan leert ge eerst wat reizen
Beteekent voor de doolaards en de ware wijzen
Wees vooral niet verbaasd dat, langs gewone boomen,
Een doodgewone trein LI voert naart 't hart van Rome.
Jan van Nijlen.