2 AMSTEL-ECHO £en umja uwoAxL Michiel was een Hollandsman, die U veel verhalen, kan. Altijd thuis zijn lust hem niet, een reis betalen past hem niet. Op een avond, 't was al donker, maneschijn en stergeflonker, zag hij aan de ka' een schip, hij aan boord in een wip. Tussen fusten werd hij wakker, honger plaagde onze rakker. Juist toen hij zijn slag wou slaan, in 't kombuis van koksmaat Daan, pakte bootsman Huib de Groot hem bij 't stelen van een brood. Kappie was toen vrees'lijk boos; noemde hem een snertmatroos. Michiel dacht: nu is 't gedaan, men zal mij wel vrees'lijk slaan. Maar de man in 't kraaiennest riep: „Een schip! Zuid-Zuid-West!" leder keek. Met zwarte zeilen, de bloedvlag hoog, verslond het mijlen. Rovers kwamen veel in tal, de strijd was kort, in dit geval. Michiel had zich flink geweerd en bleef gelukkig ongedeerd. Alles werd omvergehaald, gebroken goed werd niet betaald. De rovers zochten kostbaarheden, doch vonden niets, waren ontevreden. De hoofdman riep: „Dit schip laat ik zinken en allen laat ik mee verdrinken, dan komt er in de krant te staan: Schip met man en muis vergaan." Michiel werd het koud om 't hart. Is dit schip daarvoor gestart? Vrijheid vinden we allen fijn, moet dit nu het einde zijn? Maar zijn zorgelijk gezicht wordt door een glimlach plots verlicht. Dapper kruipt hij uit zijn vat, gaat voor de hoofdman staan, die zat. ,,'k Heb hier eigenlijk niets te maken, maar nu ik hier toevallig ben, wil ik U iets laten proeven, dat ik zelf al jaren ken." Michiel draait zich om en gaat; de zeelui denken aan verraad. Niemand snapt wat Michiel wil, ook de rovers zijn nu stil. Daar komt Michiel met een glas, en bij de hoofdman zegt hij pas: „Als gij dit eens wilt proeven, heer." De hoofdman proeft en proeft alweer. „Hè!", zegt hij, „maar dat is fijn! dat moet een Amstelbiertje zijn. Ik kan U zeggen, dat smaakt goed! Zeg me wat uw loon zijn moet." „Wilt gij dan ons scheepje sparen, opdat wij verder kunnen varen?" „Toegestaan, maar ik die fusten Amstelbier, voor mij en mijne mannen hier." Terwijl Kappie met de hoofdman drinkt, worden de fusten in t and re ruim „geswingd De touwen die de schepen verbonden, werden snel toen losgewonden. De rovers gingen. Op 't eigen schip, kappie verscheen, en verzamelde zijn mannen om zich heen. Toen sprak kappie een heel wijs woord: „Amstel Bier hoort steeds aan boord!" Ingezonden door het Filiaal te Groningen. VOOR ONZE FOTOVRIENDEN II In m'n vorige stukje beloofde ik U iets te ver tellen over het ontwikkelen en afdrukken van een film. Allereerst het ontwikkelen. We beginnen met het maken van enige onkosten, die later ruim schoots gedekt zullen worden, doordat we de filmpjes niet meer naar de fotohandelaar brengen om ze te laten ontwikkelen en afdrukken, maar het zelf doen. Bij het huidige panchromatische filmmateriaal moeten we in volkomen duister wer ken. Hiervoor is het gemakkelijk een ontwikkei- tankje voor rolfilms te kopen (prijs rfc 12.50). In het donker zetten we de film hierin en verder doen we alles bij gewoon wit licht! In die tank doen we tankontwikkelaar, die we natuurlijk zelf samenstellen. Hier volgt een recept voor 1 liter FOCAL-tankontwikkelaar: Water (52° C) 0,750 ltr. Metol 1,0 gram Natrium sulfiet 18,0 (watervrij) Hydrochinon 2,0 Soda 6,0 Kalium bromide 2,0 Koud water tot 1,000 ltr. Voor Amsterdam kan gewoon leidingwater ge bruikt worden. Voor buiten Amsterdam, als het water veel kalk en/of ijzerzouten bevat: gedestil leerd water óf regenwater. De film blijft 12 minuten bij 18° C in dit bad, daarna wordt even gespoeld met gewoon schoon water en wordt het fixeerbad in de tank gedaan (tijdens alle bewerkingen blijft de tank gesloten; gebruiksaanwijzing is bij de meeste tanks aanwe zig). Het fixeerbad maken we ook zelf; hier volgt een recept voor een z.g. zuur fixeerbad: Natrium thiosulfaat (Hypo) 250 gram Kalium Meta-bisulfiet 25 Water tot 1 ltr. Drie kwartier a één uur blijft de film in dit bad, daarna wordt de film gedurende één uur gespoeld I <S>

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Echo | 1950 | | pagina 2